GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over den Bond van „Gereformeerden (Calvinisten)”. II.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over den Bond van „Gereformeerden (Calvinisten)”. II.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals ik reeds te kennen gaf, meen ik hier iets te moeten zeggen over den pas geboren Calvinistenbond. Ik doe het ongaarne; maar meen, dat het mij niet euvel te duiden is, wanneer 'ik hier, d.w.z, in eigen huis, mij verdedig tegen een voorstellingvan-zaken, die, natuurlijk te goeder trouw, van 'de ook door mij ingebrachte bezwaren iets anders maakt, dan door mij gezegd en bedoeld is.

Om misverstand te voorkomen, zij opgemerkt, dat dit artikel natuurlijk voor mijn eigen rekening blijft, maar dat het niet geplaatst wordt zonder uitdrukkelijke verklaring van de aanwezige redacteuren, dat zij de opneming in het blad goedkeuren.

Laat mij eerst een kleinigheid afdoen.

Er is gezegd: „dat de kritiek (op den Bond, K. S.) zichzelf tegensprak. Eerst kon men immers lezen, dat de Bond rustte cjp een onwezenlijken grondslag. Later vond men den grondslag wel goed, maar de onderteekening deagde niet". (X, 194., )

Nu worden hier de namen der critische lieden niet genoemd. Ik weet dus niet, of soms ik zelf hier alleen bedoeld word. Wel blijkt, dat ik in elk geval óók word bedoeld.

Op deze bewering, voorzoover ze mij betreft, zou ik nu willen antwoorden: de kritiek was niét tegenstrijdig. Ik zie misschien evenveel kans, om, zelfs ALS men met het woord „grondslag" in Ijeide als tegenstrijdig gesignaleerde uitspraken hetzelfde .bedoelt, met behulp van, laat ons zeggen, Eisler's Wörterbuch, aan te toonen, dat de beide uitspraken elkander verdragen, als dat ze elkaar niet verdragen. Maar ik zal het zoover niet zoeken. Het komt mij voor, 'dat, voorzoovér ik hier bedoeld mocht zijn, mijn collega-redacteur dezen keer te haastig heeft gelezen. Want men kan „grondslag" en „grondslag" tweeërlei nemen. Onder „grondslag" kan ik verstaan het samenstel van geschreven of ongeschreven voorwaarden, waarop men elkaar in een bepaalde organisatie ontvangt, en wederzijds erkent; en ik kan er ook onder verstaan, den o f f i c i ë e Ie n grondslag, die op papier staat. Wie dus meent, dat mijn critiek eerst zou gezegd hebben, dat de o f f i c i ë e 1 e^ op papier staande, grondslag niet deugt, en dat ik later, al of niet pour besoin de la cause, iets anders zou gezegd hebben, n.I.: de onderteekening deugt niet, wel, — die verloochent heel mijn eerste artikeltje; want daar staat duidelijk, dat de gereformeerdheid wel degelijk in de statuten is vastgelegd, maar dat vele onderteekenaars met sterke woorden van andere onderteekenaars gezegd hebben: gij staat niet op den grondslag, die in onzen „Grondslag" (de Bondspapieren) is vastgelegd.

Laat ons niet elkaar voorbijredeneeren; m'ijn eerste artikeltje sprak duidelijk genoeg uit, dat het hierom ging.

Hierom heeft elke bewijsvoering, vóór'de stelling, dat de Nederlandsche Calvinistenbond zulke ei^ beste statuten heeft, geen enkel aanrakingspunt met mijn bezwaren. Want mijn tezwaar is niet: de statuten zijn te los, te zwajk(, te onbelijnd', maar het bezwaar is dit: men erkent het feit van "ÏÏe aanvaarding van de drie formulieren door zulken, van wie elders (in de kerk) gezegd is: zij aanvaarden de drie formulieren niet.

Dat wie dit bezwaar inbrengt, kerk en vereeni^ing verwart, is wel gezegd, maar zal niet zoo gemakkelijk te bewijzen zijn. Maar daarop kom ik later nog wel.

Nu is er gezegd: de Bond vereenigt geen kerken, maar personen.

Dit is ongetwijfeld de halve waarheid.

Half — in zooverre, als van verschillende kerken of kerkgroepen vertrouwensmannen zijn aangezocht.

Inzooverre komt de Bond dus volgzaam acTiter alle kerkelijke autoriteiten aan. En achter hun kerkformeerende daden.

