De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 21
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam
19 Uit brengt mij ten slotte tot de derde vraag, waarmee de dogmatische tegenstellingen ia. de elementen der Gereformeerde ethiek reeds aanwezig, in verband moeten gebracht,
tlie naar de toepassing van het zedelijk
beginsel op het handelen in de verschillende verhoudingen van het leven. In het Anabaptisme is het hier uiteraard niet toe gekomen. Bij de Socinianen daarentegen, die met het Oude Testament ook den decaloog als zoodanig verwierpen, waarvan zij verklaarden, dat hij de „ipsissima imperfectio" ^) is, was het God, die door Christus als den nieuwen Wetgever Zijn geboden heeft geopenbaard.
Deze ,,perfecta mandata" zijn -) deels de tien geboden,
maar dit eerst geworden door wat Christus er in het Nieuwe Testament aan heeft toegevoegd, waarbij dan bepaaldelijk aan de Bergrede gedacht wordt, deels gansch nieuwe geboden, welke Cliristus heeft voorgeschreven en waarmee dan bedoeld wordt de zelfverloochening, het kruisdragen en de navolging van den Heer''), benevens het gebod der vijandsliefde en der broederliefde*). Hiertegenover
nu erkennen zoowel Roomschen als I>utherschen
en
Gereformeerden saam, dat de decaloog de korte samenvatting is van Gods wil voor het zedelijk leven, al erkennen Roomschen eo. Protestanten op grond van de Schrift ") ook, dat er een lex naturae is, een ingeschapen zedewet, naar THOMAS AQUINAS' definitie: ,,nihil aliud nisi lumen intellectus insitum nobis a Deo per quod cognoscimus quid agendum et quid vitandum." Deze leer van de wet der natuur vindt men ook in de oude philosophic en is daar afkomstig
uit de Stoa.
Zij heeft aanleiding" gegeven tot de
leer van liet „geweten", wel eens genoemd „de ontdekking der Stoa", een wat sterke uitdrukking, waarbij vooral niet te vergeten is, dat de mensch niet anders ontdekt, dat wat reeds bestaat. Door den heiligen Apostel Paulus is deze leer van het geweten, dat het Oude Testament als zoodanig niet kent en waarvoor het dan ook geen woord heeft, onder de leiding des Geestes in het Nieuwe Testament gebracht.
De Scholastiek heeft de leer van -het
geweten in haar onderscheidingen van synteresis, syneidesis en krisis verder uitgesponnen en de Protestantsche Theologie nam deze leer onveranderd over.
1) 2) 3) 4) 5)
Eerst bij K A N T met zijn „gesetzgebendes Gewissen" neemt de
Smalciiis, de Di\initate Cliristi, cap. VI, 23. Catechesis Racov. C. I. de profetico Cliristi mnnerc, qu. 1. Matth. ]6 : 24. 1 Joh. 3 : 16 ; Joli. 13 : 34; 15 : 12; 1 Joh. 2 : 7, 8. Kom. 2 : 14, 15; 1 : 18.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's