GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 21

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

soevereiniteit in eigen kring

ke gerechtigheid beoefenen. Deze visie op staat en samenleving staat tegenover de leer van de staatssoevereiniteit en die van de volkssoevereiniteit.

20

De plannen voor de stichting van een vrije universiteit hadden in de loop van de jaren zeventig steeds vaster vorm gekregen en eind 1878 was daartoe genoemde vereniging opgericht. Deze vereniging had blijkens het eerste artikel van haar statuut tot doel ‘de oprichting en instandhouding van Scholen voor Hooger Onderwijs’.2 Daarbij stond zij blijkens Artikel 2 van haar statuten voor het onderwijs op de grondslag van de gereformeerde beginselen en ze erkende ‘mitsdien voor het onderwijs in de Godgeleerdheid de drie Formulieren van eenigheid’. Minstens eenmaal per jaar, zo bepaalde Artikel 5, was er een algemene ledenvergadering. Het bestuur van de vereniging (en de door haar op te richten universiteit) werd toevertrouwd aan een College van Directeuren.3 Dit college behartigde voornamelijk de materiële belangen van de vereniging en van de universiteit. Het bewaakte de kas en was eindverantwoordelijk voor benoeming en ontslag van alle personeel.4 De directeuren benoemden vijf curatoren, die verantwoordelijk waren voor de inhoudelijke kant van het onderwijs. Zo stelde dit College van Curatoren onder meer de voordracht van de te benoemen hoogleraren vast en was het eindverantwoordelijk voor de colleges.5 De faculteiten dienden dan ook jaarlijks hun voorstellen voor het komende leerjaar ter goedkeuring voor te leggen. Meer dan eens kwam daarop van de curatoren commentaar. Verder was er de senaat die bestond uit alle hoogleraren en, met adviserende stem, de curatoren. Dit college regelde allerlei praktische onderwijszaken en had bovendien een belangrijke stem in de voordracht bij hoogleraarsbenoemingen. De senaat was tevens verantwoordelijk voor het toezicht op de levenswandel van de studenten, in die tijd een zware taak. Tenslotte was er nog het faculteitsbestuur, dat samenviel met alle hoogleraren van een faculteit. Dit bestuur regelde de lopende zaken aan de faculteit, stelde het collegerooster samen en werd geraadpleegd bij benoemingen. Deze bestuursstructuur bleef in grote lijnen tot 1972 in stand. De Vrije Universiteit is lange tijd een kleine universiteit geweest. In 1892 telde ze acht hoogleraren, vijf directeuren en vijf curatoren. Bij elkaar achttien mensen of, zo men wil, achttien mannen. Er stonden

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's