Jaarboek 1933 - pagina 21

19 van de wetenschap Christus' Koniagscihap eeren willen, slechts bij hel licht van Gods Woord werken willen en onze studéerende jeiigid, ook voor de toekomst, in de waarheid willen opvoeden. We kunnen met enkele plaatsen aan de Rijks- of Stadsuniversiteiten onze roeping niet verivullen. Daarom ex naast en er tegen bouwen, zelfstandig en vrij. We hebben veel dankensstof als we terugzien op den geleverd:en arbeid, op den zegen. Maar ook niet weinig biddensstof. We moeten onze Vrije Universiteit den Heere opdragen, onze werken v\^entelen op den Heeie, opdat wij. leven mogen uit diep besef onzer roeping, opdat wij hebben en ho'uden mogen onze vrijiheid, opdat wij werken mogen in het geloof, opdat wiji door persoonlijke vroomheid oaize arbeid mogen aanbevelen, opdat wij het ideaal mogen nastreven en bereiken dat de V.ü. van en voor de geheele Gereformeerde gezindlieid zijl, en opdat onze arbeid in liefde verricht worde. Na het zingen van het 10e vers van bet Gebed des Heeren droeg Spxeker in een vurig geibed 'de nooden en behoeften van de Vrije Universiteit aan den troon der genade op. Met het zingen van Gez. 96 werd de pleahtigheid besloten. De hegroetingssamenkomst. Na den bidstond vond op „Den Burcht" een bijeenkomst plaatsi, waar de velen, idie van buiten gekomen waren, dank ziji 'de goede zoigen van de Regelinigsoommissie, gelegenheid vonden elkander te ontmoeten. Even naidat men zich groepsgewijze gezellig aan de talrijke tafeltjes had geschaard; zette de muziek bet Wilhelmus in, waarvan twee coupletten staanide werden gezongen. De secretaris van de Reigelingscommissie, de iieer G. de Jong Eizn., zwaaide de sceptex en by deed dat met meesterlijke gebaren, zoodat Dr. H. Colijn op een gegeven moment op het platvorm van den 'directeur van de Leidsche Ghr. Harmomevereeniging, welke ide avond met muziek opluisterde, kwam te staan en vertelde, dat hij door den heer De Jong was opgecommandeerd om te spreken, aan welk commando bij als oudsoldaat dadelijk gevolg had gegeven. Spreker herinnerde aian het woord van Ds. Thomas, dat de Vrije Universiteit niiet een gave van ons is, die wij aan God hefbben gegeven, maar een gave Gods, die Hiji ons heeft geschonken. Wij hebben al onze kracthten in te spannen, om ons dezo gave waardig te maken. Deze avond is bijzonder geschikt om elkaar daartoe op te wekken. Ieder van ons heeft ten opzichte van de Vrije Universiteit een taak te vervullen. Als President-Directeur, waartoe gij miJ! zelf gekozen hebt, aldus Spreker, neem ik thans h'et commando oiver en ik beveel u', van deze plaats slechts heen te gaan in het hesef, dat gij' een taak hebt te vervullen ten opzichte van 'de Vrije Universiteit, zoodat zijl haar werk tot heil van ons volk krachtig kan voortzetteii. Een oogeniblik later, toen het applaus op Dr. Golijm's rede nauwelijks was weggestorven, zweeg het geroezemoes opnieuw voor de stem van Mr. H. Bijleve'ld, die in een kernachtige rede de huidi.ge criitiek op 'de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen