'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 42
Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU
een vierde faculteit aan de vu
stelling voor de achterban, die het nut van een medische faculteit vooral zag in de opleiding van eigen ‘christelijke dokters’. Het was nu, met ‘het angstig naderbij komen’ van ‘de fatale termijn’ van 5 december 1930, meer dan ooit noodzakelijk om met een systematisch plan te komen.66 Op de jaarvergadering van 1926 schetste Colijn nog maar eens de situatie: ‘Willen wij eenerzijds vasthouden aan het ideaal eener tot vijf faculteiten uitgroeiende Universiteit, aan den anderen kant moet ook worden bedacht, dat we aan ons volk geen offers mogen vragen voor doeleinden, die, naar menschelijk oordeel, onbereikbaar zijn.’67 In het najaar van 1926 werd er een commissie ingesteld die tot taak had uit te zoeken in welke richting de uitbreiding het beste kon plaatsvinden. Deze commissie kwam eind 1926 met een rapport waarin twee scenario’s in overweging werden gegeven. Plan 1 behelsde de oprichting in 1930 van een wis- en natuurkundige faculteit met de vakken wiskunde, natuurkunde en chemie met elk één hoogleraar; plan 2 behelsde een uitbouw van de medische faculteit, waarbij samenwerking zou moeten worden gezocht met andere universiteiten.68 Ter onderbouwing van plan 1 golden als argumenten dat er leraren konden worden opgeleid voor het middelbaar en gymnasiaal onderwijs, dat de grondslag werd gelegd voor de medische studie en dat de studenten van de nieuwe faculteit in de drie genoemde vakken daadwerkelijk examen zouden kunnen afleggen. Er zou f 300.000 nodig zijn voor de stichting en vanaf dat moment f 60.000 per jaar.69 Bespreking van de plannen door senaat, curatoren en directeuren, resulteerde uiteindelijk in de keus voor plan 1. Daaraan werden wel enkele voorwaarden verbonden: de medische faculteit, voor zover die nog bestond, zou in stand blijven. Bovendien werd door curatoren benadrukt dat men voor de hoogleraarposten op zoek moest naar mannen die de Gereformeerde beginselen ‘van ganscher harte’ zijn toegedaan en tenslotte dat de achterban met het plan zou instemmen.70 In het Jaarboek 1927 werd de achterban alvast warm gemaakt voor het nieuwe uitbreidingsplan, want de natuurkunde, de scheikunde en de wiskunde lagen wel ‘ietwat buiten de horizont van ons Gereformeerde volk’.71 Hiertoe verscheen er een artikel over ‘Het belang van een Wis- en Natuurkundige Faculteit’ en er werd aandacht gegeven aan ‘Enkele practische kwesties, en iets over de financieele zijde van het vraagstuk’.72 Op de buitengewone ledenvergadering van 7 juli 1927 te Arnhem
41
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's