GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De klapper van het „Handelsblad”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De klapper van het „Handelsblad”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het „Handelsblad" schijnt heusch nog te gelooven, dat het onderstaand product plaatsen kan, zonder zich belachelijk te maken bij het ontwikkelde deel der natie. Een Man van het blad is in Assen geweest. Vermoedelijk heeft hü van den officieelen synodalen akker geen aren kunnen lezen, en in zulke gevallen gaat men, om toch de pen leeg te krijgen, licht tot het gilde der zaadjespikkers over. Want „zaadjes-pikker" is de juiste vertaling voor het grieksche woord, dat in Handelingen door „klapper" "ïs weoi^egeven. Hoor, wat toch dez3 klapper weet te zeggen:

Wij waren in de gelegenheid sommige afgevaardigden eens te polsen over hun zienswijze. Eenigen waren in liun oordeel nog gereserveerd, anderen daarentegen waren met hun oordeel klaar, zooals bleek door het bezigen van uitdrukkingen, aan den Bijbel ontleend, als: „Dr Geelkerken is een gansch bittere gal", of „wat zal deze klapper nog langer in onze kerken den boel op stelten zetten, hij is een ketter, ontkent alles wat in den Bijbel staat, enz." Zij, o.a. deze uitdrukking, doeii wel gevoelen, in welk teeken deze zaak nu gekomen is. Dat het in deze quaestie gaat over het gewichtige probleem zooals de vrijheid der exegese in de Ger. Kerken, ontgaat dezen menschen geheel.

Het „Handelsblad" moet het zelf maar weten. Maar dat we dit eenvoudig weg weigeren te gelooven, al zou het ook nog eens met nadruk verzekerd worden, willen we met pleizier verzekeren aan zijn nu al maanden lang zaadjes pikkende redactie. Het is me het taaltje Kanaans wel, dat hier gelijmd is. Dit synodale type is precies even legendarisch als de onsterfelijke HoUander-metpofbroek-en-op-klompen, waaraan ze in Amerika gelooven.

P. S. Bovenstaande was geschreven voor het nummer van verleden week, doch bleef toen liggen. Sedert is gebleken, hoe volstrekt waardeloos de fantasieën van het Handelsblad waren-De zaak zelf is geen woord meer waard. Ondergeteekende, die een vergaderinig der synode bijwoonde, heeft trounnens geen enkel Zeeuwsch costimm ontdekt; toch bleken alle Zeeuwen present', Liegen kost niet veel. (

Dr .1. C.' de Moor. f

Van wat ons na thuiskomst ondier de , oogen kwam, willen wij, voorzoover Dr J. C. de Moor, die een van de meest gewaardeerde mtedewerkers van ons blad was, herdacht wordt, eenige uittreksels geven.

In De Rotterdammer, Zondagsblad, schreef Evers: Willem

Ook als, musicus bezat hij talent, weer niet als schepper van nieuwe muziek, maar wel als criticus en ook verbeteraar van het oude. Is het niet merkwaardig, dat zijn gelaat opvallende Beethoven-trekken vertoonde. Zijn gedegen muzikale bijdr, a, gen in „De •Reformatie" zullen velen onder ons zich nog herinneren. Groot muziekliefhebber als hij was, waren treintochten' naar andere plaatsen, om oratoria of symphonieën te gaan liooren, hem niet te veel. En hetzelfde fijncritische vermogen dat wij uit zijn letterkundige essays kennen, 'Openbaarde zich ook in zijn muziekrecensies. De oogenschijnlijk zoo nuchter-verstandelijke m, an liet zich 'dan vervoeren tot een stijl, waarin de j hevigheid van zijn misschien wel zeer diep in zich-; zelf beleefde ontroering nog nagoMe. Hij was eet! i gevoelig-levend mensch, die uit kracht van zijn leven , ' zelt meewerkte aan reformatie op veel gebied. Door hem zijn de oude psalmmelodieën rhythmisch gezet, en Vvfie zal zeggen, hoe ver hij met dit ideaal van rhythmisch zingen zijn tijd vóór was. Behalve van uitvoe-• ringen , ook recensent van muzikale uitgaven, braclit hij ook hier de beoordeeling op hoog peil, en gaf hij zoo leiding , aan het werk onzer jonge componisten-'

