GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIJAND EN VRIEND.

XIV.

VERWIJDERING.

Dat kon natuurlijk zoo niet voortgaan. Noch man noch vrouw gaven meer acht op de zaken, en die verliepen geheel. Noch 'voor de veldvruchten, noch^oor het vee werd behoorlijk zorg gedragen. De knechts deden eindelijk niet meer dan zij zelf verkozen. Zoo werd het een tanen van den hoogen boom, en ieder kon voorzien dat het mis moest loopen, en reeds na een korten tijd.

Boer Joris en zijn vrouw leefden er vroolijk op los, als kon aan het geld geen eind komen. Niet alleen voerden ze-zelf niets uit, maar leefden louter voor hun genoegen. Meermalen noodigden zij gasten of gingen uit met vrienden, maar natuurlij k altijd op kosten van de uitnoodigers. En de genoodigden weigerden nooit wat goed smaakt, 't Werd immers toch voor hen betaald.

Op die manier moesten de duizenden wel spoedig tot honderden worden, en ook die verdwenen haastig. Want boer Joris was als verblind. Hij verzuimde zelfs het geld dat hij had liggen op rente te zetten, zoodat het tenminste iets opbracht.

Maar hoe kon boer Joris zoo dom zijn, dat hij niet bespeurde wat een iedereen zag? Het ging hem zooals het lied zegt:

Daar is een schoon en wonder kruid Dat op het veld bot uit, Het strekt tot voeding van den mensch En geeft hem zoo zijn hartewensch.

Maar och, hij trekt ook uit dat kjuid Een drank die velen dol maakt uit, Die maakt er velen wonder zwak. Die maakt den sterksien tot een wrak.

Deez' sterke drank wordt hem te sterk En rooft hem geld en goed en werk. Verderft zijn hoofd, verzwakt zijn maag Maakt hem tot traag-en luiheid graag.

EQ bovenal deez' sterke drank Bijt hem gelijk een booze slang, Rooft zielerust en zielevree En sleept straks naar de hel hem mee.

Den sterken in dit vers bedoeld had Joris zelf binnengehaald. Hij zou het tot zijn schade ondervinden voor tijd en eeuwigheid.

Vroeger-' was hij gewoon geweest dagelijks een borrelije te drinken, gelijk ook zijn vader en grootvader gedaan hadden. Maar nu het lijden kon meende Joris dat wat meer hem geen kwaad zou doen. Bij het eene glaasje kwam een tweede. Bij een tweede, een derde pn zoo werd de boer van een matig man een dronkaard, van en ijverig werkman een luiaard, van voorichtig roekeloos. Zoo kon hij er toe komen het geld, dat hij, niet dadelijk noodig had, ngebruikt in de kast te laten liggen in plaats Van het in de Bank te geven om er winst mee e doen.

Dus liep alles verkeerd. De bodem van de eldkist werd al meer zichtbaar. Toen beproefde e boer geld te leenen, maar niemand die hem ende had lust het te verstrekken. Want reeds oesten velen geld van den boer hebben. Thans erd ook duidelijk welke schijnvrienden zijn roegere gasten waren. In den nood waarin hij erkeerde lieten zij hem alleen staan, nu er een feesten of preijes meer waren. Zelfs spraken elen nog kwaad van hem. Zij hadden, zeiden ij, altijd wel gedacht dat het zoo loopen zou. at zij den vriend nooit hadden gewaarschuwd, aren zij zoo wijs er niet bij te zeggen.

Zoo kwam de dag dat er eenige heeren verchenen, om alles op te schrijven daar het erkocht zou worden voor schuld. Veel zou et niet opbrengen, want boer Joris had zelf eeds veel van de hand gedaan om te kunnen even. Zoo zag het er dan binnenshuis armelijk uit, terwijl het huis zelf zeer vervallen was, en veral scheuren vertoonde. De groote tuin leek en wildernis, en het veld lag onbebouwd. De rouw zag weenend toe hoe alles werd opgechreven; de man scheen versuft.

Veertien dagen vóór dat alles zou verkocht V orden, liep Joris, die weer half dronken was, d p zijn erf doelloes rond. Zoo kwam hij ook a ij den drogen put die ongedekt was. Op een v oomstam dicht bij zette de boer zich neder. e Wat er verder gebeurde weet men niet recht. Denkelijk is Joris voorover gevallen daar hij zich in zijn dronkenschap niet houden kon. Zi-'ker is, dat hij na vier uur dood uit den put werd gehaald.

Hij had gemeend dat hij in den put het geluk had gevonden, maar die werd ziju dood.

Zoo luidt heel verkort de geschiedenis uit het schoolboek. Misschien zijn er eenige onwaarschijnlijkheden of is het verhaal mij niet nauwkeurig bijgebleven. Maar dit is zeker wat ik van boer Joris heb verteld is op één puntt ook de geschiedenis van Kets, namelijk wat het drinken betreft. Zooals den hoer ging het ook hem. Het begon met weinig en eindigde veel. En ook hier werd het woord der Schrift bevestigd: De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt zal ' niet wijs zijn.

In het eerst ging alles goed. Kees deed zijn werk tot voldoehing van velen, en ging, zooals ik reeds vroeger zei, in de verdiensten hard vooruit. Maar langzamerhand begon deze en gene te merken dat er bij Kees iets aan haperde. Hij was reeds een paar maal te laat op de fabriek gekomen, wat hem eerst een zacnte, daarna een scherpe berisping (Kees noemde dat een schrobbeering of een uitbrander) van den opzichter berokkende. Enkele klanten meenden ook te merken dat Kees bij zijn werk niet altijd nuchter was, en daarom wel eens fouten beging. Sommigen waren zoo vrij hem dit ronduit te zeggen. Maar dan stoof Kees op, sloeg een hoogen toon aan en getuigde met veel ongepaste woorden dat de beschuldiging valsch was. Echter dacht ieder in het dorp er het zijne van, en nu en dan kreeg hij een ernstige vermaning waarbij hij soms gewezen werd op 't gevaar ook voor de eeuwigheid. Doch Kees schudde alles af, «gelijk een hond het water, » zooals de smid het uitdrukte. Hij zette het leven met de vroolijke vrienden voort, speelde kaart en biljard in de herberg, ging vaak uit met allerlei verkeerd gezelschap, of werd genoodigd op feesten waarbij het ruw toeging. In 't kort, hij ging nu geheel zijn eigen weg en verachtte Gods gebod, hoewel hij het zeer goed kende.

BRIEFWISSELING.

B. te D. Uw vraag is hier misschien wat vreemd, doch ik wil gaarne trachten zoo veel mogelijk te antwoorden. U moet echter eenig geduld hebben. Kan dat niet, meld het mij dan, en ik hoop afzonderlijk te schrijven.

Er wacht nog meer, men behoeft er dus niet over te schrijven. Het komt in orde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's