1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 131

123

voortreffelijk goddelijk geschenk aan ons mededeelde, en voor deze allerverderfelijkste ziekte ons eene zoo ligte ziekte, ja die men geen ziekte noemen mag, in de plaats stelde" (pag. 216). ONTIJD ') heeft CAPADOSE bestreden om zijn „hatelijk en onzedig gedrag, en de verregaande huichelarij", verfoeit zijn „gruweltaal", doet dit echter „op grond van Gods onfeilbaar Woord". „Inderdaad ! op zulk een onwaardige wijze zich van Gods Woord te durven bedienen en hetzelve aldus te misbruiken, doet noch 's mans hart, noch 's mans verstand eer aan". Zijn eigen standpunt blijkt o.a. uit volgende citaat: „Dan de Goddelijke vaderhand, welke men in alle bezoekingen nimmer uit het oog behoort te verliezen, en welke doorgaans slaat en verbindt tevens, deed hier, tegelijk met de kwaal, ook een middel ter genezing geboren worden. De Algoede sprak. Zijn Geest verlichtte het verstand van JENNER, en de vaccine was daar, ter beteugeling der kinderpest, onder welker verschrikkelijke woede het menschelijk geslacht in ons werelddeel reeds, gedurende zes eeuwen, gezucht had, en welke aan hetzelve meer slachtoffers had gekost, dan de bloedigste oorlogen" (pag. 452—457). SCHOUTEN ^) erkent: „niet te voren berekenende bespiegelingen, neen de Voorzienigheid, Gods vinger heeft JENNER zijn ontdekking aangewezen en de mensch heeft slechts deze aanwijzing van toepassing gebracht". NAEGELI •^) begrijpt niets van de zgn. godsdienstige bezwaren van sommigen, want zegt hij „mijn theologische kennis gaat niet hooger of dieper dan de Bijbel". Een krachtiger optreden tegen dezen acht hij daarom gewenscht. Een commissie uit de vereeniging van genees- en heelkundigen in Zeeland *) ter regeling der revaccinatie waarschuwt de inwoners van Middelburg „ten einde zij het middel, dat den mensch door God ten zegen is gegeven, naar waarde mogen leeren schatten en zoo gebruiken, als wetenschappelijke ondervinding voorschrijft". LuBER ) eindigt zijn feestrede aldus : „met U (DR. VROLIK), danken wij den wijzen Schepper voor dit geschenk van Zijne vaderlijke ') ^) ^) •*) ^)

C. G. ONTIJD. Nieuwe bijdrage etc, 1828. H. J. SCHOUTEN. Geschied- en ziektekundige bedenkingen etc., 1835. H. H. NAEGELI. Een woord aan de geneeskundigen etc, 1844. De koepokinenting etc, 1849. LUBER. Het vijftig jarig bestaan etc. 1853.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen