GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Laat ons tot Hem uitgaan!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laat ons tot Hem uitgaan!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eebr. 13:13.

De brief aan de Hebreen is vol opwekkingen.

Deze Christenen uit de Jo-den wankelden in hun geloof en moesten daarom vermaand worden tot getrouwheid.

Zij stootten zich aan de geringheid en onaa.nzienlijkheid van Christus' gemeente ^'ergeleken bij den glans van Jeruzalem's tempel.

In den Hebreënbrief wordt - daarom aangetoond, dat de schaduwen in Christus werden vervuld en dat de heerlijkheid der Nieuwe Bedeeling die van de Oude overtreft.

In het verband van bovenstaand Schriftwoord wijst de heilige schrijver op een der schaduwen die in Christus werden vervuld.

Wanneer - een zondoffer werd gebracht tot verzoening van - de zonde van heel het volly' of yan de priesters zelve, dan werd wèl het bloed van het offerdier op-het altaar gesprengd maar het do-o-de aas wer-d buiten - de legerplaats in - de woestijn gebracht om daar Verbrand te wo-rden.

De zonde des volks werd als 't ware op het dier gelegd en naar buiten uitgedragen.

Zoo is ook Christus uit Jeruzalem gebannen en als zo-ndo-ffer op den vloekheuvel voor Zijn volk gestorven.

Natuurlijk is er verschil.

Het o-fferdier werd uit de heilige plaats ver-dreven o-m de heiligheid van - de legerplaats o-f van den tempel te kunnen bewaren en daarto-e verbrand op een onheilige plaats.

Maar Jeruzalem, - dat den Christus uitwerpt, wordt daardoor juist in zijn onheiligheid openbaar, terwijl Golgotha - door het kruis juist wordt het altaar bij uitnemendheid.

Daarom: laat ons tot Hem uitgaan!

Christenen moeten Jeruzalem «loslaten, den fempel vaarwel zeggen en niet meer aan de schaduwen hechten.

Aanvankelijk was die scheiding niet zoo scherp getrokken.

Men vierde den Sabljat naast den opstandingsdag en week' niet uit den tempel.

Alaar toen dit gev'aarlijk werd en de wei-kheilioid heid in de hand werkte, ja, het Christendom [iM zijn wezen aantastte, moest er scheiding 'ko-nieu.

Toen klonk de vermaning: scheidt u af, bre-elst met dat alles, gaat to-t Christus uit-buiten de'^ legerplaats. . .

Voo-r p-ns is de tegenstelling een andere .«Jj voor deze Hebreen.

De kerk des 'Heeren o-ntwikfcelde zich in tege^ stelling met de wereld.

In die wereld' werken ongetwijfeld krachten en gaven van Gods algemeene genade, die te waardeereii zijn en beteekenis hebben voo-r dit leren.

M.aar laat ons daardoor nimmer vergeten, - dat de wereld krachtens haar beginsel no-oit anders doet dan den Christus uitwerpen en Hem wederom kruisigen.

Daaro-m kunnen wij in de wereld geen vrede en geen kostelijke gemeenschap-hebben."

Wij moeten to-t Christus uitgaan.

Waar Christus wordt uitgebannen zullen wij Hem volgen. -

Dit beteekent niet, dat we ons in een heilig huisje zullen opsluiten en in zelfgenoegzaamheid o-ns zullen koesteren.

Maar het beteekent wèl, dat we mpet-eir ko-men tot en rfiet minder 'leven uit een persoonlijke, wel^ bewuste o-vertuiging van de p-rincipiëele tegenstelling tusschen het leven der wereld en van den christen. •

Die tweeheid moet ons helder voor den geest staan en ten slotte ons leVen b-eheerschen.

Zij moet tot uiting komen in de békeering, die óók bestaat in een treken met alles wat niet opkomt uit den wortel van den levenden .Christu^,

Dat kan offers kosten. L^'

Dan moeten er banden worden verbroken!'

Maar de vriendschap der werel-d en de vrieijj schap Gods kunnen niet samengaan.

Wanneer het o-ns te - do-en is om d© gemeenschap met Christus; wanneer wij vóór alle dingen zoeken den Heere welbehagelijk te gijn, dan moet dikwijls neen gezegd worden op allerlei noodiging van - de wereld. Dan moet herhaaldelijk afscheiding volgen, en ee-n zoeken om te komen tot q-pbloei van Ö leven uit - eigen wortel. - i

Daarom hebben we onze christelijke scholen naast andere.

Daarom kwam heel onze christelijke le-vensaotie op naast die der wereld.

De toekomst van ons leven ligt niet hier beneden. Wij hebben hier geen bliiv-end-e< ; '.stadr, u: jnaar mi zoeken de toekomende. •A.asi.^sFfta.-•.--; . ^

D-aaro-m dringt te meer de' Vermaning om alle dingen hier beneden .gcha-de te achten o-m - de uit-^ nemendheid - der kennis van Christus Jezus. , '^

Waar wij zoeken het hem-elsch Jeruzalem, kunn-CT de tijdelijke dingen ons niet blij'vend bevredigen.

Daarom, laat ons tot Christus uitgaan, altijd weer.

De wereld verzakend, onze o-ude natuur - doodend en in een godzalig leven wandelend. ^

Het is genade om dat te kunnen en te willeS

Maar de versmaadhei-d van Christus biedt meerderen rijkdom dan alle schatten van de wereld.

Laat ons dan tot Hem uitgaan!

J. G. KUNST.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Laat ons tot Hem uitgaan!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1926

De Reformatie | 8 Pagina's