Verslag aan de Algemeene Vergadering over het jaar 1881 - pagina 11

9 „Intusschen vloeide uit deze veelzeggende beslissing een andere niet minder gewichtige voort. Gold het voor den Staat als regel: een jurist studeert n e g e n jaar, en van die negen zes op het gymnasium en d r i e aan de hoogeschool, dan zou dit, bleven we diploma van eindexamen eischen, bij ons worden zes jaren op het gymnasium en nog vijf jaren aan de hoogeschool bovendien. Dus elf jaren saam. Een studieverlenging, die, hoe wenst;helijk ook op zich zelf, toch de grenzen van het redelijke overschreed. Indien een einddiploma aan de Staatsschool de propaedeuse als afgeloopen beschouwt, ging het toch niet aan, den alsdan volleerden propaedeuticus nogmaals twee jaren in de zelfde studie te laten doorbrengen. Dit Avare tijd- on geldverspilling, erger nog bederf van karakter en studie geweest. Zoo zagen we ons dan gedwongen zelf een ad missie-examen in te voeren, waarvan de eischen misschien te hoog, zelcei' niet te laag gesteld zijn; en zullen we, voortgaande op denzelfden weg, eerlang ons misschien genoopt zien overgangsbewijzen uit de 5e naar 6e klasse van het gymnasium als diploma te erkennen, overmits ook zoo nog voor het ééne ïaar minder „twee jaar m e e r " in de plaats treedt. „Ver van de Staatsi'uif, „in ons eigen weidje grazend," mochten Ave uiteraard geen voorkeur aan Staatsgymnasiën boven vrije gymnasiën geven. Dit gaf aanleiding tot een contractuöele regeling met het gymnasium te Zetten, waarbij dit op voet van gelijkheid met overige gymnasiën trad, en evenzoo tot een vooiioopig erkennen van het Kaapsche matriculation-diploma, Avaarvan het examen-program ons Avas voorgelegd. „Last not least, is ook de standaard voor het propraedeutisch examen zoo van toekomstige theologen als juristen vastgesteld: de omvang bepaald voor het candidaats- en doctoraal examen in de godgeleerdheid; en aan Z. M. regeering is mededeeling geschied van een ampliatie van ons Selioolreglement, waarbij het recht tot verleenen van doctorale graden aan den Senaat is toegekend". In den loop van 1881 zijn vele nog vacante districten van cori'espondenten kunnen voorzien Avcrden, ook ten gevolge van persoonlijk bezoek van een afgevaardigde der „Commissie tot vermeerdering". Diens bezoek en opwekkend Avoord l^eeft op ondei-scheidene plaatsen den ijver aangCAvakkerd en de Vrije Universiteit meer bekend gemaakt. Naar Avij vernamen, zijn ook onderscheidon correspondenten en predikanten in daai'toe belegde samenkomsten met vrucht hiei'toe Averkzaain geweest. Hier en daar zijn ook reeds de noodigc agenten dooi'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen