125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 324
de herstructurering van de studie
en kreeg iets sterker dan voorheen het geval was een oriënterend karakter. In diezelfde tijd kwam de sectie theologie van de Academische Raad met een voorstel tot studiehervorming.36 Een en ander is blijkbaar reden geweest voor de faculteit om op 18 en 19 september 1970 uitvoerig over de studiehervorming van gedachten te wisselen op een zogenaamd ‘kongres’. De conclusies en resoluties werden doorgezonden naar de bevoegde vu-organen.37 Deze behelsden deels een pleidooi voor een grotere invloed van de menswetenschappen binnen het curriculum, mede vanwege de moeilijkheid om wat in de studie aan de orde komt ‘te vertalen’ naar de praktijk. Daarnaast bepleitten de godgeleerden een zesjarige studie, waarbij het doctoraal examen de afsluiting diende te vormen. Curatoren prezen het in de houding van de faculteit dat deze een eigen route voorstelde, die (gedeeltelijk) afweek van de voorstellen van de Academische Raad. Wel vroegen zij zich af of er bij de voorgestelde opzet van de studie niet een te grote nadruk kwam te liggen op de sociale wetenschappen.38 Dit thema kwam ook aan de orde toen Kwast en Zielhuis verslag deden van het congres.39 ‘Het kongres heeft zich opmerkelijk positief opgesteld. Het wil duidelijk een theologische faculteit en geen vermenging met de sociologie’. Na het verslag van Kwast en Zielhuis verschenen enkele vertegenwoordigers van de faculteit ter vergadering om over een en ander van gedachten te wisselen.40 Tenslotte kon de faculteit niet zonder nader overleg met de kerkelijke organen haar studieprogram wijzigen. D. C. Mulder gaf inzicht in de stand van zaken. Langzamerhand begon de nieuwe studieopzet gestalte te krijgen. Hoewel deputaten vragen hadden, was de ontvangst van het nieuwe programma welwillend. Rietveld achtte het beter aansluiten op het arbeidsveld dan het bestaande programma, en door de specialisatie-mogelijkheden deed het programma meer recht aan de individuele mogelijkheden van de studenten. Op 22 januari 1971 vond er een vergadering plaats van deputaten met de curatoren van Kampen.41 In Kampen speelden dezelfde vragen en partijen hadden er belang bij gezamenlijk op te trekken. J. Donner, lid van het bestuur van de Johannes Calvijnstichting (en oud-curator vu) zette gelijk de toon toen hij stelde dat het gevaarlijk was om zich zonder meer aan te sluiten bij motieven voor de herstructurering van het theologisch onderwijs aan de rijksuniversiteiten. De vergadering meende dat de zaak ‘in volkomen eigen vrijheid en verantwoordelijk-
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 323
323
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's