GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Marnix' Byencorf - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marnix' Byencorf - pagina 21

Openbare les gehouden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

19

als overgangstijd zoo gewichtig, begon pas laat de aandacht der taalgeleerden te trekken. 74) lIL

Een der voornaamste vragen in de literatuurgeschiedenis betreft altijd de oorspronkelijkheid. Vooral wij Nederlanders zien scherp toe; meermalen werd vreemde oorsprong verondersteld, zoo lang het tegendeel niet bewezen scheen. Er is ook zoo veel vreemde invloed op onze letteren. Reeds Willem de Clercq schreef er een mooi boek over. In ouden tijd vooral - hier en elders - nam men zijn goed, waar men het vond. De hoofdvraag is dan maar: Wat mààkten zij er van? Evenwel blijft de kennis van bronnen en voorbeelden onmisbaar voor inzicht in den ontwikkelingsgang der kunst. Voor den Byencorf lag de vraag al zeer voor de hand: reeds in 1599 had de Jezuiet David beweerd: "Het is een oprecht rapsodillm, ende ghespuys, van alle lasteringhen ende gheckernijen bij een geschrapt: uit Rablaix ... Erasmus . .. MachiavelIe ... Lucianus ... Ende oock, oft meest, wt de Franchoyse Apologie van Herri Estienne pOllr Herodote. Ende soo voorts wt alle eerloose, herseloose ende goddeloose schrijvers ... ende voor het archste wt de allerbooste keftersche vijanden Oodts ende zijnder H. Kercke . . . . Ende dat ghijt wt su1cke voornoemde gheseflen ghenomen, ontleent ende van langher handt vergadert hebt, dat betllyghen de stucken, den stijl ende deselve woorden, van alle we1cke men bijna elck het zijne soude connen aenwijsen waert daftet noodt dede: soo ghij best weet, die U van joncks in slllcke vrorhe schrijveren zeer geoeffent hebt: getuyghen deghene, die met U in Loven ghestudeert hebben". 75) Het is meer geciteerd, maar nooit ten volle gebruikt, en soms verkeerd samengetrokken. Twee dingen wil ik dadelijk constateeren : dat David zichzelf tegenspreekt: de Apologie pour Herodote verscheen 1566, op 't eind van 't jaar; 76) vanlangher handt kan Marnix het dus niet meest daaruit bijeengeschrapt hebben, laat staan zich daarin al in 1554 te Leuven geoefend. 77)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918

Inaugurele redes | 92 Pagina's

Marnix' Byencorf - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918

Inaugurele redes | 92 Pagina's