GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het heengaan van Ds. Wisse.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heengaan van Ds. Wisse.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het heengaan van Ds.. Wisse wekt algemeene verwondering, 't Is te begrijpen. i)B.. Wisse was iemand met izeer rijke gaven'. Hij heeft mei; de van Go'd ontvangen feaven gewerkt. Gewerkt i; a de Kerk, ge-werkt op het imaiatschappelijk erf. Hem te booren bepleiten de zaak des Heeren was een g.enot. Wat mij betreft, zoo moet ik izeggen, dat ik zelden iemand met zooveel vu'ur en' gjo'ed heb hoo'ren sprelcen. In het debat bovendien „een mieester". Was het te verwonderen, dat men uit alle oiO'rden des landsi hem verzocht eens te komeni spreken? Wie hem heeft gehoord, verwondert het niet. Er ging inderdaad invlo'ed uit van zija wo'ord. Te verwonderen was het evenmiii(, dat er in' de groote steden een breede schare was, die hem begeerde Zondag aan Zondag het Woord te bedienen. Niemand heeft hem ooit verdacht van niet Gere.fo.rmeerd te zijn. Integelndeel. Doch O'O'k i's het bekend, dait, terwijl er een zeer gro'ote schare was^ die ham begeerde, er tevens velen 'waren die hem niet gunstig gez.ind warew. Op allerlei wijze werd hij tegengewerkt. Ieder wist er vam te spreken. Wie op het erf der Geref. Kerken thui^ is, weet .zeer goed, dat ofschO'O'n Ds. Wisise bovandieni een naan was met groote kennis, zijn naam niimner werd gevonden als medewerker, zo-odat de vruchten van izijin kennis , aoo goed als verborgein bleven, en hij steeds izijn eigen weg moest zoeken en gaain. Gevo.lg is, naar mijn wijze van zien, dat hij mioedeloos gemaakt iSi en aan het 'twijfelen is gegaan, of het Gereformeerde beginsel, dat alle gaven en talenten] den Heere toiebeho'oren, doior de Geireformeerden in de praktijk werd boo'efeind. Breed sloeg hij zij'n vleugelen uit, do'oh het schijnt wel, dat ieder trachtte de vleugels te kortwieken', i'zoodat hij eindelijk tot hot besluit is gekomen een weg te aoeken waarop hij zijn gavo'n en talenten kan ontplooien. Dat blijkt uit zijn bereidwilligheid O'm te blijven getuigen, wanneer hij daartoe wordt aangeao'cht. Men zial mij toevoege'U, dat Dis. Wisse dit kruis gewillig had moeten dragen-, 't Is waar. Doch ieder vrage zich af of de drijfvee-ren om Dis. Wisse tegen te werken 'uit goede drijfveeren voortkwamen, 't fe zoo echt Gereformeerd (? ) in veler ooren o.m inplaats de gaveni en talenten, die Go-d gegeven heeft, te gpbruilcen, ze te begraven, en bij anderen pogingen aan te wenden dat , ze begraven wo-rden. En schudt iemand dat z.g. kruis, door menschen hem met behagen op de scho'uders gelegd, af, izoio begint de kritiek, en slaat meni verwo'nderd .zijn handen in' een. Verschillende persuitingen izijn er vernomeni, over het heengaan vani Ds.. Wisse. Alle schrijvers staan' verb'aasd, , en begrijpen het niet. Ik ben daarom z.0'O vrij ook mijn beischouwing te geven, ein zie in het heengaain van Ds. Wisse een soort daad tegen „kia.stegeest", die in .z, ijn oo-gen werd gevonden, om hem te weren. Te weren uit bepaalde kerke'U, te weren uit de oa^ganen, waarin stemmen uit de Geref. Ke.rken werden gehoord. Wisse moest er schijnbaar buiten 'blijven, O'mdat hij „Wisse" was_ Of de daad van 'Ds. Wisse Gods gjoedkeuring aal wegdragen? Ik betwijfel, het. Evenmin als ik geloof, dat het Gods goedkieuriing kon wegdragen, dat hem geene gelegenheid werd geb'O'den om zijne gaven te ontplooien. Hij heeft gedragen, gez.wegen, terwijl hij thans schrijft, dat hij zal blijven' zwijgen over zijn he«agiaa)n'. Misschien izijn er die zeggen: ziet ge wel dat wij gelijk hadden met hem te weren!

Daartegenov«r izef iJc de gedachte: ziet ge wel wat ge bereikt hebt met Wisse zioio te bejegenen!

