GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 31

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

23

Bij de bezichtiging van de kaart zien wij terstond dat het westen zich sterk onderscheidt van het oosten. Bepalen wij onze aandacht eerst bij de mannen en meer in het bijzonder bij groep IV; wij zien dan lage cijfers in het westen: Friesland 71, Noord-Holland 74, Zuid-Holland 77, Zeeland 75; aanmerkelijk hoogere cijfers in het oosten van het land: Groningen 105, Drenthe 115, Overijssel 103, Gelderland 133, Utrecht 107, Noord-Brabant 139, Limburg 110. Waar groep IV klein is, zijn bijna steeds ook de groepen II en III klein ; telt men de cijfers van de groepen II en III bij elkaar, dan vindt men : Friesland 37, Noord-Holland 50, Zuid-Holland 52, Zeeland 45, daarentegen Groningen 74, Drenthe 91, Overijssel 69, Gelderland 82, Utrecht 45, Noord-Brabant 91 en Limburg 57. Wij vinden dus, wat de mannen aangaat, in de westelijke provinciën een relatief laag percentage opgenomenen met ouders, wier leeftijd (bij de geboorte van het kind) boven het gemiddelde is, en tevens — behoudens een enkele uitzondering — een relatief laag percentage van opgenomenen met ouders, bij wie de leeftijd van den vader met dien van de moeder niet in overeenstemming is. Bij de vrouwen valt de scheidingslijn eenigszins anders dan bij de mannen; de provinciën, welke bij de mannen door lage cijfers voor groep IV zijn gekenmerkt, hebben ook bij de vrouwen lage cijfers: Friesland 86, Noord-Holland 72, Zuid-Holland 74, Zeeland 76; maar bij deze provinciën is, al is het cijfer iets hooger, nog te rangschikken Drenthe (88). De overige oostelijke provinciën hebben alle cijfers boven het gemiddelde voor het rijk: Groningen 97, Overijssel 126, Gelderland 128, Utrecht 106, Noord-Brabant 151 en Limburg 195. Ook bij de vrouwen geldt in het algemeen de regel, dat wanneer groep IV klein is, zulks ook het geval is met de groepen Il en III, immers het totaal van de groepen II en III bedraagt voor Drenthe 45, Friesland 46, Noord-Holland 49, Zuid-Holland 48, Zeeland 53, daarentegen bij Groningen 62, Overijssel 86, Gelderland 67, Utrecht 69, Noord-Brabant 79 en Limburg 78. Reeds bij vluchtige beschouwing ziet men dus op de kaart een merkwaardige regelmaat. Maar zoodra men de oorzaken van dit belangrijke verschijnsel tracht op te sporen stuit men op groote moeilijkheden. Ten einde nog eenige vergelijking te verkrijgen met gegevens

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's