GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET CHRISTELIJK GEZIN IN ONZEN TIJD.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET CHRISTELIJK GEZIN IN ONZEN TIJD.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

V. (Slot.)

Wanneer we reformatie voor het gereformeerde le\'eQ willen vragen, dan beteekent dat ook, da.t er daar, waar deformatie inkwam, gevraagd wordt, (lat men zich toch weer de oude beginselen herinnere.

En nu is het een der oude beproefde beginselen, dat naar de leer der Schrift het gezin alleen sterk kan zijn door de gehoorzajamheid. Gehoorzaamheid van de kinderen aan de ouders. Ja, zeker, óók dat. Maar dat niet alleen.

Alen klaagt in onzen tijd — en geheel terecht — zoo over de tuchteloosheid van de jeugd. En ook meer dan eens valt de gereformeerde jeugd buiten de lijn. Maar wanneer men dan zint op middelen, om het euvel van de tuchteloosheid te keeren, dau valt het op, ddat men nogal eens het middelter verbetering maar half schijnt te kennen. Men zegt dan; het gezin deugt niet. De vader en : de moeder voeden hun kind niet goed op. Dat is juist. Maar het is veelaj maar een halve waarheid.

Immers denkt men werkelijk, dat het mogelijk is, dat de ouders hunne kinderen in tucht kunnen opvoeden, en dat zij hen gehoorzaianaheid kurRien loeren, wanneer die vader en die moeder zelve in ongehoorzaamheid leven? In zeer vele gevallen zal de oorzaak van de tuchteloosheid der kinderen deze zijn, dat vader en moeder zelve in tuchteloosheid jegens de strenge eischen van Gods recht hun gezinsleven voeren.

Ook de ouders kunnen zoo heel erg ongehoorzaam zijn. Een vader, die zijn priesterlijke roeping in zijn gezin niet vervult, maar „in stil gebed" met de kindereir en met moeder het hoofd buigt, is een ongehoorzaam vader. Ja, en een vader, die, niet rekenend met de eischen, die het kinderleven nu eenmaal krachtens Gods ordinanlie stelt, aan tafel ellenlange gebeden doet hooien, leeft ook in ongehoorzaamheid. Immers het hart des wijzen zal tijd en wijze weten. En de eiscli komt, dat ook de priester in het gezin nimmer bandeloos mag zijn in de uitoefening van zijn priesterlijk werk — evenmin als de priester onder Israël ooit willekeurig te werk mocht gaaat.

Wanneer de kinderen niet zien, dat de ouders leven onder de tucht van het Woord onzes Gods, hoe zullen zij dan zelve respect kunnen krijgen voor de heilige beginselen, die hen door vader en moeder worden verkondigd. Het zijn ook hier de voorbeelden, die trekken.

Men krijgt dikwerf den indruk, dat de zaak van (Ie opvoeding teveel , , en hagatelle" door de ouders wordt j: )ehandeld. En toch, het allerbelangrijkste Werk, dat de christen-ouders op aarde kumien doen, IS dit, dat zij hunne kinderen zóó opvoeden, dat Zij (middellijk) hen opvoeden tot „menschen Gods". Het beginsel der onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de eischen, die onze God stelt voor het leven der ouders, kan alleen het.gezin redden. Het arieërlei ambt — dat van profeet, piriester en koning — moet in den huisvader tot zijn recht komen. Wordt dat in een gezin gevonden, en weet de vader des huizes dat ambt biddend te vervullen, dan zal hij ook genade en wijsheid ontvangen, om in moeilijke gevallen op te treden. Dan zal er ook in. het gezin als va, nzelf komen die geest van christelijken ootmoed en christelijke liefde, die de kracht vormt voor de gezinnen, waiai God met ^> jn genade intrek nam.

En kinderen uit zulke gezinnen zijn niet „tuchteloos". Er is bij dezulken een kennen van een dubbelen band, die steeds weer bindt en in toom houdt.

Dat is de band der liefde.

En de band van de erkenning van het gezag.

Daarbij is dan ook noodig, dat het beginsel van de gezins-waarde worde gehandhaafd. We bedoelen dit: steeds is door ons voorgestaan de gedachte, dat het gezin de grooite oei ïs, waaruit het maatschappelijk leven wordt opgebouwd. De gezinnen vormen de eenheden, die èn in het kerkelijk èn in het maatschappelijk leven hun waarde nimmer mogen verliezen. Naar de kerk dient niet elk lid van het gezin te gaan — neen, het gezin behoort in Gods huis. Ik bedoel niet te zeggen, dat het onder alle omstandigheden mogelijk is, dat alle leden van het gezin ter kerk komen, maar wel, dat ook bij het gaan naar Gods huis de gezinseenheid; niet mag worden verbroken. Daarom is het zoo gewenscht, dat het gezin in het kerkgebouw een gezinsbank heeft, daarom mag er voor het gezin geen tweeërlei moraal gelden: vader en moeder éénmaal en de kinderen tweemaal ter kerk, of andersom. Daarom moet er geen huisbezoek gedaan worden bij de leden van het gezin, die toevallig tehuis zijn, maar dient het gezin bezocht. En zoo zouden we kunnen voortgaan.

Maar is het gezin dan als een eenheid in de samenleving van zooveel gfavv^ioht, dan dient ook alles geweerd, wat dat gezin kan stuk maken. En nu geeft het Woord onzes Gods ook hier zulke scher])c lijnen.

Eene van die dingen, waarop wel eens uitdrukkelijk mag worden gewezen, is deze, dat de zonde, waardoor meer dan een gezin in onzen tijd wordt verwoest, en waardoor het levensgeluk van zeer vele kinderen wordt vernietigd, of althans ernstig wordt bedreigd, deze is, dat de moeders ietwat pronkziek zijn. Uit vele van onze gezinnen is de eenvoud des levens weg.

Salomo spreekt van „een, die zichzelven rijk maakt, en hij heeft niet met al". En elders in het Spreukenboek wordt gehandeld over de deugden van een goede huisvrouw. Die goede huisvrouw en diegene, „die zichzelven rijk maakt", zijn aan elkaar ongeveer precies tegengesteld.

Er zijn vele gezinnen ongelukkig tengevolge van het feit, dat de moeder — zij toch bepaalt veelal de stands-houding, den staa.t, dien het gezin voert — niet weet, wat haar : taak als moeder is. Zij meent haar kinderen gelukkig te maken met een nieuwe japon van haarzelf en met een mooie strik voor zusje, terwijl er van noodzaak voor deze dingen nog geen sprake was. , , .Ia, er was wèl noodzaak, want zij wilde even , , mooi" voor den da, g komen, als die of die, immers zij is toch niet , , mindeitr" dan die anderen."

Zie eens, dergelijke dingen worden zooveel in onzen tijd gevonden, dat er ook nu weer kans bestaat, dat zij, die het zich dienen aan te trekken, niet eens meer voelen, dat dit woord haar geldt. Maar toch dient het eens gezegd, dat door zulke, schijnbaar eenvoudige dingen het geluk van meniggezin wordt verwoest. Er is dan steeds gebrek. Er is schier nimmer de houding van rust en kahn genieten. Er komt iets van een steeds aanwezige nerveuse spanning. En zóó wordt er een atmosfeer geschapen, waarin van een bloeien van een christelijk leven moeilijk kan spralc'e zijn.

Natuurlijk worden op die wij'ze de kinderen bok weer niet opgevoed tot datgene, wait zij straks als sobere, ernstige en tevens levensblije menschen mogen en .kunnen zijn. En öp die wij'ze wordt het kwaad een repeteerende breuk.. Repeteerend. Ja, en vooral ook een heel ernstige breuk. Die leiden kan tot een breuke Sions, indien God het niet verhoedt.

Onze christelijke gezinnen moeten den moed hebben, christen-gezin te durven zijn. En nu bestaat christelijkheid niet in een eenvoudig kleed. En ware vroomheid wordt niet openbaar door een japon, - die eenige jaren achter de mode is. Maar eisch van christelijk beginsel is wèl, dat er ook uit het optreden van onze gezinnen blijkt, dat het leven meer is dan de kleeding. En openbaring van christelijk leven is het wel, dat men niet meer uitgeeft dan men heeft. Het zetten van de „tering naar de nering" is niet alleen een oud-Hollandsche, maar ook een récht christelijke deugd. .En al gaan de kinderen van ouders, die dit durven beleven dan wat minder pronkerig gekleed, dan die van anderen — straks zal blijken, wanneer het leven zijn eischen gaat stellen, da, t er ook in waarheid in de levenshouding in dit opzicht, een verborgen zegen ligt.

De waarde van het gezin is véél te groot, da'n dat een schijn van schoonheid en een ijdel vertoon van pronk, de beteekenis van het gezin zou rhogen vernietigen. En vóór een wijs ouderpaar denkt over het uitgeven van geld voor hetgeen tenslotte wat pronk beteekent, zal het zeker ook denken aan ~de roeping, die het christelijk gezin heeft jegens de kerk van Christus en allerlei ta, k van christelijken arbeicl en christelijke liefdadigheid, die ook offers vraagt.

Zóó behoort het althans te zijn. Eerst de Heer e, en dan wij. In alles. Dat is een erg oudei'wetsch woord. Ik weet het. .Maar het houdt een belijdenis in van christelijken levensdurf en christelijke levenswijsheid. Onze vaderen, die zelfs in dagen van druk en vervolging blijmoedig dit woord hebben durven beleven en handhaven, zijn er wel bij gevaren. Er ligt in deze levenshouding van heel het gezin een verborgen gunst. Wij hebben het met onze gezimien, met die levens leus te wagen. Die leus beteekent de goede levenskeus. En onze God weet steeds Zijn eischen zóó te stellen, dat, bij de vervulling van-die eischen, Hij wordt geëerd, maar tevens degenen, die gehoorzamen, worden gezegend. En daarheen moeten we terug, zoo we van dat punt zijn afgedoold.

Men zal mij misschien erg öuderwetsch noemen.

Ik heb er vrede mee.

Maar ik heb nog steeds genoeg geloof in ons gereformeerd beginsel, om aan te nemen, dat telkens weer in de beleving van die oude beginselen een bron van nieuwe levenskracht zal schuilen.

Of dat dan beteekent, dat wij ons moeten opsluiten'? Dat wij bang voor de wereld moeten zijn?

Neen, maar wél dit, dat wij eerst dan ons wereldoverwinnend geloof zullen zien triumfeeren, wanneer wij éérst met den vijand binnen de muren, in Gods kracht, zoo goed het kan, afrekenen.

En ook beteekent het dit: dat het nog nooit een gereformeerde levenshouding is geweest, met de wereld te marchandeeren. Het wonen onder den rook van Sichem heeft voor het christelijk gezin veel gevaar. Zie naar hetgeen Jacob beleefde. En nu is er in onzen tijd een neiging bij sommigen, die heel erg bang kan malen. Naar verluidt, is er b.v. in een zekere stad in ons land een kinderkerk, die op Zondagmorgen onder den kerkedienst wordt gehouden, en waar ethische mannen en vrouwen voorgaan; naar die kinderkerk zouden zelfs kinderen uit gereformeerde gezinnen worden gezonden. En dat uit gezinnen van vooraanstaande menschen, ambtsdragers in de kerk des Heeren. We weten niet of dit gerucht juist is. Maar ook al kunnen we het niet aanvaarden als juist, dan kan het dienen als illustratie, als voorbeeld. Dergelijke gevallen doen zich zeker wel voor. Zie, wanneer het met onze gezinnen zoover komt, dat men niet beseft, dat dat onjuist, dat dat schuldig-zichgedragen is, dan debatteert men niet meer. Dit moet gevoeld worden. En waar dat ^gereformeerd gevoel ontbreekt, daar kan van een afstompen van het gereformeerd besef worden gesproken.

