1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 41

33 andering geschied in de innervatie der spieren. Voordat de voet zijn steunpunt vond, werd het been naar voren geslingerd, waarbij de stand van voet tot been, van onderbeen tot bovenbeen zich voortdurend heeft gewijzigd, want bij de laatste afzet waren de teenen op den grond, terwijl bij den eersten opzet de hiel den grond begint te raken. De hoek van voet tot onderbeen heeft zich gewijzigd, nog meer echter de hoek van onderbeen tot bovenbeen, die van stomp meer gestrekt is geworden. Nu wordt het been gezet; de stap ontwikkelt zich. Tevens moet het been dienen om het lichaam te dragen. Andera spieren moeten door hun spanning en tegenspanning de beenschacht stevig doen zijn, om het lichaam te kunnen steunen, terwijl het andere been nu de slingerbeweging maakt, zoo juist door zijn collega beëindigd. Zoo zijn dus de spieren geen oogenblik in rust, er is eene voortdurende wisseling in spanning. Spanning en tegenspanning moeten evenwicht maken, anders zakt het been in, het kan niet a!s steunstelt dienst doen. Hiermede is nog niet alles van de loopactie beschreven. Ook het bovenlichaam doet mede, om den mensch zijn rechtopgaande gang mogelijk te maken. Hiertoe h noodig ook eene doelmatige beweging van de armen. Maar buitendien is er meer noodig; het is toch Professor Magnus en zijne medewerkers gelukt aan te toonen, dat dier en mensch in staa+ zijn de hun eigen houding aan te nemen, te behouden, door den tonus der spieren, uitgeoefend door de labyrinth reflexen, en dat de roode kernen in het verlengde merg de centra zijn van waar deze spiertonusverhouding bestuurd wordt. Geen willekeurige spier blijft buiten deze actie, en tevens werken ook nog andere spieren. Immers de ademhaling gaat door en wijzigt min of meer de ligging van het zwaartepunt; hart en circulatie moeten zich op deze beweging instellen, Hoe geweldig ingewikkeld is dit samenspel der spieren. En toch ook het dier leert die ingewikkelde loophandeling in korten tijd; de jonge vogel leert in enkele dagen vliegen, zich bewegen in de ruimte. De reflectorische reactiefbewegingen moeten toch bij vogels, om de drie vlakken noodzakelijke bewegingen, bij menschen om den opgerichten gang wel bijzonder gecompliceerd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen