GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 151

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 151

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuwe benoemingen

150

lag, waarin hij directeuren verzocht om spoed bij de vervulling van de vacature, omdat hij na de zomer de colleges van Bavinck niet langer zou kunnen waarnemen, was het pleit beslecht.105 De burgemeester van Amsterdam W. de Vlugt, sedert 1921 directeur, had aarzelingen bij de geringe informatie die directeuren ter beschikking stond. Hij verwees naar de situatie aan de gemeentelijke universiteit, waarin benoemingsvoorstellen veel uitgebreider waren. De meerderheid was echter van mening dat dit bezwaar was ondervangen door de toelichting van Van Schelven en voorzitter J. H. de Waal Malefijt wilde niet wachten tot na de zomer. Aldus werd besloten Hepp tot opvolger van Bavinck te benoemen.106 Zonder strubbelingen en aarzelingen was het benoemingsproces niet verlopen. Achteraf gezien waren de aarzelingen bij zijn benoeming niet ten onrechte. Hepp stond sterk onder invloed van A. Kuyper, die voor hem een reformator van de eerste orde was, een kerkvader, groter dan de Zwitserse theoloog K. Barth.107 Dit betekende niet zonder meer een herhaling van diens theologie. Hepps dissertatie was een poging de kentheorie die ten grondslag lag aan Kuypers theologie in rapport te brengen met recente wijsgerige inzichten.108 Ook later zou hij trachten bij te dragen aan een verdere ontwikkeling van de gereformeerde theologie. Zijn promotie betekende het begin van een snelle opgang in de gereformeerde wereld. ‘Hij werd een bekend predikant, publiceerde preken en trad geregeld als spreker op’.109 Zijn positie had iets bemiddelends. Enerzijds had hij een goede neus voor de actualiteit. Hij schreef een brochure over De waarde van het dogma, waarin hij aangaf dat er een nieuwe bloeitijd voor de dogmatiek voor de deur stond, hij hield lezingen over de antichrist en vroeg aandacht voor het ondergangsdenken van Oswald Spengler. Aan de andere kant wees hij telkens op de waarde van de gereformeerde traditie. Achteraf is duidelijk dat de vragen waar hij over sprak niet zijn eigen vragen waren. Hijzelf stelde andere vragen. ‘De kernvraag van de gereformeerde godgeleerdheid’, zo citeert Harinck Hepp, ‘is deze: wie is God in Zichzelf. Daarin verschilde zij van andere confessioneele theologieën, waarvoor het de kardinale vraag was: wie is God voor de mensch?’110 Deze zucht tot objectiveren zou op den duur leiden tot vervreemding tussen Hepp en zijn medemensen. Maar vooralsnog maakte hij een evenwichtige, afgewogen indruk. Mede om die reden werd hij in 1920 gevraagd als redacteur van De Reformatie, het nieuw

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 150

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 151

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's