GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 81

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

75

stelling mogelijk, bij de abstractie uit de ruimtelijk-tijdelijke werkelijkheid vindt men beide: algemeen begrip maar ook algemeene voorstelling, 't Algemeene begrip is voor de constructieve en abstracte beide de samenvatting van de kenmerken. Maar dan treedt er verschil op. Bij 't eerste is 't de saamvalting van de kenmerken der ideëele constructie : daarom zijn er geen dingen in de werkelijkheid die er aan voldoen en is er dus geen algemeene voorstelling van. Bij 't tweede is 't de saamvatting van de kenmerken die een ding er recht op geven onder dit begrip gerangschikt te worden : „ongeveer rond" en „bestaande in de driedimensionale ruimte" zijn kenmerkende eigenschappen voor „den hoepel", „dun" of „dik" niet: dit zijn slechts bepaalde waarden voor de variable die in elke dimensie schuilt. Daarnaast bestaat er een algemeene voorstelling van „den hoepel", n.l. de voorstelling van den gemiddelden hoepel, feitelijk natuurlijk individueel verschillend. Zoo is 't ook in beginsel met 't statisch begrip „werveldier". Maar toch is er eenig verschil tusschen de algemeene voorstelling „hoepel" en „werveldier". Op dat verschil heeft DRIESCH terecht .de aandacht gevestigd, maar hij heeft 't overdreven. Hij heeft 't statisch-werkelijke met 't „meetkundige" verwisseld en foen geconcludeerd: „Dus bestaat er geen algemeene voorstelling van." Het statisch begrip „werveldier" is echter allerminst constructief; 't is en blijft een van de werkelijkheid geabstraheerd begrip evenals 't dynamische, 't Verschil tusschen beide is gradueel, niet principieel : beider inhoud is aan de werkelijkheid ontleend. Maar de werkelijkheid der biologie is ruimtelijk-tijdelijk, zooals DRIESCH zelf terecht beweerd. Welnu : de dynamische vorm is een begrip dat dichter bij die werkelijkheid blijft dan de statische, want bij 't eerste gaan ruimte en tijd beide in den begripsinhoud in, bij 't tweede alleen de ruimte, 't Statische begrip onstaat dus door één abstraheering meer: eerst van de werkelijkheid, daarna van den tijd. 'n Herhaalde abstractie van de werkelijkheid is echter geen constructie door 't denken ! De onderscheiding van DRIESCH is dus quantitatief, niet principieel. Ook de dynamische vorm is 'n abstract begrip. Immers evenzeer als de volwassen georganiseerde materie zonder de ziel (de statische vorm), is de wordende, zich organiseerende of georganiseerd wordende, materie zonder de ziel (de dynamische vorm) een abstractie, zij 't ook een niet-verdubbelde. DRIESCH

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 81

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's