De Nederlandsche Gereformeerden en het Independentisme in de zeventiende eeuw - pagina 27
SAMENVATTENDE BESCHOUWINGEN
31
zich blijkbaar van een bepaalde tegenstelling tusschen hen beiden bewust te zijn. Niet alleen Spanheim heeft dit gedaan, doch, wat in dit verband veel meer zegt, ook van Hoornbeek, één van Voetius' medestanders, kan hetzelfde worden ge tuigd. Op menige bladzijde in de „Summa controversiarum" ontmoeten wij beider namen vlak naast elkander; en toch is er bij Hoornbeek niet de geringste aanduiding, dat hij tusschen hun beschouwingen een of andere contradictie heeft opge merkt. In de derde plaats wil ik hier nog een getuigenis van Maresius aan toevoegen. Maresius ging onder de Gereformeer den in ons land in het pleiten voor de macht en het gezag der ambtsdragers misschien wel het verst. Hij was er, blijkens zijn eigen uitlating, niettemin van overtuigd, in de bestrijding van het Independentisme Voetius vrijwel geheel aan zijn zijde te vinden. Dit getuigenis is hierom van groote waarde, om dat wij mogen aannemen, dat Maresius, indien hij slechts een schijn van recht had ontdekt om Voetius van Independentistische smetten te beschuldigen, zich deze kans stellig niet had laten ontgaan. Op grond van dit alles gaat het niet aan, om tusschen Voetius en Apollonius een bepaalde tegenstelling te construeeren. Hoogstens zou men kunnen spreken van een ver schil in accentlegging. En dit onderscheid zal dan weer in hoofdzaak zijn te verklaren uit den uiteenloopenden opzet hunner geschriften. Apollonius, wien het vooral te doen was om een bestrijding der Independentistische gevoelens, moest vanzelf de door dezen veronachtzaamde waarheden in het volle licht plaatsen. Hetgeen tusschen Gereformeerden en Congregationalisten in confesso was, kon hij gevoeglijk laten rus ten. Niet aldus Voetius. Hij stelde met zijn disputaties zich niet uitsluitend de bestrijding van het Independentisme ten doel. De onderwerpen, welke hij in zijn disputaties behandel de, moest hij van meer dan één kant bespreken. Als deze verschillende opzet hunner geschriften slechts in het oog ge71
72
7 3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936
Inaugurele redes | 61 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936
Inaugurele redes | 61 Pagina's