GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 21

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15

gebied der rechtsvorming. Dit geschiedde onder invloed van een irratio-' nalistische en universalistische wending van het Humanistisch vrijheidsmotief, zoals die zich wijsgerig in het na-Kantiaanse vrijheidsidealisme (met name in SCHELLING'S transcendentaal idealisme) uitwerkte. De Humanistische natuurrechtsleer had overwegend onder invloed gestaan van de rationalistische en individualistische denkwijze van het klassieke, aan de mathematische natuurwetenschap georiënteerde wetenschapsideaal, ofschoon sinds LOCKE ongetwijfeld meer met historische ervaringsgegevens werd rekening gehouden. Zelfs KANT'S practische vrijheidsidee, die hij toch scherp van de „natuur" had afgescheiden, verraadde nog duidelijk de oriëntering aan het natuurwetenschappelijk denkmodel, daar hij de toepassing der categorische imperatief naar het algemene schema der natuurwet vatte en met de individuele aanleg en roeping van de mens in zijn ethiek geen rekening hield. In zijn opvatting van de autonomie der vrije persoonlijkheid werd het zedelijk „autos" (de „zelfheid") van de mens in de algemene „nomos" (de zedewet) gezocht en tot een wezenlijke gemeenschapsidee kon KANT niet komen, daar hij aan de individualistische denkwijze vasthield. In het na-Kantiaanse vrijheidsidealisme werd de door KANT gestelde grens tussen „natuur" en „vrijheid" niet langer erkend. Men wilde deze beide antithetische motieven, die in het religieuze grondmotief van het Humanisme een polaire spanning brachten, dialectisch ineen denken, in de „natuur" zelve het verborgen spoor der „vrijheid" en in de „vrijheid" het verborgen spoor der „natuur" ontdekken. En in plaats van de rationalistische denkwijze, die alle individualiteit in het algemeen wetmatige trachtte op te lossen, brak zich nu een irrationalistische denkwijze baan, die juist omgekeerd de wet tot een onzelfstandige reflex van de individuele aanleg zocht te herleiden. De autonome vrijheid der persoonlijkheid werd nu zo gevat, dat de nomos (de wet) uit het individuele autos (de individuele aanleg van de persoonlijkheid) moest ontspringen. KANT'S „burgerlijke wetsmoraal" kon bij deze opvatting geen genade meer vinden. Deze irrationalistische wending van het vrij heidsmotief ging gepaard met een universalistische reactie tegen het individualiteitsloos individualisme der voorafgaande periode. De samenleving werd gezien als een organisch geheel met delen, en de individuele persoonlijkheid" van de mens als lid van een evenzeer individuele gemeenschap, waaraan men een collectieve persoonlijkheid toekende. Deze nieuwe conceptie van het Humanistisch vrijheidsmotief ging zich nu ook in de wetenschap geldend maken. Het natuurwetenschappelijk denkmodel werd overal door een nieuwe historische denkwijze verdrongen, die op het geesteswetenschappelijk verstaan van het indivi-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's