GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 41

Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4:; ) Men zal mij tegenwerpen, dat de vaak zoo dorre arbeid der Alexandrijnsche geleerden toch alles behalve een bewijs hiervoor is, en dat ik dus minstens niet van eenzijdigheid ben vrij te pleiten. Mijn antwoord is, dat in de eerste plaats, de Alexandrijnsche bibliothecarissen nog niet het Hellenisme vertegenwoordigen, en dat voorts wel onderscheiden moet worden tusschen het Hellenisme als richting in de litteratuur en het Hellenisme als cultuurvorm; de nadruk valt hier buitendien op den zin voor het uitwendige. Dat men overigens het Hellenisme onrecht doet, wanneer men het eenvoudig beschouwt als eene ontaarding van de klassieke cultuur, gelijk vroeger dikwerf placht te geschieden, geef ik gaarne toe: het heeft wel degelijk eigen beginsel en eigen aard: de uitbreiding der Helleensche beschaving over het Oosten deed, gelijk van zelf spreekt, haren terugslag op die beschaving gevoelen. Eene dergelijke beschouwing wordt trouwens door geen deskundige meer gedeeld. Vgl. K A E R S T , Gesch. des Hell. Zeitalters. I (1901), Vorwort; L E N S C H A U bij K R O L L , Die Altertumswissenschaft im letzten Vierteljahrhundert. Leipzig. 1905. pagg. 166 sqq., 183; zeer kras B L O C H bij denzelfde, pag. 463: »steht ja doch die ganze Altertumswissenschaft jetzt stark unter dem Zeichen des Hellenismus und des Byzantinismus." Wat ik betoogen wil, is slechts dit, dat het beginsel, dat in het Hellenisme tot openbaring komt, zich aansluit niet aan de diepere, religieus-philosophische strooming, maar aan die, welke het uitwendige leven der Grieken beheerscht. 18

) V g l . inzonderheid de inleiding van den Protagoras, cap. I—VIII; zoo b.v. pag. 315 A : TOVTWV Sè oï STITSSV yxoAoóSoi» iirx^oxjovTug rwv XsyQfiévuv, vb fièv TOÄÜ t;é>ot êCpxivoi/To, oüg xysi t £ IV.X(ÏTUV TÜV T6KSUV 19

;

b Tlpurxyópxg, &v dtsgépxurxt, xyKüv ry (poovy ürnrsp Op(psóg, ol $è X.XTX TVJV (puvijv IxovTxi XEx.yAyfxéi/01' x. T. A. ) Cf. P L A I ' O N . Protag. p. 343 A . : . . . xai KxrxfxxSoi xv rig XÜTQV (d. i. van de 7 wijzen) troCp'txv TotxÜTyv OIKTXV, pyj/xxTx ßpxy^ex xgiopu/yfióvsvTX èv.x7Tw tlpyjfiévx* x *OÖTOI Ax\ KOlVjj guvstöóvTsg xirxpyj/^ r-^g o~o(pixg <ivé§S(Txv TQ 'AT^AAOJW sig TOV VSÜV TQV iv AsACpoïg, ypxif/xvmg TXCTX, £ $v irxi/Tsg vfivovGi, yv&St ITXUTÖV XXÏ fx^en xyxv. x. r. A . Alcib. I. p. 124 A sq.: TstSopLsvog é/xoi re axt T& èv AsA(polg ypx/x,

20

t

(TXVTÓV, x. T. A.

fXXTl, yVüSl

Kxï ó ILuv.pxTyg- E/ré [xoi, £(py, u Eö$óS^fxs, slg AsA(poug 2è fjäij TTÜTOTS xtyixou; — Kai Sig ys i/y A/a, ÏCpy. — Kxréfxx^sg oLv wpbg r ü vxw irov ysypx/xpiévov T'O TVÜSI O~XVT6>; — "Etyuye. — XENOPH.

Memor. IV, 2, 24:

x. r. A. Door L A Ë R I " . D I O G . I, 40 worden de woorden aan Thales toegeschreven; door anderen aan anderen. Vgl. SCHMIDT, Eth. d. alt. G r . , I, pag. 377. Over hunne beteekenis vgl. behalve hetgeen S O K R A T E S bij XENOPHON

1. 1. er

over

zegt, o. a. S C H M I D T , O. 1. II,

pagg. 395

sqq.,

W I L L M A N N , Gesch. des Idealismus, I, pag. 248. Ter verduidelijking van de strekking van mijn betoog, wijs ik er op, dat ze niet als op zichzelf staande moeten beschouwd worden, maar wel degelijk in verband eensdeels met wat W I L L M A N N noemt »den apollinischen Glaubenskreis," andererzijds met de Orphische mystiek. Vgl. W I L L M . , pagg. 19,

245,

248;

GRUPPE,

Mythol. II,

2, pag.

1020.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904

Inaugurele redes | 69 Pagina's

Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904

Inaugurele redes | 69 Pagina's