Maar wanneer dan verder gezegd wordt: ieder is persoonlijk verantwoordelijk voor het onderteekenen der statuten, en: als iemand die Statuten teekenen kan, moet ieder zich verblijden, — dan redeneer ik weer verder. Ik zeg: dan kunnen alle medestanders van' dr J. G. Geelkerken, hijzelf voorop, de Statuten dadelijk onderteekenen. Dit is geen boos vermoeden, want het is publiek bekend, het is een kerkhistorisch feit. Zij willen niet van zich gezegd hebben, dat zij-de drie formulieren'niet aanvaarden, - en evfinmin, dat voor htin besef de Heilige Schrift niet normatief zou zijn voor de wetenschap. ïk mag dus constateeren, dat de Bond zich verblijden zal, indien vandaag alle leden van wat men abusievelijk noemt „Hersteld Verband" zich aansluiten bij den Bond. Zij zijn daar dan als gereformeerde „nuance" binnengehaald, en worden er erkend als verheugende onderteekenaars van de drie formulieren van eenigheid.

Nu verder één van beide: de Bond zal in de toekomst niemand kunnen weren, die zegt: ik kan den grondslag (de Heilige Schrift, en mitsdien de drie formulieren, en de erkenning van de Heilige Schrift, als normatief voor de wetenschap) aanvaarden; — maar dan kunnen, behalve alle medestanders van dr Geelkerken, ook nog wel enkele ethischen zich als "Calvinisten presenteeren in gezelschap van dien Bond;

óf: de Bond zal officieel moeten eftiennen, dat het in 1930 onbegonnen werk is, te zeggen, dat men zich reeds verblijden moet^ als iemand verklaart: ik kan uw statuten onderteekenen. Dan zal de Bond zeggen: er moet meer zekerheid zijn. Maar dan is daarmee tevens erkend, dat de opmerking, „als iemand, al behoort hij ook tot het Hersteld Verband" dat kan onderteekenen, dan heeft ook de Icerkelijk-Gereformeerde zich te verblijden", geen 'hout snijdt. Want: ,

a. toen indertijd officieel door, heel de groep-Geelkerken gezegd is, publiek, hardop: „wij aanvaarden de drie formulieren"; en ook: , , v^j erkennen, dat de Schrift normatief is voor 3e wetenschap en niet de wetenschap voor de Heilige Schrift", toen hebben velen, ook van wie thans den Bond steunen, ^ich niet verblijd, doch gezegd: „op dit punt moeten wij u weerspreken".

b. ook in andere gevallen — niet-kerkelijke — viel hetzelfde te constateeren. Het is wel meer voorgekomen, dat iemand zeide, of scheen te zullen zeiggen: ik kan de drie formulieren teekenen, terwijl toch in zulk een geval door sommigen, die ons thans oproepen tot blijdschap, de blijdschap NIET getoond is. Er zijn bestuursleden van den nieuwen Bond, die in zoo'n geval NIET gezegd hebben — uit respect voor hen verklaar ik, niet te gelooven, 'dat hun gezichtsvermogen was verzwakt vanwege eenigen-„krui tdamp " —: daarover verblijd ik me. Integendeel, zij zeiden: ik zal onze menschen waarschuwen, dat de naam Calvinist niets zegt, en dat men soms vaart onder valsche vlag. Was dat soms ook „achterdocht", zooals nu, niet zoo héél vriendelijk, gezegd wordt? Was dat soms ook niet meewerken willen, en zich vergenoegen met critiek op a.nderen?

Wij zullen enkele citaten geven. Prof. Dr V. Hepp schreef indertijd (Ref. IV, 200):

' ., , Men leest uit deze stukken, dat de modernen zich'gaarne Gereformeerd noemen, ea dat het zelfs •wel mogelijk is, dat sommigen, al is het dan niet bij voorkeur, de drie Formulieren van Eenigheid willen onderteekenen Doch zij zullen hem (den Cal-. vinistischen nfiam, K. S.) niet hebben."

Later (IV, 280): „Het misbruik van den Calvinistischen naam kan nauwelijks te sterk worden bestreden."

Eerder (IV, 199): „Reeds eerder vestigden, - wij er d© aandacht op, hoe een nagemaakt „Calvinisme" in omloop wordt g'ebracht. Verschillende menschen volgen nu deze tactiek: Zij willen... zaad... werpen in de Calvinistische voren! Ethisch zaad! Modernistisch zaad! Zij dienen zich daartoe als Calvinistische landlieden aan."

Doch prof. Hepp verblijdde zich niet, enterecht niet, maar waarschuwde. 'Toen hij prof. Cramer — in verband met diens optreden in Hongarije — hoorde verzekeren: „wij denken en weten. Gereformeerd, Calvinistisch", toen antwoordde prof. Hepp (IV, 66, 67): ,

' , , Is het niet kras?

