Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 100
Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam
92 phonetisch systeem kan worden omgezet. 34. Men moest dus zijn hervormingswerk beperken: „het ouwe spellingstelsel kan niet op eenmaal verdwijnen [ik cursiveer]... we moeten geven en nemen". Zoo alleen „zullen alle partijen het met de fonetiese neiging in der minne willen schikken En dan moet de nakomeling* schap maar verder zien". Maar al vond ieder vereenvoudiger wel een grenslijn noodig, geen twee waren het over de juiste plaats daarvan eens. Zij viel ook met geen afdoende gronden op eenig bepaald punt aan te brengen, want het beginsel moest altijd weer verder drijven naar de eenige wezenlijke „hmiet": de geschreven vormen evenzoo verscheiden — zoo slordig ook —, en evenzoo vlottend als de actueel gesprokene. Al heeft men ten slotte in de bekende „negen regels" tezamen een program van actie aanvaard, voor den eer* sten strijd (die langer duurde dan men wel dacht), het was — niet tactisch, maar — principieel een volkomen willekeurig gekozen halte op den weg. En men moet, en wil ook, verder: dat bleek van den aanvang af, en blijkt ook thans nog duidelijk. De wijsten houden zich in; maar hebben zij de wijder strekkende wenschen en eischen ooit klaar en ondubbelzinnig verloochend? Waarom zou men ook ert en besje tot shibboleth maken, en niet amt en tuis? Het lijkt veeleer, dat men ze voor het nieuwe program zorgvuldig bewaart, en niet ongaarne onstuimige vrienden er eens af en toe aan hoort herinneren. Ik heb reeds hiervóór soms iets daarvan, zoowel uit den vroegeren als uit den allerjongsten tijd, doen zien. Hier voeg ik er nog een en ander aan toe van verdere verlangens en uitzichten, die al bij de pioniers der be* weging te vinden zijn, en ten deele ook reeds in hun schrijfwijze voorkomen. Buitenrust Hettema schrijft en verdedigt, Taal en Lett. 6, 115*116: iemant, niemant, sints, amt [en dus noodwendigerwijze ook: beamte, amtenaar], noch (in de beteekenis: ook dan, daarbij; „schoolvossig" noemt Cosijn de verandering. Gids 1915, III 77), is [= eens], eris [er eens, „ereis"]. Op het bezwaarlijke van au naast ou, en ij naast ei vestigt hij goed de aandacht (132 vlg., 115); hij onderscheidt phonetisch een overgroot aantal „onechte let* ters" (128*129); en niet weinige „overtoUige letters" (129*130) op het einde van woorden als touw, eeuw, uw, of in het midden als de t in beestje, nestje, enz., beknoptste, achtste, en de h in thuis. (Men vergelijke Logeman ibid. 195 over den eisch „van 't op tijd laten vallen van overtollige letters"). — Bij Van den Bosch vind ik naast het bekende Kersmis ook kersboom; Taal en Spelling, enz. 43 (Proeve 147 doet de schrijfwijze Kerst of Kerst' in aller* lei samenstelling van de individueele vraag afhangen, of men nog samenhang met kerstenen voelt). En verder: „het woord van nu luidt mart... Voor eeuwen had het 'n k: en met 'n k wordt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's