GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEREFORMEERDE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEREFORMEERDE KERKEN.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tweetal te: Loosduinen: Mr G. M. den Hartogh te Hazerswoude en W. A. Wiersinga te Weesp. Ooster-Nijkerk: Cand. J. C. Gilhuis te Utrecht en Cand. H. v. d. Veen te Leens.

Aangenomen naar; Oudewater: A. v. d. Weg te Ottoland.

Intrede te: eppel: . W. Engelkes. Tekst: om. 1:16 en 17a. ;

Afscheid van: ockengen: . Visser. Tekst; Hebr. 13:8. Ulrum: . Neerken. Tekst: ebr. 13:20 en 21.

Candidaten tot den Heiligen Dienst. De heer Chr. van der Vliet, Slotlaan 93 te Zeist, Theol. cand. aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, is door de Classis Utrecht der Geref. Kerken, na praeparatoir examen beroepbaar verklaard. Gaarne zal hij des Zondags de Kerken dienen en een eventueel beroep in overweging nemen. — De heer H. J. Westerink, Stationslaan 126 te Nunspeet (telef. 84), Theol. cand. aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, zal na 1 Augustus a.s. gaarne een eventueel beroep uit de Geref. Kerken in overweging nemen.

Dr J. G. Ubbink. Deze week verschijnt bij H. Veenman & Zonen te Wageningen een „Nadere Verklaring" van Dr J. G. Ubbink, benevens een afschrift van diens met redenen omkleed verzoek tot voorloopige opheffing van de schorsing en zijn antwoord op de gestelde vragen aan de Geref. Kerken der Classis Woerden.

Geref. Kerk Den Haag-West. B. en W. van 's-Gravenhage stellen den gemeenteraad voor een oppervlakte grond aan de Vaassenstraat, groot 1350 vierk. M., te verkoopen aan de Gereformeerde Kerk te 's-Gravenhage-West, tegen den prijs van f 22.— per vierk. M., voor een daarop te bouwen kerkgebouw.

CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK.

Beroepen te; Apeldoorn (2e maal); J. Jongeleen te Groningen.

Bedankt voor; 's-Gravenhage-West; J. W. van Ree te Barendrecht.

GEREFORMEERDE GEMEENTEN.

Beroepen te: Aagtekerke; J. Fraanje te Baineveld. Meliskerke; J. D. Earth te Borsselen.

Bedankt voor: lerseke; M. Heijkoop te Utrecht.

NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.

Beroepen te: Aalsmeer; H. v. d. Linde te Drachten. Burgwerd: M. Niemeyer te Werkhoven. Kampen: A. M. den Oudsten te Elburg. Mijdrecht; N. v. d. Snoek te Veenendaal. Nijbroek; W. J. Keiler te Nijkerkerveen. Ouderkerk a. d. IJssel; H. A. Leenmans te Delft. Randwijk: J. Ronge te Hoog-Blokland. Roswinkel (toez.); H. W. Lovink te Gramsbergen. Scheveningen; H. Stolk te Charlois.

Aangenomen naar: Grevenbicht; G. Samplonius te Niekerk. Lathum: Cand. S. Coolsma te Groningen. Oosterbeek; J. G. L. Brouwer te Alphen a. d. Rijn.

Bedankt voor: Achlura; J. van Kuiken te Exmorra. Amstelveen; Joh. Stehouwer te Alphen a. d. Rijn. Driesum: A. M. den Oudsten te Elburg. Losdorp; P. Siemelink te Gasselternijeveen. Scherpenisse; J. Bakker te Bleiswijk.

Intrede te; Gaastmeer; Cand. H. van Schothorst. Tekst:1 Cor. 1:30. Oosterend (Fr.) : H. J. C. van Deelen. Tekst: and. 6; 4. Strijen: . J. van Rennes. Tekst: andel. 4; 12. Zwartsluis: . A. Raabe Jr. Tekst: andel. 8:35.

Afscheid van: erkenwoude: , C. ten Bruggencate. Tekst; 1 Petr. 1; 24b en 25a. Roderwolde: . E. C. Boonstra. Tekst:2 Cor. 2; 15—17.

