GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 44

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

gereformeerde natuurwetenschappers buiten de vu

in 1901 toen ze een motie had ingediend om aan de vu te komen tot een leerstoel in een gecombineerde medische en wis- en natuurkundige faculteit voor ‘onze beginselen’. Toen in 1927 de plannen voor de instelling van de vierde faculteit aan de orde waren had de cvng zich echter van advies onthouden, aangezien er geen eenstemmigheid bestond bij de leden. De oprichting van de wis- en natuurkundige faculteit zou echter voor de cvng van grote betekenis blijken te zijn en er zou een sterke band ontstaan tussen de cvng en de nieuwe faculteit.74 De cvng was in 1896 opgericht en stelde zich ten doel, aldus artikel 1 van de statuten: ‘de natuur- en geneeskundige wetenschap in haar geheelen omvang te beoefenen bij het licht van Gods Woord en de toepassing van deze aldus beoefende wetenschappen op het sociale leven te bevorderen’.75 Ook binnen deze vereniging was veel gediscussieerd over de betekenis van het geloof voor de natuurwetenschap, over beginselen, over christelijke wetenschap en over de rol van filosofische bezinning voor de natuurwetenschappen. Ook hier was de uitkomst van de discussie, net als aan de vu, lange tijd niet eenduidig.76 Uiteindelijk ontstond er toch een zekere consensus over wat van de wetenschapsbeoefening ‘bij het licht van Gods Woord’ wel en niet moest worden verwacht. De vigerende visie in de jaren twintig komt naar voren in een lezing van cvng-lid en natuurkundige H. R. Woltjer, de al eerder genoemde zoon van J. Woltjer. Deze was in 1914 gepromoveerd aan de stedelijke universiteit bij Zeeman, een van de kopstukken van de Tweede Gouden Eeuw in de Nederlandse natuurkunde, op een proefschrift over Magnetische splitsing en temperatuur.77 Op 9 september 1926 sprak hij voor studenten van de natuurkundige sectie van het Gereformeerde Studentencongres. Hij sprak over ‘Natuurkunde en Natuurfilosofie’ en legde aan zijn gehoor de vraag voor ‘die bij vele gereformeerde natuurkundigen tijdens en na hun academische studiën telkens weer opkomt’ namelijk: ‘of er een verband bestaat tusschen natuurkunde en Christelijk geloof en zoo ja, welk’ en daarmee hield ook de vraag verband: ‘zou het onderwijs aan een Christelijke, aan een gereformeerde Universiteit principieel anders kunnen zijn dan wij thans ontvangen?’78 Het eerste deel van zijn betoog leidde tot de conclusie dat ‘de Bijbel over de juistheid van zuiver natuurkundige theorieën en

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's