GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Prot. Noord-Brabanter schrijft:

De tribunist Dr. v. Ravestegn heeft kort en krachtig gezegd, waartegen hij en zijn medestanders strijden, n.l. tegen de Keik, het Koningschap en het Kapiiaal, de drie K's. Daarmee heeft hij uitgesproken, wat het diepe beginsel is van den kamp, die gevoerd wordt Üij zegt het duidelijk. Hier i^ geen sprake meer van godsdienst als privaat-zaak, neen. uitbanning van het geloof, het plaatsen van al het beslaande buiten eeuwigheidslicht.

De Kerk, die getuigt van Gods souvereinifeit, van Christus in Zijn ambt als Profeet, Priester en Koning moet verdwijnen uit het leven. Daar is immers geen God volgens den communist. Van God spreekt de Bijbel, die de grondwet is voor bet Christelijk leven en voor de Christelijke Kerk. Dat Woord is haar tot kenbron van den Almachtige, wiens de aarde is met haar volheid. De Kerk is daarmee de wereld ingegaan, predikende, dat de geheele wet Gods hangt aan twee geboden: Gij zult God liefhebben boven alles en aüen, maar dan ook den naaste als u zelf. Dat is de vaste en eenig veilige grondslag van de samenleving onder de menschen.

’t Is Gods bestel, maar de revolutionaire idee, het meest driest door Wijnkoop en Ravesteijn in ons land gepredikt en in Rusland reeds toegepast door Lenin en de zijnen, druischt daar tegenin.

De naastenliefde, die de Kerk predikt, wil de tegenstelling verzachten tusschen rijk en arm, heer tn knecht patroon en arbeider. De standen moeten niet verdwijnen, maar blijven. Rijken en armen, God heelt ze beiden gemaakt. Ze moeten elkander ontmoeten in eendracht, niet elkander bestrijden. Wat ze bestrijden moeten, is de doorwerking der zonde, waardoor standen tot afstanden worden en inplaats van eendrachtig ontmoeten een zich scharen tot den strijd wordt gezien.

Maar dit laatste is het wat de communist begeert. Hij zegt het zonder eenige terughouding, doch vóór hem is het gepredikt door den socialist: Er moet iijn klassenstnjd. Liefde, men haalt er de schouders spottend over op. Haat moet het zijn tegen ééne klasse, die er onder moet, om de gansche menschheid te maken als een vlakte zonder eenige verheffing.

Laat men u wijs maken, dat ge in socialistische of in communistische gelederen als goed Christen kunt plaats nemen, gelooft het niet.

Daar wil men niet anders dan de van God gestelde orde ondermijnen.

Vandaar dat de Kerk met haar prediking als een sta-in-den-weg wordt beschouwd.

Zoolang zij nog staat als een getuige voor God en Zijn Woord, zal er een dam bestaan tegen den wassenden vloed van socialisme en communisme.

Als echter de Kerk valt en godsvrucht uit het volk verdwijnt, can is de ondergang nabij, 't Is dan een afloop als van zeer snelle wateren, 't Is eens zoo juist gezegd door den bekenden Ds. Knap:

Neem uit een volk de tempels der wetenschap weg, — en het zal blijven bestaan, al wordt het in de achterhoede gedrongen. Neem de tempels der kunst weg, door alle schouwburgen af te breken, — en het zal niet in zijn levensader aangetast worden. Neem de tempels der nijverheid weg, door alle fabrieksschoorsteenen omver te halen en alle vuren te dooven, — en het volk zal ook deze rarop mettertijd te boven komen. Neem zelfs de tempels van den geldhandel weg, zoodat de beurs­ , bengel niet meer klept, — en er is door veihooging der energie nog opleving mogelijk. Maar als gij het houweel in de fundamenten van den tsmpei des Heeren slaat, als gij de eenvoudige kerken afbreekt, — dan is alle hoop voor het volk verloren. Een volk zonder altaar is aan de ontbinding ten prooi en valt uit elkaar.

Om dat uiteenvallen is het te doen. De kerk moet vallen en met haar de band aan God in het leven verbroken worden. Is die band gebroken, dan is er geen band meer aan den naaste, geen band meer aan de deugd. De chaos komt, waarbg de juichtoon schallen zal; maar de toonen van victorie zullen vervargen worden door bitter geween, want wij menschen kunnen afbreken, maar scheppen.... is Gods werk.