En zelfs de schilderkunst, onder ons nog zoo weinig belangstelhng .genietend, had zijn liefde. Hij bracht , Rembrandt nader tot ons volk, en wel was hij op dit j terrein minder goed thuis , dan in de letteren en de • muziek, en kon men soms met eenig recht smalenit van dilettantisme spreken, en dat hij overal verstand van dacht te hebben, tóch zag hij in, dat ook hier een levensrijkdom ligt verborgen, dien velen onbewust voorbijliepen. Groote waardeering verdient dan ook zijn streven, om waar anderen in gebreke bleven, zei' de handen aan den arbeid te slaan en zoo de aan-, dacht van het Calvinistische volk te trekken naar een nog yeelszins onontgon.nen veld van cultuur.

Later lezen we nog:

Want iemand als hij, die zoo op alle gebie, d naat, harmonie speurde en de schoonheid in zijn critieken diende, was dichter in zijn hart, al zijn zijn gedichten wellicht nooit buiten de wereld van zijn zieleleven tot het woord gekomen-In „De Reformatie" evenals m „Stemmen des Tijds" schreef hij meermalen over componisten als Mahler en Beethoven; toen Berlage met zijn plan voor den Beethoventempel kwam, was ; het Dr de Moor, die er ons over inlichtte. Het doet ; ons 'nu eigenaardig-weemoedig' aan, te lezen, wat 1"] anderhalf jaar geleden in „De Reformatie" schreef over Mahler: „Das Lied von der Erde" werd door Mahler geschreven, toen hij meer dan ooit gevoelde, , hoe liet hij de schoone aarde had en hoeveel M^'®* ; het hem zou kosten, haar prijs te geven-Hij wist, ^^ dit niet.lang meer zou duren-Hoewel hij nog sl^cW

Het „Handelsblad" schijnt heusch nog te gelooven, dat het onderstaand product plaatsen kan, zonder zich belachelijk te maken bij het ontwikkelde deel der natie. Een Man van het blad is in Assen geweest. Vermoedelijk heeft hü van den officieelen synodalen akker geen aren kunnen lezen, en in zulke gevallen gaat men, om toch de pen leeg te krijgen, licht tot het gilde der zaadjespikkers over. Want „zaadjes-pikker" is de juiste vertaling voor het grieksche woord, dat in Handelingen door „klapper" "ïs weoi^egeven. Hoor, wat toch dez3 klapper weet te zeggen:

Wij waren in de gelegenheid sommige afgevaardigden eens te polsen over hun zienswijze. Eenigen waren in liun oordeel nog gereserveerd, anderen daarentegen waren met hun oordeel klaar, zooals bleek door het bezigen van uitdrukkingen, aan den Bijbel ontleend, als: „Dr Geelkerken is een gansch bittere gal", of „wat zal deze klapper nog langer in onze kerken den boel op stelten zetten, hij is een ketter, ontkent alles wat in den Bijbel staat, enz." Zij, o.a. deze uitdrukking, doeii wel gevoelen, in welk teeken deze zaak nu gekomen is. Dat het in deze quaestie gaat over het gewichtige probleem zooals de vrijheid der exegese in de Ger. Kerken, ontgaat dezen menschen geheel.

Het „Handelsblad" moet het zelf maar weten. Maar dat we dit eenvoudig weg weigeren te gelooven, al zou het ook nog eens met nadruk verzekerd worden, willen we met pleizier verzekeren aan zijn nu al maanden lang zaadjes pikkende redactie. Het is me het taaltje Kanaans wel, dat hier gelijmd is. Dit synodale type is precies even legendarisch als de onsterfelijke HoUander-metpofbroek-en-op-klompen, waaraan ze in Amerika gelooven.

