GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 11

Rede gehouden bij de overdracht van het rektoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

9

op het feit, dat die en die geschriften bijeen hooren. En met het bestaan van die lijst alleen is dus gezegd, dat het Nieuwe Testament als bundel omstreeks het jaar 200 bestond. En dat aan dien bundel Goddelijk gezag werd toegekend, blijkt uit den canon Muratorianus zelf overvloedig. Gaat hem slechts met mij door en dan wijs ik u alleen op de meest duidelijke bewijzen. Van de evangeliën hooren we, dat alle dingen omtrent Christus' leven door denzelfden Geest er in verklaard zijn. Met nadruk wordt herinnerd aan het begin van Johannes' eersten zendbrief. Van den brief aan de Laodicenzen en dien aan de Alexandrijnen wordt gezegd, dat ze niet in de katholieke kerk kunnen worden aanvaard. Een dergelijke uitdrukking lezen we over den Pastor Hermae. En het slot verklaart, dat van enkele kettersche sekten in het geheel niets wordt aanvaard. In der waarheid, hier treffen ons al die kenmerken, die karakteristiek zijn voor een gezaghebbend Nieuw Testament. Het moge dan waar zijn, dat niet afzonderlijk over het gezag van het geheel wordt gesproken, dit vloeit toch onafwijsbaar daaruit voort, dat het gaat om een bundel van geschriften, die elk voor zich, gelijk van enkele bepaald wordt gezegd, gezag bezitten. Evengoed als ik van het gezag eener verordening spreken kan, ook al bestaat die feitelijk uit een samenvoeging van bepalingen, die elk afzonderlijk zijn ontstaan en afzonderlijk gezag hebben ontvangen. Nu staat onze kanon niet op zich zelf. Tres faciunt collegium,^ zeiden de oude juristen. Welnu, we hebben uit denzelfden tijd als dien van Muratoris lijst, drie kerkvaders, die elk voor zich getuigenis afleggen van het gezag van één Nieuw Testament en die, omdat ze vertegenwoordigers kunnen worden geacht van j/rjjweL alle ..destijds ïestaande kerken, gerekend mogen worden het collegium te vormen, dat voor heel de kerk getuigenis aflegt. Ge begrijpt reeds, dat ik het oog heb op Irenaeus, afkomstig uit Klein Azië, aldaar bekend met de oudste traditie, op Tertullianus, den grooten man voor Afrika en op / Clemens, het hoofd van Alexandriës katechetenschool s). Veroorlooft > me, dat ik van elk dezer drie u laat zien, hoe ze pal staan voor het ] Goddelijk gezag van één heiligen bundel der nieuwe bedeeling. Vergeet | daarbij niet, dat in het jaar 200 nog geen codices bestonden, zoodat; de nu volgende bewijzen te meer zeggen, omdat de bijeengehouden \ schriften van het ééne Nieuwe Testament op zijn best in den vorm / van afzonderlijke rollen in één capsa konden worden bewaard s). i. Voor Irenaeus dan is het gevraagde bewijs gemakkelijk genoeg te leveren. 'M ^3ëiijk in een der eerste hoofdstukken van zijn hoofdwerk zegt hij, dat de Valentinianen hun dwaalleer trachten te staven niet slechts uit de evangelische en apostolische geschriften, maar ook uit:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918

Rectorale redes | 66 Pagina's

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918

Rectorale redes | 66 Pagina's