De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 55
Rede gehouden bij de overdracht van het rektoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
53 11, 4 leest m e n : „iedere apostel, die tot u komt, moet ge ontvangen als den Heere". Daarmee is het beginsel gegeven. 65) Papias bij Eus., H. E., III, 3 9 ; Can. Murat., reg. 3 vlg.; etc. 66) Ignat., Ad Magn., 13, 1 : „de leeringen des Heeren en der apostelen"; Ad Trail., 7, 1 : „indien ge u niet laat scheiden van God Jezus Christus en den bisschop en de verordeningen der apostelen"; Polyk., 6, 3 : „zooals Hij ons zelf bevolen heeft en de apostelen, die ons het evangelie brachten en de profeten, die de komst van onzen Heere te voren hebben verkondigd"; 2 Clem., 14, 2 : „de boeken der profeten en de apostelen". Van beteekenis is in dit verband ook het onderscheid, dat reeds de oudste patres maken tusschen hun eigen woord en dat der apostelen Ignat, Ad Rom., 4, 3 ; Clem. Rom., 47, 1. Duidelijk blijkt ook, dat achter de apostelen het gezag van den Heere staat; Clem., 44, 1 : „En onze apostelen hebben vernomen door onzen Heere Jezus Christus; Barn., 5, 9 : „Toen Hij dan Zijn apostelen om Zijn evangelie te verkondigen verkoor", vgl. ook het beeld Barn., 8, 1 vlg.; Ignat., Ad Magn., 7, 1 : „zooals dus de Heere zonder den Vader niets heeft gedaan, met Hem vereenigd zijnde, noch door zichzelf noch door de apostelen"; etc. 67) Adv. Haer., IV, 26, 1. Dat Irenaeus op deze plaats over het Oude Testament spreekt, maakt het bewijs slechts sterker. 68) Zie daarover kort mijn: Kanon Testament, Baarn, 1916.
en Tekst
van het
Nieuwe
69) Dat leert reeds het Nieuwe Testament zelf op plaatsen als Mt. 5 : 1 2 ; 13 : 1 7 ; Joh. 16 : 1 3 ; 1 Petr. 1 : 1 2 ; 2 Petr. 1 : 21 etc. Vgl. ook Neh. 9 : 30. Clem. Rom., 13, 1 met het volgend citaat; 42, 3 staat van de apostelen, dat ze door den Heiligen Geest spraken, 16, 2 is Jes. 53 uitspraak des Geestes enz. ">) Theoph., Ad Autol., 2, 22. 7') Het is onmogelijk uitvoerig alle kleinigheden ter sprake te brengen. Iets noem ik hier nog. Door ypy-fr,, ykypx7tTcx.i enz., gevolgd door een plaats uit het Nieuwe Testament, wordt uitgedrukt, dat het boek, waaraan de plaats is ontleend, in gezag met het Oude Testament wordt gelijkgesteld, zie echter aant. 32 en 33. Subjekt van ^yjCTi', gelijk dat b.v. bij Athenagoras voorkomt, is h y.Cpioc, zoo ook van Xiyu en dergelijke woorden. Een gansch^ andere vraag is, of toch niet door de kerk, c.q. door de bisschoppen opzettelijk werk is verricht om de eenheid van het Nieuwe Testament te bewerkstelligen, b.v. door den evangeliebundel te verbinden met de brieven van Paulus. Men heeft dit wel beweerd, o.a. B A R T H , Einl., 1908, bl. 3 5 5 ; HARNACK, a.w., bl. 65, 70 vlg.; HOLTZMANN, Einl., 1892, bl. 122. B A R T H drukt zich zeer voorzichtig uit, maar meent iets te mogen afleiden uit het feit, dat Irenaeus en Tertullianus zooveel hechten aan de bisschoppen ais dragers d e r a p o s t o -
\
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918
Rectorale redes | 66 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918
Rectorale redes | 66 Pagina's