GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 161

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 161

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wederopbouw en toekomstplannen. de jaren 1945-1965

160

dige en geneeskundige wetenschappen in de samenleving, de meeste aandacht zullen vragen.’84 Ook in Sizoo’s eigen bezigheden is deze verschuiving waar te nemen en zijn aandacht verschoof enigszins van filosofische naar ethische problematiek. In de jaren dertig had hij keer op keer het belang van zuiver wetenschappelijk onderzoek benadrukt – naast het toegepaste onderzoek. Na de oorlog legde hij het accent meer bij het nut en de invloed van de natuurwetenschap in de maatschappij. In dat kader zag hij ook zijn werkzaamheden voor rvo-tno, omdat ‘een natuuronderzoeker, niet ondanks, maar juist uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid voor de samenleving, op het gebied van de defensieresearch werkzaam kan zijn’.85 Het instandhouden van een verdedigingssysteem, inclusief atoomwapens, voor het bewaren van de vrede ‘onder omstandigheden waar God die mogelijkheid nog biedt’, zag Sizoo dan ook als een morele plicht.86 Ook de nieuwe stafleden hielden zich in meerdere of mindere mate met de relatie tussen geloof en wetenschap bezig. Vooral Jonker was sterk bij het onderwerp betrokken. Hij had in zijn inaugurele rede, ‘Werkelijkheid, waarneming en theorie in de natuurkunde’ een kritische bespreking gegeven van de logisch-positivistische wetenschapsopvatting.87 Ook hield hij in 1955 een interfacultaire voordracht onder de titel ‘De grenzen der natuurkunde’. Daarin betoogde hij dat door sommigen de grenzen der natuurkunde te nauw werden getrokken – zodat alleen ‘de proeven en theorieën’ binnen de natuurkunde vallen – waaruit dan vervolgens werd geconcludeerd ‘dat er geen enkele reden is voor het bestaan van de Wis- en Natuurkundige faculteit aan de Vrije Universiteit. De proeven geven immers precies hetzelfde resultaat en de theorieën worden in gelijke vorm gedoceerd.’88 Volgens Jonker moesten echter ook vragen met betrekking tot de interpretatie van de theorie: de relatie tot de waarneming, de realiteit van wetenschappelijke theorieën en de door ons waargenomen orde in de natuur, tot de natuurkunde gerekend worden: ‘ieder die natuurkunde studeert [zal] zich met een deel van deze vragen moeten bezighouden en dan wel ondervinden dat hij in de aangegeven richting al verder in de filosofie terecht komt, waarbij hij hopelijk noch zijn geduld noch de goede weg zal kwijtraken’.89 De grenzen moesten dus niet te nauw worden getrokken, maar waar lagen ze dan wel? Zijn er zulke grenzen met betrekking tot de tijd, of afmeting? Jonker betoogde dat het vanuit natuurwetenschappelijk oogpunt niet mogelijk is te spreken van een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 161

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's