1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 51

43

wordt gezegd van den goddelooze, dat hij zal wegvliegen als een droom, dat men hem niet meer vinden zal. Soms schijnt het alsof de droom daarom zoo spoedig vergeten wordt, omdat hij meestal geen diepen indruk op ons gemoedsleven maakt. De ervaring leert echter, dat men dikwijls juist de droomen onthoudt, die maar een matigen indruk op ons maken. In elk geval heeft men in iederen droom slechts eenmaal een vluchtigen indruk, die zich niet meer herhaalt en dit kan ook invloed uitoefenen, want men onthoudt niet zoo gemakkelijk, wat zich slechts eenmaal aan het bewustzijn voordoet. Ook is zonder twijfel van groot belang, dat in den droom regel en orde meestal volkomen ontbreken en de beelden los naast elkander staan, zoodat het onderlinge verband dan ook zeer gering is. Indien men toch de woorden van een vers door elkander schudt, dan kan men het onmogelijk onthouden, maar in behoorlijke volgorde, waarbij het eene woord bij het andere past, is alles zooveel te gemakkelijker. Elk oogenblik treden bij het droomleven weer nieuwe gewaarwordingen en voorstellingen op, die wel meestal herinneren aan gebeurtenissen uit het wakende leven, maar toch gewoonlijk zoo uit elkander gerukt zijn, dat elk nader verband geheel schijnt te ontbreken. De Prediker zegt het reeds, dat in de veelheid der droomen ijdelheden zijn. In enkele gevallen kan men zich echter een droom nog jaren later duidelijk herinneren en FREUD verhaalt zelfs van een droom, dien hij niet minder dan 37 jaren trouw in zijn geheugen had bewaard. Men heeft dan echter meestal te doen met iemand, die om de eene of andere reden, b.v. ter wille van zijn studie, bijzonder belang in zijn droomen stelt. Ook mag men niet vergeten, dat het geheugen soms individueel zeer sterk kan ontwikkeld zijn en dit kan ook van belang zijn bij het onthouden van den droom. Soms schijnt het alsof men des morgens bij het wakker worden den droom geheel vergeten is en toch keert de herinnering daaraan weder terug, wanneer men in den loop van den dag toevallig iets waarneemt of denkt, dat min of meer herinnert aan het gedroomde. Altijd blijft het de vraag of men zich wel juist herinnert, hetgeen in den droom is voorgevallen. Waarschijnlijk is de fantasie meestal min of meer behulpzaam om den droom meer sluitend te maken en allerlei hiaten aan te vullen. Elke droom, waarvan de deelen goed aan elkander sluiten, moet daarom ook met eenig wantrouwen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen