125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 435

noten hoofdstuk 4

434

van dezelfde ‘Petrus Biesterveld, praktisch theoloog’, jggkn 5 (1991) 57-77. 47. Het object der ambtelijke vakken (Wageningen 1902). 48. P. Biesterveld, Het huisbezoek (Kampen 1900) en P. Biesterveld, J. van Lonkhuijzen en R. J. W. Rudolph, Het diaconaat. Handboek ten dienste der diaconieën (Hilversum 1907). 49. Zie over zijn nieuwtestamentische arbeid J. S. Vos, ‘Het einde van de gereformeerde exegese. Balans van honderd jaar uitleg van het Nieuwe Testament’, in: Stoker en Van der Sar, Theologie op de drempel, 88-135, aldaar 92. 50. De jongste methode voor de verklaring van het Nieuwe Testament (Kampen 1905) en De brief van Paulus aan de Colossensen verklaard (Kampen 1908). 51. F. W. Grosheide, De verwachting der toekomst van Jezus Christus. Exegetische studie (Amsterdam 1907). Overigens meent Nauta, ‘Frederik Willem Grosheide Amsterdam 25 november 1881 – Amsterdam 5 maart 1972’, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1974-1975, 58-64, aldaar 59, dat Bavinck niet minder dan Biesterveld Grosheide bij zijn studie begeleid heeft. 52. Het principium theologiae in zijne beteekenis voor de archaeologia sacra (Wageningen 1904) en Israëlitische oudheidkunde en archaeologia sacra (Wageningen 1905). 53. Zie hierover onder meer Veenhof, ‘Honderd jaar theologie’, in: Van Os en Wieringa, Rekenschap en wetenschap, 68-70. 54. Het principium theologiae, 21-22. 55. Het principium theologiae, 22. 56. Israëlitische oudheidkunde en archaeologia sacra, 17. 57. hdc, Archief Van Gelderen, doos 14, Mémoires, no 2, 25-38 (opgetekend 28/29 maart 1917). Hij beschrijft het als een bekering. Deze vond plaats op maandag 19 maart 1906 na een gesprek met de hervormde ds. P. J. van Melle over Genesis 22: 2 en de bestudering van O. Procksch, Das Nordhebraïsche Sagenbuch: die Elohimquelle (Leipzig 1906). ‘Ik voelde, dat zulke boeken als van Procksch mij niet innerlijk onaangeroerd lieten’. Deze memoires bestaan uit vier schriftjes. 58. Zie hierover het volgende hoofdstuk. 59. Direct na het overlijden van Biesterveld schijnt men reeds aan hem gedacht te hebben, maar men achtte hem toen nog te jong. Zie Nauta, ‘Frederik Willem Grosheide’, Jaarboek mnl, 1974-1975, 59. Zie hierover verder §3 van dit hoofdstuk. 60. Nieuw-testamentische exegese (Amsterdam 1913). 61. Een bibliografie verscheen in N. J. Hommes e.a., Arcana Revelata. Een bundel nieuw-testamentische studiën (Kampen 1951). 62. De beteekenis van het Gereformeerde beginsel voor de ambtelijke vakken (Amsterdam 1912).

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 434

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen