GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 41

Bekijk het origineel

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 41

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

39 chische rusttoestand, waarin het subject met zekerheid een bepaalde kennis bezit. Ter aanduiding van ons kennis-hebben gebruiken wij in het dagelijksche leven de woorden: meenen, gelooven en weten. Wanneer wij meenen, dat iets zoo en zoo is, dan zijn wij subjectief niet geheel verzekerd van onze kennis, en objectief is zij niet evident; wij kunnen anderen niet dwingen ons inzicht te deelen, omdat de bewijzen voor onze meening ons ontbreken. Ook bij 't gelooven ontbreekt die bewijs-mogelijkheid; gelooven, dat is dus aannemen van iets met onvoldoende objectieve evidentie, maar — en dit is 't verschil met het meenen — met volkomen subjectieve zekerheid. En weten, dat is aannemen van iets met subjectieve zekerheid, maar ook met objectieve evidentie. Het weten stelt als voorwaarde, zonder welke de kennis geen weten is, de bewijsvoering; op de wetenschap drukt de bewijslast; niet alzoo het geloof; het geloof aanvaardt op gezag van anderen, eischt geen bewijzen, maar gelooft eenvoudig, en heeft toch dezelfde subjectieve verzekerdheid. Het verschil tusschen gelooven en weten ligt dus niet in de zekerheid, waarmee het subject zijn kennis bezit, maar in de objectieve evidentie, die wel inhaerent is aan den inhoud van het weten, maar niet aan den inhoud van het geloof. En dit vindt zijn oorzaak dus in de bron der kennis, die bij het weten eigen aanschouwing en redeneering, bij het gelooven het getuigenis van anderen is. Hoe streng wij dus zoo vermogen te onderschefden tusschen gelooven en weten, in ons geestesleven zijn zij veelzijdig inéén geweven, spelen zij zóó voortdurend dooréén, dat daar een strenge scheiding niet gelukt. Voor 't gelooven is eerst een zekere kennis noodig: wij moeten toch weten van de mogelijkheid van het bestaan van een God, willen wij er aan kunnen gelooven. En in de wetenschap liggen overal geloofselementen verscholen. En het is dit feit, dat men van Christelijke zijde gaarne gebruikte, om het goed recht van het geloof en van een geloovige wetenschap te bepleiten. Immers de wetenschap zelve is nergens vrij van geloof; zij kan geen stap doen op haar weg, zonder geloof. Het geloof aan de betrouwbaarheid onzer zintuigen is eerste \^ereischte voor iedere waarneming en voor elk experiment. De overtuiging, dat al onze waarnemingen denkend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's