GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 115

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 115

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

105 deelen spreekt, zonder dat hy op dit verschil de aandacht vestigt. Soms nl. noemt hy „contradictoir" de verhouding van een ontkennend individueel oordeel — tegenwoordig „tegeninstantie" genoemd — tot een bevestigend algemeen (VII, 5 ) , dan weer gebruikt hy dezen term in den tegenwoordig algemeen gangbaren — en ook in deze studie steeds gebruikten — zin van „tegenstelling tusschen een (bevestigend) oordeel en z'n ontkenning". Zie ook J. LAMINNE, Le traite neQi SQfirjveiag d'Aristote (traduction et commentaire) met de voorafgaande rapporten — vooral dat van VOLLGRAFF is belangrijk — bijeen verschenen in Académie Royale de Belgique, Bulletin de la classe des lettres et des sciences morales et politiques et de la classe des beaux-arts, 1901, Bruxelles, Hayez, 1901, pg. 342—407. Met dit zwenken in terminologie hangt ra.i. ook samen de strijd over de verhouding van „contrair" tot „contradictoir": neemt men laatstgenoemden term in de tweede beteekenis, dan zyn de contraire oordeelen — 't bevestigend algemeene en 't ontkennend algemeene — te subsumeeren aan de contradictoire, in het eerste uiteraard niet. ^5) ABISTOTELES, Peri Hermeneias, IX, 18 a 33 v.v.. "8) H. ScHOLz, a.w., pg. 76, noot 5. ö'^) ABISTOTELES, Peri Hermeneias, IX, 19 a 6 v.v.. ^^) D. H. T H . VOLLENHOVEN, Het nominalisme van Zeno den Stoïcijn, in Wetenschappelijke Bijdragen, aangeboden door Hoogleeraren der Vrije Universiteit ter gelegenheid van h a a r vijftigjarig bestaan, 20 October 1930, Amsterdam, N.V. Dagblad en Drukkery De Standaard, 1930, pg. 175—204. ^8) CICERO, De fato, 10, 2 1 : adsentiri Epicuro et negare omnem emantiationem aut veram esse aut falsara. 100)

UEBERWEG-PRAECHTEB,

a.w.,

pg.

423;

en

H.

ROBBERS,

De

eeuwige terugkeer der dingen, in Studiën, Tijdschrift voor godsdienst, wetenschap en letteren, 62, cxiv, December 1930, pg. 369-395. ^01) CICERO, De fato, 10, 25. Itaque contendit omnes nervos Chrysippus, ut persuadeat omne a^imfxa aut verum esse aut falsum. lo^) Dit tegen PBANTL en SCHOLZ; voor het bewijs zie het vervolg van den tekst en de noten 106—115. 1°*)

UEBERWEG-PRAECHTEB, a.w.,

pg.

477.

104) De vraag of de kennis omtrent de toekomst, indien mogelijk, wel begeerlijk is, ook reeds in de oudheid gesteld, moet ik hier ter zijde laten. Zie voor dit p u n t evenals voor heel de mantiek E. MADZSAB, Raumanschauung und Zeitgefühl in der Babylonischen Kaltur, Ein Beitrag zu Oswald Spenglers Geschichtsphilosophie, in Archiv für Kulturgeschichte, XXII, (1931), pg. 42—82. 106) ÉMiLE BRéHiER, La théorie des incorporels dans Vanden stoïcisme, Paris, J. Vrin, 1928.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 115

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's