GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT HET OOSTEN.

In en om Jeruzalem.

IV.

(Slot.)

De weg van Jeruzalem naar Jericho leidde over Betbanië en van dit dorp af werd hij zeer onveilig; Ook laat Jezus de geschiedenis van den baimhartigen Samaritaan daar plaats vinden (Lukas 10 : 30). De waarheid en werkelijkheid vaa deze geüjkenis in juist deze lijst, zijn verwonderUjk. De priesters en levieten moesten dikwijls langs dezen weg; wij weten uit den Talmud dat van de vierentwintig priesterorden er verscheidene te Jericho woonden. Ea wat het feit zelve betreft van een aanval door roovers, te midden der bergen die Betbanië vau den Jordaan scheidden, dit vond gedurig plaats. Onder het Romeinsche bewind, werd m de politie der wegen slecht voorzien, daar de Romeinen zich op de Joden verlieten om voor de veiligheid er van te zorgen, en de laatsten weder op de eersten. Zoöaoende werden de wegen door niemand bewaakt en Hieronymus zegt dat nog in zijn tijd de weg van Jeruzalem naar Jericho door honderden stiaatroovers verpest was.

Voor wij de onmiddellijke omstreken van Jeruzalem verlaten, herinneren wij dat Salomo drie groote verzamelplaatsen van water had laten maken, de eene boven de andere in de rotsen uitgehouwen. Men noemde ze „de vijvers van Salomo" en zij dienden om de turnen des konings in de nabijheid van water te voorzien. Die tuinen waren sinds lang verdwenen en de vijvers dienden voor nieis meer. Toen de Romeinen van Judea eene provincie maakten, wilden zij ze benuttigen en Pontius Pilaius liet eene waterleiding bouwen om hunne wateren naar Jeruzalem te leiden. Het daartoe benoodigde geld nam hij uit den tempelschat. Dit was beihg geld, de „Korban"; ook vergaven de Joden het hem nooit en deze berooviog was een der hoofdgrieven tegen zijn bestuur. Die vij/ers van Salomo bestaan nog, evenals de waterleiding.

De oostelijke helling van den Olijfberg verder afdalende, komen wij aan de oevers van de Jordaan waaraan Jericho ligt. Deze stad ten Noordoosten van Jeruzalem gelegen, was er slechts zes mijlen van verwijderd. Zij was en is nog een der verrukkelijkste plaatsen van Syrië, jozef us zegt van haar evenals van Galilea; het IS een goddelijk land". Nergens ter wereld waren t de palmboomen zoo talrijk of zoo schoon. Zij vormden een waar woud, de stad van alle zijden omringende (ze werd de „de Palmstad" genoemd, reeds m oude dagtn. Zie Deuterononium. 34 : 3 en de kantt. d.t.p.) zonder nog te gewagen van de tuinen en kweekerijen, wier aantal en rijkdom de bewondering der oudheid hebben gaande gemaakt (Jez. Sii-. 24 : 18). De Talmuds zeggen: de vlakte van Jericho is met koren bedekt". Gelijk de geheele Jordaanvaliei, heefc ook de vlakte van Jericho een tropisch klimaat en de stad, ver onder het waterpas der Middellandsche zee gelegen, geniet een altijd durende lente. Ais aanvangspunt van een heirbaan had zij een belangrijk belastingkantoor (Lukas 19:1 v. v.) Van Jericho den Jordaanstroom afwaards volgend, komen we te Engedi, eene bekooriyite oase ia de woestijn van Juda, beroemd om hare wijngaarden, waarin vooral de uit Cyprus overgeplante druif uitmuntte (Hooglied 1 : 14). Zij lag op veertig mijlen afstands van Jeruzalem, niet ver van de Doode Zee. Daar woonden in de eerste eeuw de Esseërs, geheel afgescheiden van de wereld, ware monniken in hun kloosters. De Doode Zee, ook de Zoutzee of Zee van Sodom genoendd, is ongeveer zestig mijlen lang en vijftien breed. Haar water heeft een afschuwelijken smaak en het soortelijk gewicht er van is zoo groot dat men, zonder te kunnen, er in blijft diijven. Geen visch kan er in leven, geen waterplant wordt er in gevonden; zij draagt haar naam met volle recht.

Naar de zijde van Jeruzalem opklimmend, vinden wij op zes mijlen afstands van deze plaats en drie voet boven haar gelegen, het dorp of siadje Bethlehem, de geboorteplaats des Heilands. Dit plaatsje heeit zeker, evenals Nazareth, het uitzicht behouden dat" het in de eerste eeuw had. Het vormt, even als Jeruzalem, eeii soort van „Schiereiland", aan de eene zijde zich aansluitend aan de omriogeüde bergen, en van alle andere zijde ontoegangkelijk. De poort ziet naar den kant van Jeruzalem uit; het is nog dezelfde die Jozef en Maria binnentrokken op den avond voor Jezus geboorte. De put, van oude tijden dagteekenend (2 Samuel-23 : 15) en aan de zijde er van, in het midden van een plein, was he middelpunt van het openbare leven. Eiken avond en morgen kwamen de inwoners hier te zamen ; de kudden door de herders geleid, kwamen er drinken, de jonge maagden kwamen er om water te putten voor het huisgezin. Ook de reizigers houden er stil, zij slaan er hunne tenten op, en bereiden er hunne maaltijd. Men vond in de nabijheid er van de karavanserai (in Luk. 2 : 7 herberg genoemd ? ): ene beschutte ruimte waar reizigers zonder tenten een onderdak konden vinden. De uithollingen in de rotsen om Bethlehem werden en worden een nachtelijke s: lling van het vee gebruikt en het is niet onmogelijk dat Jezus in zulk een stal geboren is. Naar mijne meening is echter die opvatting onjuist; op den Bijbel is ze niet gegrond, die nergens mededeeld dat de Heiland in een grot of stal het levenslicht zou hebben aanschouwd. Wanneer wij bedenken dat de oosterlingen, in de zomermaanden op reis zijnde, veeltijds in de openlucht onvernaehten, is het zeer waarschijnlijk dat Jozef en Maria ook hun leger aan de zijde van den put hebben opgeslagen, en Jezus' geboorte onder den blooten hemel heeft plaats gevonden, en zijne eerste sponde de drinkbak bij den put is geweest, die bestemd was om het opgehaalde water ten behoeve der kudden er in uit te storten.

De laatste stad in het Nieuwe Testament genoemd (Hand. 9:36—43) is Joppe, tegenwoordig Jiffa, bij de oude Hebreëa Jafo. 0ona 1 : 3.) Het was der Joden eenige zeehaven of liever zeestad; want er was geene haven en die kon er niet zijn, omdat de kust er om zoo te zeggen ongenaakbaar is. De schepen bleven in het ruime sop en de gemeenschap tusschen hen en het land vond plaats met kleine booten. Jaffa deed grooten dienst bij den bouw van den eersten en den tweeden tempel. (2 Kron. 2:16; Ezra 3 : 7).

Een andermaal wellicht over het nootden des lands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 november 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 november 1920

De Heraut | 4 Pagina's