GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

65

constitutieve werkelijkheidsvormen ^). Tot deze behoort de causaliteit. De iveZ-matigheid valt als zoodanig niet samen met de causaliteit; eerstgenoemde is niet noodig om iets als werkelijk te erkennen, de causaliteit wel. Immers vraag 'k ook bij 'n psychologisch verschijnsel, b.v. een bepaalde stemming, terstond naar de oorzaak, maar terecht heeft iedere wereldbeschouwing die het feit der zonde erkent, en een normatief-zedelijk karakter draagt, steeds vastgehouden, dat zeker ook 't psychische moment oorzakelijk bepaald was, doch dat hier toch niet was de physieke dwang, de algemeene natuurwetmatigheid. Kentheoretisch uitgedrukt: 't Causaliteitsprinciep is een constitutieve categorie ; de causaliteitswet en andere wetmatigheden zijn methodologische vormen, d.w.z. ze verschillen evenals de mothodes der onderscheidene wetenschappen. Zoo heeft de geschiedenis-wetenschap haar individueele begripsvorming, de natuurwetenschap haar algemeene. We kunnen dus wel degelijk spreken van individueele causaliteit, ook zonder dat men RICKERT'S waa/'cfe-philosophie aanvaardt. Maar nu moet toch, hoewel we haar nog niet geheel kunnen beantwoorden, de vraag gesteld : Is de individueele causaliteit der geschiedeniswetenschap hetzelfde als DRIESCH bedoelt met Individualiteits-causaliteit ? In tweeërlei opzicht is er verschil. Ten eerste gaat hij van de verschijnselen terug naar het substraat. Daartegen bestaat wel eenig bezwaar, maar toch geen onoverkomelijk, want b.v. bij den term individueele causaliteit denkt men toch aan causaliteit in de verschijningswereld van een iets, dat ook slechts eenmaal voorkomt. Het tweede, veel belangrijker verschil merken we straks op. C. De betoogtrant van DRIESCH is nu deze : .Qeheelheid = individualiteit; geheelheids-causaliteit is dus individualiteits-causaliteit. Deze is als categorie te deduceeren uit de oordeelsvormen (A), maar vertegenwoordigt ook een logisch mogelijk causaliteitstype (B). Bestaat er nu iets waarop dit logisch mogelijk type der natuurlogica kan worden toegepast? Is de organische causaliteit onder te brengen bij de geheelheids- (of individualiteils-) causaliteit? Schijnbaar treft hij alle voorzorgen om niet te vroegte juichen. ') Vrgl. RiCKERT, Gegenstand der Erkennfnis, Einführung in die Transzendenlalphilosophie ^, 1915, pag. 388—436.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's