125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 71

kampen onder druk

mee een beslist signaal afgaf in de richting van de afgescheidenen: ‘echte gereformeerden leiden hun predikanten op aan een universiteit.’

Bavinck: De School als seminarie bij de Vrije Universiteit 70

Over de opleidingen werd in 1892 afgesproken: ‘het thans bestaande blijft voorloopig van kracht.’15 Toch moest wel een en ander worden geregeld. Daartoe benoemde de nieuwe synode de hoogleraren Bavinck en Kuyper en de predikanten Van Goor (deputaat vu), L. Neijens (curator Kampen) en Van Schelven (curator vu) tot deputaat.16 Dit deputaatschap kwam in 1893 met een rapport, dat bekend zou worden onder de naam ‘concept-regeling’.17 Bavinck was de auteur. Na omstandig betoogd te hebben dat de Gereformeerde Kerken zich geen twee opleidingen konden permitteren en dat het handhaven van beide opleidingen de eenheid in de kerken niet zou bevorderen, deed Bavinck een poging de twee ‘onverzoenbare’ beginselen met elkaar te verzoenen. Enerzijds erkende hij het recht der kerk om een opleiding te verzorgen, anderzijds stond de theologie zijns inziens in verband met het geheel van onze kennis. Alle wetenschappen hebben de Heilige Schrift nodig en dus ook de voorlichting der theologie. Derhalve diende de theologie niet in een seminarie worden ondergebracht, maar aan een universiteit. Hij stelde daarom voor de school om te vormen tot een seminarie bij de theologische faculteit en zo het beste van de twee opleidingen te combineren: de universitaire omgeving en de kerkelijke betrokkenheid. De hoogleraren zouden een dubbele benoeming moeten krijgen: één vanwege de Vrije Universiteit, één vanwege de Gereformeerde Kerken. Reeds voor de synode begon was het stuk bekend en ondervond het van de zijde van Kampen veel kritiek.18 Aanhangers van Kampen waren daarom, zo wordt gesuggereerd, zeer sterk vertegenwoordigd ter synode.19 Het was daarmee al spoedig duidelijk dat dit rapport het niet zou halen. Verscheidene andere voorstellen haalden het evenmin en uiteindelijk stelde A. Littooy mede namens Kuyper, Bavinck en dertien anderen voor de concept-regeling terzijde te leggen, omdat deze naar het oordeel van te velen in strijd was met de eerder gemaakte afspraken. Het was een voorstel dat, zoals voorzitter J. van Andel het uit-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 70

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen