1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 21

13 weest U dit te laten zien als philosophic, waartoe we dan toch van uit de natuurkunde komen. Verdieping van onze natuurkundige studiën, van ons natuurkundig denken leidt ons daartoe. En nu liggen in dit alles, naar ik meen, de aanrakingspunten met ons Christelijk gelooven, of eigenlijk is dat nog te zwak uitgedrukt. Ons Christelijk geloof moet hier doorwerken en zal hier doorwerken. Nu is het bijna onnoodig, hier uitdrukkelijk te verzekeren, dat het allerminst de bedoeling is, dat electronen — of quantentheorie, of zelfs de relativiteitstheorie zoo maar al of niet Christelijk zou wezen. Integendeel, uit wat ik gezegd heb, zal wel duidelijk zijn, dat, naar mijn meening, het verband dieper ligt. Bepaalde natuurkundige beschouwingswijzen of theorieën al of niet Christelijk te noemen, zal wel niet gaan, ik kan het tenminste niet en men zij er hoogst voorzichtig mede. Eenzelfde Christelijknatuurpbilosophisch uitgangspunt kan tot tegenstelde resultaten leiden, zooals b.v. blijkt uit de tegengestelde opvattingen van mijn vader en Prof. Vollenhoven, betreffende de natuurphilosophische wenschelijkheid een aether te aanvaarden ^). Maar aan den anderen kant kan men zich voorstellen, dat het geloof, dat God hemel en aarde heeft geschapen, dat Hij ze onderhoudt door Zijn alomtegenwoordige kracht, dat Hij den mensch geschapen heeft naar Zijn beeld en gelijkenis, geen invloed zou hebben op ons onderzoek naar den oorsprong der dingen en hun wijze van bestaan, naar hun onderlinge betrekkingen en werkingen? dai dat geloof geen invloed zou hebben op onze beschouwingen omtrent de waarde en den aard toe te schrijven aan het kennen dier betrekkingen en werkingen? Zoodra de natuurkunde zich meer beweegt in de richting van de diepere levensvragen, zooals den oorsprong der dingen en hun eigenlijke bestaan, of vanuit haar methode en werkwijze inzicht brengt over waarheid en waarheidsbegrip, komt zij op het terrein, dat verlicht wordt door Gods bijzondere openbaring. In die laag der natuurkunde lijkt mij de invloed van ons Christelijk geloof, van onze Gereformeerde beginselen te zoeken. Dien invloed op te sporen, ligt thans buiten mijn bestek. Mijn vader deed het voor „het wezen der

')

Stemmen des Tijds 11 (1921-22) III, p. 129, speciaal p. 136.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen