GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 27

Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

25

maar de werking dezer beheerschende, collectieve machten in het partieele is moeilijk zichtbaar. Het geïsoleerde woord, als meest reëel, althans meest grijpbaar taalelement, schijnt telkens aan een eigen gang van ontwikkeling onderworpen. De kennende subjectiviteit bekoopt de transparantie en de exacte bepaalbaarheid van het geïsoleerde met de machteloosheid om tegelijk het alomvattende in rekening te brengen en zoo is de blik met noodwendigheid gericht naar een zijde. Tegenover het historische taalgebeuren is het kennisnemend subject vervuld met een bewogenheid die niet logisch is. Men zou deze "sympathie" in den oorspronkelijken zin van het woord kunnen noemen. Deze houding der bewogenheid zien wij als echt, constitutief kennen en we gaan er enkele bijzondere nuanceeringen van na. Voor het gezichtspunt der reductie op het onpersoonlijke is er slechts verandering. Het eenlijnig voortschrijden van den tijd is in een formule vastlegbaar. Alles wat gebeurt, geschiedt binnen dit schema. Maar niets wordt er uit geboren, geen enhele inhoud wordt er uit verstaanbaar en daarom is deze kenvorm er een van slechte objectiviteit. Juist omdat alles erin mogelijk is, zien wij er niets. In de beziening van dien historischen gang schouwen wij zelden voorspellend voorwaarts, maar meestal achterwaarts, en met bijzonderen aandrang terug naar de grenzen van het historisch gegevene. Het verwijlen bij het oer-oude is een phenomeen van bijzondere qualiteit. Achter het uiterste dat zichtbaar wordt wenkt de openbaring van datgene wat aan deze zijde der grenzen niet gevonden werd. Deze belangstelling wordt nog gevoed door de convergentieverschijnselen. De statische systematiek beheerscht wel een menigvuldigheid, maar ze weet er verder logisch geen raad mee. In het historisch perspectief opent zich het uitzicht op gemeenschappelijken oorsprong van wat empirisch wel trekken van overeenkomst toont, maar niet gelijk is. De gereconstrueerde of oOR reëel aanwijsbare grondvorm van wat zich in een taalgroep differentieert is als 't ware de oorsprongswet die de ontplooiing mogelijk maakte. In de indogermaansche groep, dit proefveld van alle historisch-ver:;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924

Inaugurele redes | 44 Pagina's

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924

Inaugurele redes | 44 Pagina's