Overleden: J. C. H. Scholten, Em. pred. van Rotterdam, te Soestdijk, 56 jaar. H. H. Ynzonides, Em. pred. van Eemnes-Binnen, te Amersfoort, 61 jaar.

— Aan het Jaarverslag 1931 van het Mihtair Tehuis, Riouwstraat 59, Den Haag, ontkenen we de mededeelingen, dat de voorzitter. Ds Ringnalda, en de penningmeester, Ir Joh. Krap, na vele jaren van prettige samenwerking heengingen.

In de ontstane vacatures werden twee vrienden van de militairen gekozen, de heeren Dr C. Bouma en G. v. d. Zwaan.

Zwaan. Het bezoek is ongeveer gelijk gebleven met het voorgaande jaar, wat bevredigend is te noemen. De Catechisaties werden goed en geregeld bezocht. De Jongelingsvereeniging kon geregeld gehouden worden en bracht vele jonge mannen samen tot onderlinge stichting. De avonden van vragen-bespreking trokken altijd zeer veel bezoekers. Door deze bijeenkomsten komt er meer band onder de militairen en heerscht er een-prettige, vriendschappelijke geest onder hen.

De bibliotheek werd vermeerderd.

De vele vrienden van het Tehuis hebben ook dit jaar zich beijverd de welkomst-en afscheid-avonden te doen slagen.

De Kerken Oost-en West van 's-Gravenhage hielden ook dit jaar wederom een collecte voor het tekort van ons Tehuis. Zonder deze jaarlijksche collecten zouden we ons werk niet kunnen voortzetten.

Het bestuur der vereeniging bestaat nu uit de heeren Dr C. Bouma, voorzitter; R. v. d. Tempel, vicaris; W. Hogervorst, penningmeester; W. P. H. Riethof f, secretaris; C. A. v.d. Horst en G. v. d. Zwaan.

De omifang tussclien jongens en meisjes.

op het Gereformeerd Jeugdcongres, dat vorige maand werd gehouden, handelde Prof. J. Waterink over bovenstaand onderwerp.

Spr. zegt, dat ten aanzien van den omgang tusschen jongens en meisjes de laatste jaren heel veel is veranderd. De gewijzigde opvattingen, zooals die sinds betrekkelijk weinige jaren zich baanbreken, wijken zooveel af van hetgeen een vorig geslacht nog voor mogelijk achtte, dat wij hier wel van een revolutie kunnen spreken. En wie weet, of niet zeer binnenkort een verder uiterste, dat ons thans onmogelijk lijkt, als het meest ideale goed zal worden voorgesteld.

De christelijke levensovertuiging heeft jaren lang het gehouden met de gedachte, dat de grootste beperking in het contact tusschen jongens en meisjes wel het meest aangewezen middel was om de jeugd voor excessen te behoeden. Thans kan dit niet meer beschouwd worden als remedie tegen de kwalen, waaraan de jeugd-omgang in dezen tijd lijdt. In heel veel gezinnen kan men de jeugd niet meer vasthouden; men weet niet beter te doen dan eenvoudig afwachten, wat de toekomst brengen zal.

Spr. wil eerst nagaan, hoe de situatie op dit oogenblik is, speciaal ook in Gereformeerde kringen, in de stad zoowel als op het platteland; zal daarna een poging doen om tot verklaring van die situatie te komen; vervolgens zal het wezen van de vraagstelling worden onder het oog gezien, om tenslotte de vraag te behandelen, hoe wij de jonge 1 menschen tot de gewenschte houding en tot de juiste verhoudingen zullen brengen.

Wat den omgang tusschen jongens en meisjes betreft, is er eenerzijds de veel te groote vrijheid, de ongebondenheid zelfs; anderzijds is er het verschijnsel, dat vooral in de groote stad de contacten tusschen jongens en meisjes, die op elkander aangewezen zijn, hoe langer hoe moeilijker worden. Mede door dit laatste zijn de cijfers van de gemengde huwelijken vooral in de groote steden tot onrustbarende hoogte geklommen.

Toch ligt daar het eigenlijke probleem niet. Daar komt bij het feit, dat de banden zooveel losser zijn geworden en dat ook aan de zucht naar vrijheid zooveel minder weerstand wordt geboden. De zelfbeheersching, de zelftucht is uit de mode geraakt.

Wat het platteland aangaat, worden allerlei excessen van de moderne cultuur daar niet gevonden; toch zijn ook daar de vormen van den omgang niet gemodelleerd naar het christelijk levens-ideaal. Het groot aantal gedwongen huwelijken is hiervan het bewijs. En van een eenigszins scherpe lijn in de practische houding tusschen gedoopte en niet-gedoopte jonge menschen of tusschen Gereformeerde en niet-Gereformeerde christenen is geen sprake. Ook voor Gereformeerde kringen is het sexueele probleem dikwijls een probleem.

Vergelijken we hetgeen op het platteland geschiedt in de streken waar de oudere cultuurvormen nog heerschen en hetgeen de moderne cultuur als geest van den tijd openbaart, dan zien we, dat er vroeger was een zekere schroom, een vanzelf sprekende afstand van datgene, wat voor de meeste jonge menschen een mysterie was, terwijl het te­ genwoordig niet meer noodig is op een afstand te bewonderen, doordat de mode ontdekt, hetgeen vroeger bedekt was.

Zoowel uit dit als uit andere feiten moet worden geconcludeerd, dat er een algemeene neergang is der ethische opvattingen. De moderne cultuur heeft eerst den band aan het Woord losgelaten en is daarna gaan lijden aan ouderdomskwalen, waardoor de remmen worden losgeworpen en het steeds meer bergafwaarts gaat.

Daar komt bij, dat ook in sommige christelijke kringen zoozeer geageerd is tegen de mogelijkheid, dat achter het beschermende kleed een schijnheilig hart klopte, dat men, inplaats van tegenover de schijnheiligheid de heiligheid te zoeken, het gezocht heeft in het toelaten van de onheiligheid.

En voorts, dat de Christelijke ethiek misschien wel eens te weinig het vraagstuk van de verhouding tusschen man en vrouw in het algemeen en het vraagstuk van het sexueele in het bizonder heeft doordacht.

Dr Roose heeft er in „Stemmen des Tijds" nog onlangs op gewezen, dat er ten deze meer klaarheid moet komen. Spr. treedt in een uitvoerige behandeling van de vraag, of — zooals wel beweerd wordt — de geslachtsdrift een door het huwelijk gereglementeerde zonde is, en komt tot de coiiclusie, dat deze, afgedacht van het zondige misbruik, allerminst een gevolg is van des menschen val; dat we integendeel hier te doen hebben met een levenshoogte, een afspiegeling van de diepte en den rijkdom van het leven Gods, zoozeer, dat het ondankbaar zou zijn, op den rijkdom van deze gave niet te achten.

Vervolgens behandelt spr. de vraag, hoe wij tegenover de punten, die betrekking hebben op de verhouding tusschen jongens en meisjes, de ontwikkeling hebben te zien van de jonge menschen in de puberteitsjaren. Hij staat stil bij het verschil tusschen erotiek en sexualiteit; bespreekt de drieerlei houding: a. jongen-jongen, b. meisje-m'eisje, c. jongenrneisje, meisje-jongen; om tenslotte te behandelen de practische vragen omtrent den omgang tusschen jongens en meisjes.

In de eerste plaats is het noodig, dat bij de opvoeding van meet af den kinderen wordt afgeleerd te leven volgens de ingeving van genot en prikkel. Gekweekt en gesterkt moet worden de gedachte aan wat lieflijk is en welluidt. Een beroep moet worden gedaan op de dure roeping, die God hun op de handen gelegd heeft. Rustig dient met hen door de ouders te worden gesproken over de gevaren, die hen bedreigen, ook over de sexueele gevaren, die op hen loeren. Een wijze, verstandige Bijbelsche voorlichting acht spr. absolute voorwaarde voor een goede opvoeding. Dan kan bij den jeugdarbeid uitgegaan worden van de gedachte, dat de kinderen in een mate, die met hun leeftijd in overeenstemming is, op de hoogte zijn van hetgeen speciaal de sexueele gevaren betreft.