P. S. Bovenstaande was geschreven voor het nummer van verleden week, doch bleef toen liggen. Sedert is gebleken, hoe volstrekt waardeloos de fantasieën van het Handelsblad waren-De zaak zelf is geen woord meer waard. Ondergeteekende, die een vergaderinig der synode bijwoonde, heeft trounnens geen enkel Zeeuwsch costimm ontdekt; toch bleken alle Zeeuwen present', Liegen kost niet veel. (

Dr .1. C.' de Moor. f

Van wat ons na thuiskomst ondier de , oogen kwam, willen wij, voorzoover Dr J. C. de Moor, die een van de meest gewaardeerde mtedewerkers van ons blad was, herdacht wordt, eenige uittreksels geven.

In De Rotterdammer, Zondagsblad, schreef Evers: Willem

Ook als, musicus bezat hij talent, weer niet als schepper van nieuwe muziek, maar wel als criticus en ook verbeteraar van het oude. Is het niet merkwaardig, dat zijn gelaat opvallende Beethoven-trekken vertoonde. Zijn gedegen muzikale bijdr, a, gen in „De •Reformatie" zullen velen onder ons zich nog herinneren. Groot muziekliefhebber als hij was, waren treintochten' naar andere plaatsen, om oratoria of symphonieën te gaan liooren, hem niet te veel. En hetzelfde fijncritische vermogen dat wij uit zijn letterkundige essays kennen, 'Openbaarde zich ook in zijn muziekrecensies. De oogenschijnlijk zoo nuchter-verstandelijke m, an liet zich 'dan vervoeren tot een stijl, waarin de j hevigheid van zijn misschien wel zeer diep in zich-; zelf beleefde ontroering nog nagoMe. Hij was eet! i gevoelig-levend mensch, die uit kracht van zijn leven , ' zelt meewerkte aan reformatie op veel gebied. Door hem zijn de oude psalmmelodieën rhythmisch gezet, en Vvfie zal zeggen, hoe ver hij met dit ideaal van rhythmisch zingen zijn tijd vóór was. Behalve van uitvoe-• ringen , ook recensent van muzikale uitgaven, braclit hij ook hier de beoordeeling op hoog peil, en gaf hij zoo leiding , aan het werk onzer jonge componisten-'

En zelfs de schilderkunst, onder ons nog zoo weinig belangstelhng .genietend, had zijn liefde. Hij bracht , Rembrandt nader tot ons volk, en wel was hij op dit j terrein minder goed thuis , dan in de letteren en de • muziek, en kon men soms met eenig recht smalenit van dilettantisme spreken, en dat hij overal verstand van dacht te hebben, tóch zag hij in, dat ook hier een levensrijkdom ligt verborgen, dien velen onbewust voorbijliepen. Groote waardeering verdient dan ook zijn streven, om waar anderen in gebreke bleven, zei' de handen aan den arbeid te slaan en zoo de aan-, dacht van het Calvinistische volk te trekken naar een nog yeelszins onontgon.nen veld van cultuur.

Later lezen we nog:

Want iemand als hij, die zoo op alle gebie, d naat, harmonie speurde en de schoonheid in zijn critieken diende, was dichter in zijn hart, al zijn zijn gedichten wellicht nooit buiten de wereld van zijn zieleleven tot het woord gekomen-In „De Reformatie" evenals m „Stemmen des Tijds" schreef hij meermalen over componisten als Mahler en Beethoven; toen Berlage met zijn plan voor den Beethoventempel kwam, was ; het Dr de Moor, die er ons over inlichtte. Het doet ; ons 'nu eigenaardig-weemoedig' aan, te lezen, wat 1"] anderhalf jaar geleden in „De Reformatie" schreef over Mahler: „Das Lied von der Erde" werd door Mahler geschreven, toen hij meer dan ooit gevoelde, , hoe liet hij de schoone aarde had en hoeveel M^'®* ; het hem zou kosten, haar prijs te geven-Hij wist, ^^ dit niet.lang meer zou duren-Hoewel hij nog sl^cW

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1926

De Reformatie | 6 Pagina's

De klapper van het „Handelsblad”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1926

De Reformatie | 6 Pagina's