En daar is de toekomst voor de gerefo^rmeerde zaak buitengemeen donker.

De toekomst van de kerk 'des Heeren, de toekomst van ons onderwijs, de toekomst van onze wétenschap, de toekomst van ons politieke leven, de toekomst van ons land en 'volk, wordt bepaald door het karakter van het gezin.

Ouders, begrijp dan toch, wa|ar het om gaat.

Zeker, wij mogen wel geaietea van de gaven der cultuur.

Maar landerinaal zeg ik: we zijn allereerst in de wereld om in den Naam vaai onzen Koning tegen de zonde en de wereld te strijden, om met Hem te overwinnen. En we zijn niet op weg naar de overwinning, wanneer we ook nog maar iets ywm. da.tgene, wa.t van den vorst der duisteniis is, in onze gezinnen dulden. Het gezin moet gaaf zijn.

En hoezeer het ook waar is, dat velerlei cultuurgave vrucht is van Christus' kruis, — toch mogen wij nimmer het doen voorkomen, alsof Christus allereerst in de wereld is gekomen, om ons de genietingen van de cultuur te bezorgen. Christus is allereerst de G-ezalfde Gods, Dien wij als Middelaar 'Gods 'ein der menschen behoeven. Jezus is allereerst Zaligmaker.

Zondag 12 van onzen Catechismus geeft zulk oen kernachtig antwoord op de vraag: waarom wordt gij een christen genaamd?

Wij zouden dat kunnen wijzigen: waarom wordt uw gezin een christelijk gezin genaamd? En dan kunt ge het antwoord lezen: Opdat wij — allen tesamen - zijn Naam behjden... Onszelf tof een dankoffer Hem opofferen.... En opdat wij — als gezin, als eenheid — met een vrije en goede conscientie, allen tesamen tegen de zonde en den duivel strijden mogen.... P^n hiernamaals regeeren....

Nogmaals: dit is erg ouderwetsch.

Maar ook hier is steeds weer bron van-nieuwe kracht.

Dus ook: hier is telkens weer het allernieuwste en het allerbeste.

Hier is telkens weer de kracht tot reformatie.

Zal ons gereformeerde leven al meer gereformeerd worden, dan moet die reformatie in de gezinnen wortelen.

Dan moet ons gezinsleven gereformeerd zijn, en gereformeerd worden.

Zal onze positie vast zijn, zullen wij ons als gereformeerden handhaven, .dan moet, in Gods kracht, ons gereformeerde gezin zich handhaven.

Geschiedt dat niet, dan kunnen we al onze pogingen wel opgeven.

Allerlei vereeniging van den laatsten tijd, is tenslotte niet veel anders dan een surrogaat voor datgene, wat het gezin moet biedden.

Het is hier niet de plaats, om daarover verder te spreken.

Maar nóch onze scholen, nóch onze vereenigingen zullen tenslotte in staat blijken ons te helpen, wanneer we het gezin verliezen.

Zeker, ten opzichte van onze jeugdorganisaities b.v. handhaven we ten volle „onze pretentie”.

Maar zelfs zij zullen tenslolite sterven, wanneer het gezinsleven, het echte gereformeerde gezinsleven kwijnt.

Daarom zouden wc wel a, ls wachtwoord voor alle reformatorische actie dit woord willen stellen: HET GEZIN.

En de roep moet klinken.... allerwegen: Christen-Nederland, denk om het gezin.

En gehamerd moet het wo'rden in het bewustzijn van alle leiders, ambtsdragers, leeraars, kerkboderedacteuren, vakbond-leiders, politici, en persmenschen:

Daar komt een drievuldig herhaalde roep tot U; hoor hoe het klinkt: Het gezin, het gezin, het gezin....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

HET CHRISTELIJK GEZIN IN ONZEN TIJD.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's