GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leien van andere Kerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leien van andere Kerken.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook in Indië staat men voor de vraag, hoe men handelen moet, wanneer leden van andere Kerken, die daar geen Kerk van hun eigen belijdenis vinden, zich bij onze Kerken of predikanten aanmelden om hetzij den doop voor hun kinderen, hetzij voor zichzelf den toegang tot het Heilig Avondmaal te vragen.

Nu kan men deze menschen natuurlijk niet dwingen om zich dan als lid bij de Gereformeerde Kerk aan te sluiten, vooral niet, wanneer zij tot een Kerk behooren, die op een of ander punt afwijkt van de Gereformeerde belijdenis. Maar even onbarmhartig zou het wezen, wanneer men zulken personen, vooral wanneer het waarlijk vrome menschen zijn, die overigens van harte met ons meeleven willen, het gebruik der Sacramenten zou willen onthouden.

Het voorbeeld, waar we reeds vroeger, toen een dergelijke vraag ook in ons vaderland voorkwam, op wezen, dat de Synode der Gereformeerde Kerken in Frankrijk in 1631 besloot de Luthersche geloovigen, wanneer deze in Frankrijk zich metterwoon vestigden, waar geen Luthersche Kerk was, toe te laten tot het Avondmaal, hun kinderen den doop te bedienen en hun huwelijken kerkelijk te bevestigen, toont wel, hoe onze Vaderen in dit opzicht waarlijk geen enghartig of bekrompen standpunt hebben ingenomen. Evenzeer, als omgekeerd onze Gereformeerde ballingen in den tijd der Reformatie, toen zij in Duitschland toefden, hun kinderen ten doop presenteerden in de Luthersche Kerk, wanneer-zij geen eigen Kerk konden krijgen met een eigen bediening van het Sacrament.

Natuurlijk wordt hiermede niet bedoeld, dat men op een plaats, waar een andere Kerk nevens ons staat, zooals de Hervormde of Luthersche, de leden van deze Kerk bij ons ten Avondmaal zou kunnen toelaten zoogenaamd als »gast", of hun kinderen zou mogen doopen. Maar geheel anders staat de zaak, wanneer, zooals in Indië, op tal van plaatsen geen andere predikant is dan onze predikant en degenen, die daar wonen, dus van alle gebruik der Sacramenten zouden verstoken zijn, wanneer onze Kerk de deuren voor hen sloot. Hier is een geval van nood en in dat geval mag zeker een uitzondering worden gemaakt.

Maar ook waar we dit op den voorgrond stellen, dient er toch evenzeer nadruk op te worden gelegd, dat de Kerkeraad ook dan met ernst heeft toe te zien, dat de Sacramenten niet ontheiligd worden.

Het droeve feit, dat schier niet eene Kerk meer aan hare belijdenis vasthoudt, noodzaakt reeds om, wanneer de leden van zulke Kerken zich aanmelden, eerst onderzoek te doen, of deze leden werkelijk geloovigen zijn. Niet alsof de predikant over het hart kan oordeelen, maar er moet een belijdenis zijn van het geloof, dat aan alle Christelijke Kerken gemeen is, en een wandel in Godzaligheid.

En evenzoo spreekt vanzelf, dat wanneer men nieuwe leden toelaat tot de bediening der Sacramenten, de predikant of Kerk, die dit doet, dan ook toezicht moet oefenen op hun wandel, en deze leden verklaren moeten zich aan dit toezicht te zullen onderwerpen. Zoodra zou blijken, dat zulk een lid van de fundamenteele geloofswaarheden afweek, of dat hij in zijn levenswandel zich als geen Christen openbaarde, zou de predikant of kerkeraad hem de Sacramenten moeten verbieden. Hij zou dus tijdelijk, met eerbiediging van zijn eigen overtuiging, als »inwonend lid" moeten worden aangenomen, maar zich dan ook aan de regelen van het gezin, waarin hij inwoont, hebben te onderwerpen.

En ia de derde plaats spreekt betevenzeer vanzelf, dat zulk een lid van een andere Kerk zich dan, zoolang hij bij ons inwoont, zou moeten onthouden van het maken van propaganda voor zijn eigen gevoelens, Anders zou het »inwonen c van zulk een lid een gevaar opleveren voor onze eigen Kerk.

Maar wanneer aan deze drie voorwaarden voldaan worde: lo. dat de Kerk, die hem ontvangt als > inwonend lid", zich eerst overtuigt van de oprechtheid van zijn geloofsbelijdenis en den ernst van zijn wandel; 2o. dat zulk een persoon verklaart aan de tucht van onze Kerk zich te onderwerpen; en 3o. als hij belooft voor zijn eigenaardige opvattingen in de Kerk geen propaganda te zullen drijven, — dan zien we niet in, waarom onze predikanten of Kerken zulk een persoon niet tot de gemeenschap der Sacramenten zouden kunnen toelaten.

We belijden te gelooven in een heilige algemeene Christelijke Kerk. En boven de pluriformiteit of verdeeldheid der Kerken staat de eenheid des geloofs, die alle ware leden van Christus verbindt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Leien van andere Kerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's