Wat nu den omgang tusschen jongens en meisjes betreft, wij aanvaarden de tegenstelling niet; algeheele gebondenheid of totale vrijheid. Het ideaal is, dat zij met elkaar in contact kunnen treden op een wijze, die in overeenstemming is met de scheppingsorde van God. Een totaal gescheiden opvoeding van de twee sexen is fout. Tot het ISe of 16e jaar behoort er tusschen hen slechts omgang te zijn in tegenwoordigheid van ouders en opvoeders of leiders. In geen geval beneden het 16e jaar mogen jongens en meisjes groepsgewijs alleen zijn. Boven dezen leeftijd begint het meisje besef te krijgen van haar eigenwaarde als vrouw. Den jongens moet in de eerste plaats eerbied voor het meisje worden ingeboezemd. Het is ongewenscht, dat de jongen het meisje enkel op een afstand ziet. Maar totaal onjuist is ook de houding, waarbij de jongens en meisjes in volkomen vrijheid met elkaar omgaan. De vrijheid wordt dan spoedig tot losbandigheid.

Onze jeugdorganisaties hebben hier een prachtige taak. Te weinig wordt daar over deze dingen openhartig gesproken. De omgang van jongens en meisjes heeft in de eerste plaats zijn beteekenis voor de wording ven een gelukkig huwelijk; is in niet geringe mate karaktervormend, en kan voor het geestelijk leven opbouwend werken. Indien ook de dingen van hoogere waardij dan de zaken van het alledaagsche leven in den gemeenschappelijken kring ter sprake komen, leeren de jonge menschen elkander waardeeren, leeren zij van elkander de dingen van meer dan één zijde bezien en krijgen zij ook vrijmoedigheid jegens elkander in het spreken over de geestelijke dingen. De omgang tusschen jongens en meisjes wordt door zulke gesprekken edeler, wordt opgeheven tot hooger plan en bij gevaar van verleiding spreekt de consciëntie dikwijls sterker, wanneer en de jongen en het meisje gemeenschappelijke binding hebben aan eenzelfde woord of eenzelfde vermaan.

Vooral in groote steden is het moeilijk, het contact tusschen jongens en meisjes in het leven te roepen. Noodig zal zijn, dat dit een organisch karakter draagt, doordien het familieleven in Gereformeerde kringen deze contacten bevordert en doordien onze Gereformeerde jongeren het vanzelfsprekend gaan achten, ook eens gemeenschappelijk te vergaderen en dan op zulk een wijze, dat er ook mogelijkheid is van ongedwongen ouderlingen omgang.

Spr. eindigt met een en ander te zeggen over den omgang van jongens en meisjes tijdens de verloving. Hun moet worden geleerd, dat de tastelijke werkelijkheid nooit gelukkig maakt. De vrede en het geluk komt daar, waar het betere is dan de natuurlijk waargenomen werkelijkheid, waar het Licht Gods over het leven is, en waar het Licht Gods ook over den omgang tusschen jongens en meisjes schijnt.

Hierop werden tal van vragen gesteld. Zoo b.v.: Zijn de geestelijke en zedelijke gevaren voor de jeugd in de stad grooter dan op het platteland? Heeft beoefening der sport een gunstigen invloed op den zedelij ken weerstand van jonge menschen? Hoe denkt de inl. over de sexueele voorlichting, over co-instructie en co-educatie? Welke invloed op het moreele leven wordt geoefend door mode en volksgewoonten? Is het houden van vergaderingen met het doel van speciale voorlichting aan te bevelen? Welke onderwerpen moeten in gecombineerde vergaderingen worden besproken?

Vragen, welke alle door Prof. Waterink werden beantwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

GEREFORMEERDE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's