GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 57

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

55 sommige broeders ,,van de nieuwe studie" resultaten van ,,de nieuwe philosophie" hebben overgenomen en met huQ theologisch stelsel verbonden, waarvan voor de ethiek wel het meest belangrijke is, dat zij DESCARTES in zijn leer van het wilsprimaat volgden. Zoo heb ik dan getracht het eigenaardige van het Coccejanisme vooral in betrekking tot de ethica der Gereformeerde Theologie aan te wijzen. Gelijk nu in een lichaam tusschen het indringen van een verwoestend element en de openbaring van zijn aanwezigheid een zekere tijd kan verloopen, en er dan weer een tweede tijdperk kan liggen tusschen die eerste verschijning van de ziekte en haar zichtbare aantasting van de deelen van het organisme, zoo nu is het ook gegaan met het Coccejanisme in de Gereformeerde Theologie. Reeds vóór den vernieuwden Sabbatsstrijd van 1658, waarin het zijn aanwezigheid openbaart, was het ingedrongen, al. wordt de storende invloed ook voor de ethische beginselen eerst toen merkbaar. Tusschen die eerste verschijning en de zichtbare aantasting van de ethiek in de Gereformeerde Theologie ligt echter nog een tweede tijdperk van vele jaren.

In dat tweede tijdperk werd de ethiek in de Gereformeerde

Theologie, behalve door VOEI'IUS zelf, nog in diens geest beoefend door zijn vroegeren leerling, den Leidschen hoogleeraar HOORNBEEK, wiens T h e o l o g i a P r a c t i c a , in 1663 verschenen, na zijn dood door twee zijner leerlingen uit zijn dictaten is aangevuld. Ook VOETIUS' opvolger op den katheder te Utrecht, PETRVS VAN MASTRICHT, voorstander van diens richting en dus tegenstander van CoccEjus en DESCARTES, schonk ons in 1687 zijn T h e o l o g i a Theoretico-Practica,

een dogmatiek waarin de thetische en anti-

thetische behandeling van het dogma met de practische vereenigd is. Eerst aan de tweede editie, die in 1698 verscheen, voegde hij een afzonderlijke bewerking toe van de ethiek, en wel ineen I d e a

Theologiae

m o r a l i s , en een H y p o t y p o s . i s T h e o l o g i a e A s c e t i c a e . De eerste, een plichtenleer, is echter niet veel meer dan een uittreksel uit AMESIUS' Medulla

en de tweede, die ons de beoefeningsleer geeft, een navolging

van VOETIUS' E x e r c i t i a P i é t a t i s .

Dat de hooge vlucht die de ethiek

in de Gereformeerde Theologie bij VOETIUS genomen had, reeds voorbij was, blijkt niet zoozeer hieruit, dat MASTRICHT op het gebied der ethica, zooals hij zelf erkent, geen zelfstandigen arbeid levert, maar wel uit de klacht van den toen

zeventigjarige, dat de geleerden waaraan zijn tijd

zoo rijk was, hun krachten toch liever aan deze meer practische studie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's