1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 101

91 Hieruit volgt, dat bij eene planeet, die nog bezig is zich te vormen, de omwentelingsas loodrecht staat op het vlak harer loopbaan, en dat deze loodrechte stand misschien eerst in den loop der eeuwen zal gewijzigd worden. „Ik beken openhartig", voegt Kant hierbij, „dat dit deel van mijn stelsel, 't welk over den stand van de assen der planeten handelt, nog onvolkomen is, en verre ervan verwijderd om aan eene geometrische berekening onderworpen te worden". De verklaring van den oorsprong der ringen van Saturnus is voor onzen wijsgeer slechts kinderspel. Alleen de aswenteling dezer planeet, zegt hij, is voldoende om het geheele geheim duidelijk te maken. De dampen, die van Saturnus opstegen, bezaten en behielden dezelfde beweging van het W. naar het O., die de planeet zelve ook bezat, en deze beweging was blijkbaar het snelst bij die deeltjes, die in de aequatoriale streken der planeet opstegen. Nu konden slechts die deeltjes, die een bepaald soortelijk gewicht bezaten en een bepaalden afstand van Saturnus hadden, voortgaan zich in cirkels te bewegen ; de overige partikels verwijderden zich uit de sfeer der planeet of vielen er door de aantrekkingskracht weer op terug. De bezijden den aequator opstijgende deeltjes hoopten zich langzamerhand op in het vlak van den aequator der planeet, en zoo ontstond er eene in het vlak van den evenaar zich bewegende schijf van deeltjes, die echter ten slotte den vorm aannamen van een ring, welks buitenste rand bepaald werd door de werking der zonnestralen, en waarvan de binnenste rand bepaald werd door de omwentelingssnelheid van Saturnus onder haren aequator in verband met de aantrekkingskracht. Want daar, waar de snelheid met de attractie evenwicht maakt, heeft men den kleinsten afstand, waarop de uit Saturnus opgestegen deeltjes ten gevolge van de door de aswenteling veroorzaakte beweging cirkels kunnen beschrijven. Bij deze verklaring beschouwt Kant de planeet Saturnus als eene soort van staartster, die eene vrij groote excentriciteit bezit en eene komeetachtige atmosfeer heeft afgezonderd en voegt er dan bij: „wat Saturnus wedervaren is, dat zou eveneens geregeld moeten geschieden aan iedere komeet met eene voldoende aswenteling, wanneer zij in eene bestendige hoogte geplaatst werd, waar haar lichaam langzamerhand kon afkoelen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen