125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 425

noten hoofdstuk 2 [3] kampen en de vu 1892-1902

424

1. Over de Vereniging van 1892 en de opleidingen zie men Van Gelderen, ‘Op weg naar de Vereniging van 17 juni 1892’, in: Wolthuis en Vree (red.), De Vereniging van 1892, 35-80. 2. Handelingen, 1891, Artikel 172, 173 en 184: De synode oordeelt ‘te moeten handhaven het beginsel dat de Kerk geroepen is eene eigene inrichting tot opleiding harer Leeraren te hebben, ten minste wat de godgeleerde vorming betreft’. 3. Acta, 1891, Artikel 22. 4. Zijn wetenschapsopvatting publiceerde Kuyper vooral in zijn Encyclopaedie. Tussen de start van de Vrije Universiteit en de verschijning daarvan liggen 14 jaar van nadere studie en bezinning. Anderzijds moge duidelijk zijn dat het Kuyper van meet af aan te doen is geweest om christelijke wetenschap. 5. Veel plaatsen kenden lange tijd een Gereformeerde Kerk A = (meestal) voormalig Christelijke Gereformeerde Kerk en een Gereformeerde Kerk B = (meestal) voormalig Nederduitsche Gereformeerde Kerk. A staat in het algemeen voor de kerken uit Afscheiding, B voor de kerken uit de Doleantie. Feitelijk verwijzen deze aanduidingen naar de ouderdom van de betreffende kerk. Voor tabellen zie men Wolthuis en Vree (red.), De Vereniging van 1892, 232237. 6. Deze periode is voor wat betreft het perspectief van Kuyper beschreven door J. Vree, ‘Hoe de citadel ontstond’, in: Augustijn en Vree, Abraham Kuyper, 200-242. Een helder overzicht vanuit het Kamper perspectief bieden H. Bouwman Onder veilige hoede. De theologische school te Kampen gedurende de jaren 18541924 (Kampen z.j.); J. D. Boerkoel e.a. (red.), Sola gratia. Schets van de geschiedenis en de werkzaamheid van de Theologische Hogeschool der Gereformeerde Kerken in Nederland, 1854-1954 (Kampen 1954) en W. de Graaf, Een monument der Afscheiding. De Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland 1854-1954 (Kampen 1955). Veel oorspronkelijk materiaal is samengebracht door J. H. Kok, Uit de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken in Nederland 1882-1892 en 1893-1902 (Kampen 1939). Belangrijke analyses zijn ook te vinden in R. H. Bremmer, Herman Bavinck en zijn tijdgenoten (Kampen 1966). Zie ook H. B. Weijland, ‘Geding om een “beding”. Over de structuur van de Vereniging van 1892’, dnk 15 (1992), no 36, 2-19. 7. Archief senaat, Notulen, 9 november 1883. 8. Zie Archief senaat, Notulen, 6 januari 1891. 9. Artikel 2 bepaalde dat de Vereeniging stond op ‘den grondslag der Gereformeerde beginselen.’ Ze erkende ‘mitsdien als grondslag voor het onderwijs in de Godgeleerdheid de drie Formulieren van eenigheid’. 10. Iets over de verhouding tussen de beide families blijkt uit de bijdrage van

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 424

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen