GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Als ifc nu iets ga zeggen over bepaalde eischen, die asn de pastorie te stellen zijn, dan meen ik, dat ik voor' gemeenteleden en collega's niet afzonderlijk behoef te pleiten. Het zal hier vanzelf gaan over de toepassing van de stelling: een pastorie moet 'het middelpunt van het kerkelijk leven zijn. Welke voorwaarden zijn haax te stellen, zal zij hieraain beantwoorden? Ik geloof liiet, dat genoemde stelling bezwaar ontmoeten zal, en dat onder ons iemand de pastorie zou willen losmaken van het gemeentelijk leven, en haar van een afrastering zou willen voorzien, en een prikkeldraadversperring zou willen-aanbrengen, waardoor iemand alleen met geva.ax vaai kleerscheuren er toegang' zou k'imnen verkrijgen. De pastorie 'is het middelpunt van het gemeentelijk leven. Dit geldt natuurlijk ook in het meervoud, al is het beeld middelpunt dan minder zuiver meer. Dat is niet onze pretentie, die wij met een tikje eigendunk op den voorgrond stellen, maar dat is de beschouwing eenvoudig van de gemeente. Zoo wordt ze nu eenmaal bezien. En 'dat is geen eerbetoon slechts, dat is een eisch, da, t is een verantwoording, die op haar gelegd wordt. Natuurlijk wij spreken - niet over bizondere gevallen. .Het gemeentelijk leven behoeft niet te kwijnen als de gemeente vacant is, en als er een prediltant is, kan 't wel eens minder goed gaan, ma, ar dat neemt niet weg, dat het normaal is, als een gemeente een predika, at heeft, en als er geregelde bediening des Woords en der Sacramenten is door den eigen herder en leeraar-En als het dan goed staat, dan zal de gemeente in de levende pastorie zien het hoofd, het hart, en de hand van het kerkelijk leven. Dat is de verantwoordelijke plaats, die ze inneemt in het gemeentelijk leven, en 'die eisch is zoo natuurlijk als de centrale plaats van een herder onder zijn schapen. Dit ligt dan ook'•in het woord pastorie.

Maar hoe zal zij aan die verpachting beantwoorden? Dan geldt vóór alles, dat de pastorie een ambtswoning zij, maar dan ambt genomen in den geestelijken zin van het woord. Want bij pastorie is deze uitdrukking niet te bezigen in den zin zooals wij bijv., spreken van een ambtswoning, die in steden en dorpen bijv. voor een burgemeester beschikbaar gesteld wordt. Hier immers is er een zekere scheiding-tusschen ambt en woning. Een burgemeester is in zijn ambt doorgaans te spreken niet in zijn huis, maar op het stadhuis, waar hij zijn kamer en zijn .spreekuur heeft. In zijn woning heeft hij zijn particuliere leven. Met een predikant is dat niet zoo. Zijn ani'bt en zijn woriing zijn niet "te scheiden. En is het zijn .ambt: pastor te zijn, de naam pastorie drukt ook uit, dat ziijn woning er door gestempeld is, omdat zijn aj'beid in en voor de gemeente al de dagen der week van Zondagmorgen tot Zaterdagavond bij hem hoofdzaak zijn moet. En die arbeid van zijn ambt is een profetisch, een pl-iesterlijk en een koninklijk werk.

Door deze gedachte geleid, moet zijn huis zijn een retraitehuis, waar hij zich terugtrekt tot de voorbereiding en toerusting tof zijn ambtelijk werk. Ik zeg opzettelijk retraite, omdat al heeft dit woord een weinig • een Roomsch-en klank, dit toch het beste uitdrukt, dat in onderscheiding van zijn publiek optreden op - den kansel, en het uitgaan in de gezinnen der gemeente als 2; oodanig, zijn arbeid in huis geschiedt in het terugtrekken uit den stroom van het kerkelijk leven tot rustige overdenking, en studie. En dan mag ik zeer zeker van zijn ambt niet losmaken het priesterschap, en mogen wij zeer zeker zeggen, dat ook de pastorie moet zijn een huis des gebeds, waar de voorbidding geschiedt voor de gemeente en hare behoeften, en met de nooden der gemeente wordt meegeleefd. En ook het koninklijk ambt mag niet uitgeschakeld worden, waar de roeping om het kerkelijk leven met wijsheid en voorzichtigheid te leiden, in zijn handen gelegd is. Maai' wat midden in staat, dat is 'toch zijn profetisch ambt, de bediening van het Woord Gods. Natuurlijk, als hij straks voor de gemeente staat, is hij bizonderlijk in dit zijn ambt sprekende tot de gemeente. Maar dat optreden slaat niet los van Sjn arbeid in de dagen der week'. Wij weten, dat het geen heilige opvatting van ons airfbf zou zijn, indien wij de behoorlijke voorbereiding zouden nalaten en op impressie en woordenrijkdom ons zouden verlaten. Wij hebben . ook in de week onzen profetischen arbeid. En daarom moet bij alle werkzaamheid, die wij overigens mogen verrichten, dé eereplaats blijven aan de studie van 'de heilige theologie. De pastorie .moet dus niet zijn een herberg om er erikel te overnachten, en dan weer den reisstaf op te nemen, geen klooster om. achter matglas te peinzen, geen zelfgekozen gevangenis om er het leven te dooden, maa, r een sludiehuis, waar de dingen der eeuwigheid worden overdacht.

En vooral in onzen tijd nu - Se kracht des ongeloofs zoo verbitterd zich opmaakf tot den strijd tegen de ordeningen - Gods, en de vormen van het ongeloof zoo ontzaggelijk vermenigvuldigen, mag zich de pastor wel den tijd gunnen tot rustige bezinning en overdenking van het licht van Gods Woord over het breede leven, temeer waar hij bij den ijverigsten arbeid zal moeten bekennen, dat hij nog maar een stuk'ske der zaak overziet. En dan haag ik misschien wel zeggen, dat de pastorie ook nu nog iets hebben moet van den wachttoren uit oude tijden, die door de profeten zoo gaarne als beeld van de hun toegewezen plaats werd gebruikt. Immers nog is het onze roeping uit te zien en te waarschuwen; bij de teekfenen der tijden. En al staan we op nog zoO' hoogen kansel, .het is toch niet daar de geschikte plaats, om daar ons te oefenen in het verstand der tijden. Dat doen wij in onze retraite, dat doen we in ons huis, waar we een , rustige plek hebben, waar we den eisch van. - Gods Woord, het leven van Gods kinderen, den gang der wereld overdenken.

In dit verband kom ik tot den eisch, die mede op dé lijn van dit profetisch ambt ligt, dat de pastorie voor de gemeente een raad-huis zij'. Men begrijpt mij, hoop ik. Er zijn zoo telkens in het leven gevallen, die van bizonderen aard zijn, die de preek niet bespreken kan, omdat zij te persoonlijk zijn. En dan ligt het volkomen in de lijn vaar het léeraars-ambt, dat, gelijk 'de mensclien voor hun maatschapjDelijke moeilijkheden naar'èen advocaat gaan om advies, zij voor de geestelijke zijde die de dingen meestal hebben, hun predikant om raad vragen. - Laten we dadelijk zeggen, dat helaas veel meer door de menschen de materiëele kant van de dingen bezien wordt dan de geestelijke zijde. En vandaar, dat er in deze meer gebruik van de pastorie gemaakt kon worden. Hier kan de vraag gedaan worden: is het gewenscht een apart spreekuur te houden? Wat de groote gemeenten aa.ngaat is het natuurlijk, gezien den menigvuldigen arbeid van de predikanten, de onnoemelijke catechisaties en vergaderingen, bezoeken enz., van beide zijden gewenscht. De predik'ant zou niet weten, hoe hij bij de nauw'k'eurige verdeeling van' zijn , a, rbeid gereed zou kunnen komen, zoo zijn tijd, dien hij voor zijn voorbereiding noodig heeft, telkens zou onderbroken zien door bezoeken. En de bezoeker weet bij een spreekuur wanneer hij den predikant thuis treffen kan, en zich dus een misschien vergeefsche reis naar zijn woning besparen kian. Maar in een kleinere "gemeente verdient zulk een spreekuur geen aanbeveling. In de eerste plaats niet, omdat gemeenlijken kleinere plaa'tsen de eenvoudige hevolking' daar iets hoogs en deftigs in ziet, waaruit zij de "conclusie 'trekken zullen, , dat dominee en mevrouw de menschen liefst zoo weinig mogelijk ontvangen willen, en ten tweede niet, omdat de menschen op de dorpen en kleinere plaatsen veel meer vrij en spontaan in die dingen zijn.

Een ambtswoning moet de pastorie zijn. De predikant daar, leeft en werkt in en voor de gemeente. Zijn tijd en kracht behoort dus de gemeente toe. En vanwege die centrale plaats, mag de eisch gesteld worden, dat de pastorie een „glazen huis" zij. Ik bedoel daarmee natuurlijk, dal er doorheen gekeken moet kunnen worden. Ze moet een voorbeeld zijn in het midden des volks, en het leven daar geleid, mag geen reden tot ontstichting en ergernis geven. Een glazen huis, dat wil niet zeggen, dat er geen grenzen zijn, die de bescheidenheid te eerbiedigen heeft. Ook-de pastorie heeft haar particulier leven evenals elk ander huis. Sommigen schijnen da.t 'wel eens te vergeten. Zij hebben bizonder interesse voor dominee's particuliere zaiken. Waar dominee zijn sigaren - koopt; en welke bakkers aan de deur komen, en waar mevrouw haar japon gekocht heeft, waar dominee heen is, als hij een da|g van huis is, en waar hij preek't als hij Zondags elders is, zietdaar vraagstukken, die sommiger denken geheel in beslag kunnen nemen.

En als ik zeg, dat de pastorie een glazen huis moet zijn, dan bedoel ik ook niet, dat zij geen levenshaaxd van echt natuurlijk leven zou mogen zijn. Dat er de stilte van het kerkhof zou moeten heerschen; en de bewoners met een air van gewicht en ernst altijd stijfjes en deftigjes zich zouden moeten bewegen. Want wanneer daar een dominee woont, die nog geen emeritus is, en die jonge spruiten, vlugge gasten heeft, eisch da, n toch niet dat ze als poppetjes voor de ramen zitten, en pruttel dan toch niet, wanneer ze over het grasperk rollen als ze al stoeiende hun krachten meten, dat ze zich als jongens van den dominee toch wel wat ordelijker mochten aanstellen. En zeg niet als daar in de pastorie de gulle lach wordt gehoord, dat ijdele dingen de overhand hebhen. Er is ook een terrein van geoorloofde ontspanning, waarbij de geest verfrischt wordt. Maar met deze nadere verklaring mag men toch zeggen: de pastorie moet een glazen liuis zijn. Zij is een middelpunt, en aller oogen zien er heen. In zékeren zin zien ze naar binnen. De blik gaat verder dan de muren. En dat leven, dat ambtelijK leven moet .zoodanig alles kenmerken, dat het gezien mag worden. Niet dat ooit vergeteir zou mogen worden, dat dominees ook' menschen en geen engelen zijn. Maar dan tóch zóó, dat de verantwoordelijke plaats de roeping tot een voorbeeldigeü wandel gevoelen doet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's