GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 51

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

41 en wanneer ABISTOTELES later dit argument gebruikt is het in een zin die èn het standpunt der Eleaten èn dat der Megarici scherp afwijst ^i). Een en ander wil niet zeggen, dat ARISTOTELES in alles den meester volgde. Daarmede kom ik op iets, dat behoort tot het tweede punt, dus tot het opgeven van de Platonische driedeeling. Reeds in het oudste stuk der Analytica posteriora valt een verschil ten aanzien van PLATO op te merken, dat voor ons onderwerp van groot belang is. Dit verschil lag niet zoozeer in de zelfstandige ontwikkeling van de apodeiktiek, die in haar eersten vorm niet meer was dan een uitwerking der leer omtrent de analysis, door PLATO zelf aanvaard ^2). Maar wel valt reeds afwijking te ontwaren in de opvatting van de mathesis: ARISTOTELES beschouwt haar, in navolging van vakmannen als THEÜDIOS en EUDOXÜS, niet meer als een eenheid, doch onderscheidt uitdrukkelijk arithmetiek, planimetrie en — wonderlijk genoeg — stereometrie als zelfstandige wetenschappen: ieder van deze drie heeft een eigen gebied, „genos" genoemd. Al handhaaft hij dus voor elk dezer terreinen de pseudo-genetische opvatting van het verband tusschen het algemeene en datgene, dat daaruit door scheppende deductie valt af te leiden, toch erkent hij, dat geen dezer gene tot eenig ander valt te herleiden: het overspringen uit de arithmetiek in de geometrie brandmerkt hij dan ook als een „metabasis eis allo genos" 73). Het verschil met PLATO, dat hier aan den dag treedt en waarop o.a. SOLMSEN heeft gewezen 74), schijnt me buitengemeen belangrijk. Allereerst voor de kosmologie: iedere erkenning van de onherleidbaarheid der modale verschillen is voor haar louter winst. Doch niet alleen voor haar: ook de kentheorie kan van zulk een erkenning slechts voordeel trekken. Dat bleek vooral hier: nu ARISTOTELES arith-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 51

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's