GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Religieus eklekticisme - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Religieus eklekticisme - pagina 21

Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

19

Een tweede bezoek aan deze scholen zal er ons van overtuigen. Ook nu weer gaat het, in verband met ons onderwerp: het religieus eklekticisme, om wat men er dacht over de essentie van het Absolute. In de AKADEMIE dan vertelt men ons al terstond, dat het niet meer de oude Akademie is, en wij merken het. Een nieuwe, een jongere generatie heeft in deze nieuwe AKADEMIE de leiding. PHILO VAN LARISSA eerst, straks diens leerling ANTIOCHUS VAN ASKALON, zijn er de hoofden. PLATO'S rationalisme is door PHILO verlaten. De rede doet ons het wezen der dingen niet begrijpen, want er is geen zeker kenteeken ter onderscheiding van waar en valsch. Maar al is ook niets te begrijpen daarom is nog niet alles onzeker. Er is nog veel wat althans evident of oogenschijnlijk is. ANTIOCHUS doorziet al spoedig, dat deze oogenschijnlijkheid niet anders is dan gepotentieerde waarschijnlijkheid. Wanneer hij er met zijn Meester eens over gaat praten en den wensch uitspreekt, dat de nieuwe AKADEMIE ZOU terugkeeren tot de kenleer van PLATO, beweert PHILO, dat dit volstrekt niet noodig is, wijl er tusschen de nieuwe en de oude AKADEMIE geen verschil bestaat. Straks volgt ANTIOCHUS zijn Meester als Scholarch op. CICERO heeft beweerd, dat hij een germanissimus STOÏCUS was, wat zeker te veel was gezegd. Maar wel was hij een echte eklekticus. Dit komt reeds uit, waar hij, zonder tot PLATO'S kenleer terug te keeren, haar met die van de STOA tracht te verbinden en dan leert, dat al ons weten met zintuiglijke waarneming begint, maar het oordeel omtrent de waarheid toch niet een zaak der zinnen, doch van het verstand is. Sterker komt dit nog uit in zijn Metaphysika of Zijnsleer. De Ideeënleer heeft er geen plaats in. Maar wij vernemen, dat hij, met een naïveteit, welke ons herinnert aan die van GRETCHEN uit den FAUST, beweert, dat tusschen PLATO, ARISTOTELES en de vaderen

der STOA geen zakelijk verschil is; zij zeggen hetzelfde, slechts met een beetje andere woorden. Vragen wij ANTIOCHUS naar het wezen der wereld, dan krijgen wij een antwoord, dat uit elkaar weersprekende gedachtenkringen is- uitgelezen. De wereld, zoo leert deze Akademicus van de jongere generatie, bestaat uit vier

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1919

Rectorale redes | 72 Pagina's

Religieus eklekticisme - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1919

Rectorale redes | 72 Pagina's