Scholten beweerde, aanhanger te zijn van de aloude Gereformeerde theologie. Meendö dat ook werkelijk. En misleidde niet alleen zichzelf, maar ook tal van echt .Gereformeerde eenvoudigen 'in ons land.

De historie schijnt op dit punt herhaling te willen geven. Men zij gewaarschuwd."

Het slot van dit artikel eindigde met een zeer ernstige waarschuwing, die ik niet citeeren zal, maar die bewijst, dat volgens prof. Hepp de naam Calvinist niets zegt, en dat het geen achterdocht, maar plicht is, hen, die dien naam voeren willen, „in het oog te houden".

Ik weet het, en, wil het niet verdoezelen, want ik zoek geen goedkoop succesje: in al die citaten loopt het over menschen, die veel sterker gekleurd zijn, in hun onzes inziens verkeerde houding tegenover de Schrift, dan dr Geelkerken, of da zijnen, ooit lieten merken.

Maar als ik bedenk: a. dat prof. Cramer — op wien enkele van bovengenoemde citaten sloegen, — volgens prof. Hepp (IV, 99) verklaard heeft, „eerbied te hebben" voor (het verslag van prof. Cramers rede zelf, repte van „vasthouden aan") den Heidelbergschen Catechismus, en meer nog voor de ruime en mooie Confessio Helvetica posterior van Bullinger";

b. dat verschillende volgelingen van dr Geelkerken dingen hebben gezegd, en geschreven, die aan prof. Cramer's ideeën niet alleen verwant zijn, maar ook, volgens de leiding, die „De Reformatie" jaren lang gaf, daarheen moeten voeren;

c. dat volgens publicaties van de aan dr Geelkerken trouwe kerkengroep a 1 haar leden met gerust gemoed zeggen te kimnen onderschrijven de Sta* tuten van den Calvinistenbond,

dan geloof ik te mogen concludeeren, dat ik: a. niet bijeen gebracht heb, wat niet bijeenhoort, b. niet het verwijt verdien, dat ik niet juich, waar anderen wel juichen; want ik heb de vermaning om toe te zien, en meer te vragen, dan hier gevraagd wordt, te duidelijk vernomen uit de artikelen, die tot nu toe leiding gaven aan „De Reformatie".

Maar, zoo wordt voorts gezegd: de Bond bindt geen kerken, maar personen samen.

En, er zijn, ook in het Hersteld Verband, menschen, die b.v. alleen kerkrechtelijk bezwaard zijn, of uit persoonlijke sympathieën meegingen met de, volgens mij, nieuwe kerkformatie, en dus: als die personen , maar goed zijn, en niet Calvinist in eenigen „liberalen" zin, b.v. niet Calvinist-metafwijking-inzake-de-Heilige-Schrift-en-dei-voornaamste - calvinistische-ideeën, dan is er nog niets bedorven.

Ik zou daarop antwoorden willen:

a. die redeneering snijdt geen hout; want het Bestuur kan immers geen enkelen niet in Statuten vastgelegden maatstaf vinden, om uit te maken, wie dan wel, en niet in dien zin Calvinist is? Moet in den Bond de stem van prof. Sneller, den heer Van Marie, Mevrouw Bavinck, ds J. C. 'Aalders, ds Te Winkel, gesmoord worden? jVIaar dit zou niet voegen, als ze eenmaal lid 'zijn in volle rechten. En dan: kan die Bond leertuchtgeschillen oplossen? Geen sprake van, en we hebben er geen behoefte aan ook. En zoodra de meerderheid een bepaalde kleur vertoont, is het bestuur „om", en kunnen we het beleven, dat in Nederland zich als Calvinist aandient, wat, met prof. Cramer, aldus, niet zonder verdiende strafredenen van „'De Reformatie", zich in Hongarije als zoodanig aandiende.

Dit blijve vooropgesteld.

Maar nu vervolgens: let nu eens op de personen, die dan in het Bestuur zitting hebben. Bedenk, dat gij alleen te maken hebt met hun publieke optreden. Blaas allen „kruitdamp" weg uit uw omgeving, en kijk die personen, voorzoover zij publiek zijn, eens aan.

Wat blijkt dan, volgens onverdachte getuigen? Getuigen, die, zonder van eenigen kruitdamp gehinderd te worden, over hen schreven?

Ik hoop daarvan volgende week iets te zeggen. Anders wordt het stuk nu te lang.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Over den Bond van „Gereformeerden (Calvinisten)”. II.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's