C. DIEMER.

Volgens den heer Wisse is het losweekingsprooes reedis vóór '28 jiaai: , dus , 6 jaar vóór liij prediJcajit werd, b& o'oimein. Ds. Dienier aal tooh niet beweren, dat de ont­ moediging terugwerkende kracht heeft?

Red.

In No'. 5 van „D© Refornmtie" constateert K. D. nog eens, dat owie Confessie niet beweert, dat „de Geref. Kerk de alleen zialig|makende Kerk is, en zij de alleen ware Kerk genoemd wordt".

Ik beoi 'het van harte met die exegese eens. Gaat echter de practijk in onze Geref. K-erken met die exegese hand aan hand? Bij^ het le.zen oittzer kerkelijke bladen heeft het mij herhaaldelijk getroffen, dat de woorden gereformieerd en Christen of geloo'vige vrijwel gelijke beteekenis hebben. AVie van geref. belijdenis izijn, maar nog buiten ons. kerkverband leven, worden opgewekt, izich bij ons te voegen; maar voorts is het, of de niet-Gereformeerden geen Christenen zijn. In „D© Doleantie" van Dis. J. C. Rullmianiii, wordt Joh. 16:21: Dat zij ook in Ons één zijn, ' opdat de wereld geloove, dat Gij Mij gezonden hebt", klaarblijkelijk in deeen , zin verstaan: Dat alle G er ef orm'e er den: n Ons één izijn, opdat de wereld gjeloove, dat Gij Mij geizonden hebt".

In datzielfde-No. 5 wordt, terecht, de shaf gebroken over de oneerlijkheid dier Ethische predütanten, die wat de Schrift leert, aelf niet anteor gielo'Oven, maar zich toch in hnn prediking aanstellen, alsof .ze het wèl geliooven. Laat ook ons eerlijk aijn. Zijn er buiten de Geref. Kerken, behalve dan de hier en daar noig schuilende gerelormeerden, geen geloovigen, of zijn ze er wel? In het eerste geval moieten wij dat ook ronduit belijden; in het laatste geval ze als broeders en zusters erkennen, en dajn niet alleen op vereenigjng van alle gereformeerden, maar van alle geloovigen aanhouden.

In kerken, dio Jezus als hun eenigan Koning erkennen, moet Zijn woord ook het zwaarst wegen; anders is die erkenning geen waarachtige belijdenis meer. Naar Jezus' eigen woord is de gescheidenheid der geloovigen mede oorzaak, dat de wereld Zijn go'ddelijke iz e n d i n g niet gelooft.

Ik weet wel, dat onze Geref. Kerken met hand en tand haiar Confessie vasthouden, en ik gevoel de reden Üaarvian; de vrees voor verflauwiag der grenzen. Die Schrift , zelf wil zuiveriieid in de leer; daarvan hangt vioor een goed doel de zuiverheid des wandels af. Ik zou hier bij kunnen voegen, dat leerzuiverheid gepaard kan gaan met een wandel aonder God, zoodat ze eer een oordeel dan een voordeel wordt; mjaar dat lig|t buiten anijn bestek. Durft iemand beweren, dat onze Geref. Belijdenis de leer der Schrift volkomen zuiver weergeeft, en dat dus alle andere belijdenissen onzuiver (zijn? En al ware dat zob; , kan men zich geelnj geloovige denken, die op een ondergeschikt punt nog niet tot het rechte licht gekomen is, nog dwaalt, em moet die veüstooten worden'?

Wat ik, op gpond van JezU's' sigen woord, wensch, is, dat m«n niet lang; er, in .zellganoegzaamheid, meene, dat de Genef. Kerk „de Kerk van Christus" is, e'n; niet-igereformeerde geloovigen op kerkelijk terrein negeere, als waren wij de Christenen bij Uitnemendheid. Er bestaat, op verschülende terreinen, samenwerking! van gereformeerden met niet-gereformeerden; dat moet ook en moot toenemen, miaar aoodra Gerefoirmeerden als Kerk van Christus samenkomen, dan wordt voor deizlulken de deur gesloten, dan „behooren zij niet tot ons", niet „tot de Kerk van Christus".

Die ontrouw aan het woord onzies Koniinigis roept ook om reformatie. Zullen onze voorgangers naar die roepstem luisteren?

H. M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

Het heengaan van Ds. Wisse.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1920

De Reformatie | 8 Pagina's