Bedrogenen zullen roepen, dat men 't beloofde geluk zal geven; wanhopigen de vuisten ballen tegen hen, die 't eens genoten geluk roofden. Vergeefs! Stroomen bloeds zullen geen fundament kunnen geven voor den nieuwen tempel. Als God Almachtig de Hand niet reddend uitstrekt, stapelt zich wee op wee, want de gevolgen zijn ontzettend, als men de liefde bant, die God eischt en de haat, gevolg der zonde, predikt. Dat is vei werping tot van Gods Algemeene loe, 't vertrappen van alles wat de gevolgen der zonde intoomt. Weet ge, wat dan op aarde neerdaalt? Geen paradijs maar een hel.

Let maar op Rusland! En zie ook, hoe grooten der aarde verlegen staan, nu het eiop aan komt, Europa op te heffen uit zija deemiswaardigen toesiacd.

Dat is 't gevolg van den haat, 't in den wind slaan van de roepstem des Evangelies.

Ja, tegen de Kerk en daarom tegen Koningschap en Kapitaal, dat is het droeve beginsel. Werkt het door, dan brengt het ramp en leed.

Het »noch God noch meester" voert in de armen van de slavernij. Het verjagen van vorsten werd gevolgd door 't bukken onder de slaande ha.id der despoten.

Wie zijn volk liefheeft, zijn kinderen wil behoeden voor de weeën van Rusland, neemt het ter harte, hoe de Kerk den communist in den weg staat en maakt zich op, om als onze vaderen »steunende op den bijbeKv de vrijheid te verdedigen, kerk en godsdienst te beschermen, opdat liefde het cement zg «ener samenleving, die Gods ordinanuën erkent.

Daarin is alleen redding te vinden voor onze thans zoo diep kranke maatschappij.

Laten we niet gering schatten, wat tegenwoordig ons wordt toegeroepen. Veeleer zij de taal der vijandschap tegen de Kerk, planting van 's Heeren Hand, ons een ernstige roepstem, om te beantwoorden aan het > Vigilate et orate" onzer vaderen, het Waakt en bidt, want er is gevaar!

In de Eotteraamsche Kerkbode schrijft Ds. Landwehr over Kerkelijk conservatisme het volgende:

Het woord conservatief, dat vroeger van zoo groote beteekenis was op staatkundig terrein, wordt tegenwoordig ook op kerkelijk gebied vaak gebezigd.

Er is inderdaad een meer behoudende en een meer geavanceerde strooming in onze kerken, maar men moet hier niet overdrijven. Het is onze overtuiging, dat beide stroomingen zeer wei in eene bedding gehouden kunnen worden, als men de dingen maar goed onderscheidt. En dan beginne men met het woord „conservatief" goed op te vatten. Wanneer iemand onder conservatief verstaat, dat er duizenden zijn, die aan de waarheid, zooals die onder de leiding des Heiligen Geestes in Gods kerk tot ons gekomen is, vasthouden; die voor die beproefde waarheid strijden; die haar gaarne aan hunne kinderen achterlaten gelijk zij d e van de vaderen ontvangen hebben, dan willen wij wel zeggen: dan zijn wij ook conservatief. Wij willen behouden, wat in het goedertieren bestel des Heeren ons overgeleverd is, niet omdat het otid is, maar omdat het beproefd en echt is gebleken. Conservatief in dezen zm behooren alle ware christenen te zijn, dat is hetzelfde, wat de Heilige Schrift ons leert: „vraagt naar de oude paden", en wederom: „blijft in hetgeen gij geleerd hebt", en wederom: „strijdt voor het geloof eenmaal den heiligen overgeleverd". Hierin moeten allen, die de kerk des Heeren liefhebben, het eens zijn.

Als men echter onder conservatief verstaat, dat men bij het oude blijft enkel en alleen omdat het oud is; dat men geen acht slaat op de behoeften des tijds; dat men geen verbetering wil aanbrengen in het kerkelijke leven; dat men geen nadere for muleering van de waarheid bijzonder voor onzen tijd begeert — neen, dan zijn wij niet conservatief. Dan vreezen wij zelfs dat conservatisme. Het is in strijd met het leven. Het plaatst u ten laatste buiten het leven. In dat starre conservatisme dreigt de kerk een petrefact te worden.

Daarom ondersteunen wij elke poging, die onder biddend opzien tot God aangewend wordt, om tot aanvulling van onze schoone belijdenis te geraken, om aan de jeugd een leerboek, een catechismus te geven, die berekend is op de behoeften van onzen tijd, om onze liturgie meer in overeenstemming te brengen met wat het hart vraagt.

Het is noodig deze dingen eens duidelijk te zeggen. Naar aanleiding van enkele wenschen, die reeds zijn uitgesproken, willen wij ons, als het noodig blijkt, wel nader uitspreken. Alleen bedenke men, dat, wie iets goeds wil doen, niet beginnen moet met teveel te doen. Wie teveel wil doen, blijkt doorgaans zeer weinig te doen. Dat geldt ook voor het kerkelijk erf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's