1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 141

133 over het hooren van eigen gedachten te berde, waar dit immers geschiedt door corticale en subcorticale actie. We hebben het licht doen vallen op het verschil tusschen de functioneele neurosen en de paranoia; over het mechanisme van de functioneele neurosen is echter nog niet voldoende gezegd. We zazen reeds hoe het angstgevoel ook voorkomend bij de functioneele neurosen, een vasomotorische ontstaansoorzaak heeft; echter wijt Meynert het onstaan der functioneele neurosen voor een groot deel aan vasomotorische afwijkingen. Hij wijst op de hyperaesthesie, waarin de subcorticale organen verkeeren, en dus moeten dan ook de vaatcentra in geprikkelden toestand zijn. Vele verschijnselen als: globus, singultus, schreeuwkramp zijn van deze prikkelingstoestand der subcorticale centra af te leiden. Andere verschijnselen als: verlammingen, gezichtsveld beperkingen, berusten op vasomotorische afwijkingen. Meynert meent, dat deze verlammingen enz. alleen voorkomen bij angstige patiënten. Dit wijst dus op prikkeling van het vaateentrum; verder zien we bij de hemiplegien zelden, dat de tong en de facialis verlamd zijn, het zijn hemiplegien gepaard gaande met hemianaesthesie van eene lichaamshelft, van de slijmhuid van het hoofd, reukeloosheid, blindheid enz. Gaan we deze symptomen na zoo berusten deze op laesie van de capsula interna nl. het achterste deel, verder van de tractus opticus en ammonshoorn ; deze hersengedeelten worden arterieel verzorgd door de arteria chorioidea. Kramp van deze arterie zou dus de genoemde symptomen kunnen verklaren. Dat de bloedsomloop een groote rol speelt weten we, zegt Meynert; Mosso en Buckhardt immers zagen verandering in de turgor van het cerebrum bij de zoogenaamde pulsatorische- golf (sistole en diastole van het cor), respiratorische golf (door zuiging en persing van de thorax bij de ademhaling), en de vaatgclf (twee tot zeven maal vertoont het cerebrum een collaps gedurende de arteriesistole en een turgor tijdens de art. diastole. Door beide genoemde onderzoekers is deze inzinking en verheffing van het cerebrum gezien ; door Schift'werd de bedoelde arterievernauwing geconstateerd aan het konijnenoor; door Hering wordt dit verschijnsel toegeschreven aan werking van het bulbaire vaatcentrum).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen