GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dat door de nieuwe Kesrkliederen „verdeeldheid  ontstaat”! en nog iets.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dat door de nieuwe Kesrkliederen „verdeeldheid ontstaat”! en nog iets.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zij mij vergund, om hier nog iets te zeggen op een paar bizondere uitingen in „De Wekker" van 29 Sept. van S. te A.: „De Gereformeerde Kerken hebben nu ook liaar liederen-bundel".

...Heeft de Chr. Geref. Kerk dan niét meer zoo'n bundeltje? Mij was niet bekend, dat zij de „Eenige Gezangen" heeft verworpen!

Verder zegt hij dit: ... „heel de Synode" (de Synode van Middelburg) „weet, dat door dit besluit" (om nog enkele liederen in te voeren) „geen eenheid, maar verdeeldheid ontstaat". „...De klove is weer grooter geworden."

Uit dit zinnetje spreekt, dunkt mij, een zeker smartgevoel bij den hooggeachten schrijver. Dit eert hem. Doch in hetgeen hij vooraf doet gaan, ligt m.i. reden tot een ernstig woord van bedenking.

Schier ieder zal toestemmen, dat de drang naar nog enkele vrije liederen niet was öm deze als zoodanig, maar enkel om hetgeen wij in de Nieuwe Bedeeling hebben, óók in ons zingen te belijden, het niet langer in ons kerkgezang op zijde te zetten, maar te midden van de Gemeente Gods Gode Zijn Hem zoozeer toekomenden lof en dank er voor te brengen.

Dit is voor mij en het meerendeel het eigenlijk — en eenig — aantrekkelijke, ja noodzakelijke van deze kleine uitbreiding van de „Eenige Gezangen".

Zonder dezen drang en deze behoefte zou het niet tot een Gezangen-kwestie in onze Kerken zijn gekomen. Maar nu staan wij voor het droevige feit, dat door deze uitbreiding „geen eenheid, maar verdeeldheid ontstaat". Het schijnt welhaast zóó erg, dat, indien ook overigens nog eenheid mogelijk was, dan werd ze hierdoor toch nog in den weg gestaan!

Wat staat nu tusschen ons? Werkelijk tot de zaak komende, dit, dat wij ook in ons 1 ied meenen te mogen en te moeten belijden, dat er niet alleen maar een Messias, een Christus is, en stellig eenmaal, op Gods tijd, komen zal, maar ook het onwaardeerbaar voorrecht, dat die Christus ons in Jezus ook verschenen is, in ons vleesch, de Immanuël! Och! dat gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt! Jer. 64:1. Maar dat dit nu reeds lang gebeurd is, het schijnt het meest Christelijk te wezen, om er niets over te uiten, niets van te zeggen, — als de Gemeente voor God in den zang haar gemoed laat spreken!...

En hier zit nu de hinderpaal: dat er zielen zijn, althans bij ons, die zien en gevoelen, dat hier aan hel Christelijke iets wordt tekort gedaan, en ook aan een heiligen drang des Geestes, — en dat onze Gereformoordo Kerken, in Synode vergaderd, niet langer zich vrij hebben gevoeld, om de ons geschonken Komst van onzen Zaligmaker en Zijn gestort Bloed, en Opstanding en Zitten ons ten goede aan de Rechterhand Gods, uit onzen kerkzang verwijderd te houden!...

S. beroept zich op Dr Kuyper in zijn „Onze Eeredienst", maar wanneer deze nu tenslotte op afdoende wijze zijn standpunt zal weergeven, spreekt hij aldus: Wij hebben voor onze Christelijke feestdagen, wij hebben voof de verheffing van onze ziel tot den Heiland, ... eigen liederen dringend van noode, bladz. 60, 61. Wat verschilt dit nu b.v. van hetgeen ik in mijn geschriftjc „Het Recht van Nieuwtestamentische Kerkliederen, Een Conscientic-kreetI", er meer op ingaande, uitsprak?

Een stem te Middelburg sprak alzoo: „Do Psalmen zijn ook Nieuwtestamentisch. Want wij zingen ze ii\ Nieuv.testamentiscJien geest".

Maar dit is onjuist, want zij geven ons niet het spocifiek Nieuwtestamentische: het verschijnen, en vervuld en volbracht zijn van het Heil. Zij geven de waarheiti daarom ook nog niet in Nieuwtestamentische klaarheic'. De Psalmen in Nieuwtestamentischen geest zingen zor, dus zijn: er iets in leggen of denken, dat niet eige» is aan de Psalmen, noch kan zijn, daar zij hoogsten.s ons slechts kunnen bieden profetieën: voorzeggingen, die, hoe schoon ook, daar niet boven kunnen staan.

En omdat v.'ij dit ontbreken van de Nieuwtestamentische vervulling in onzen kerkzang op bescheidenvoet v/illen opheffen, daarom zijn wij kerkelijk te schuwen. Men blijve... op kerkelijk terrein... om dio reden verre van ons!

En dat zeggen zij, die óók liefhebbers van den Naam des Heeren zijn, en met ons onmisbaar achten het Bloed der Verzoening!...

Broeders, ik kan maar niet inzien, dat dit g o e d gaat. Er is hier reden tot meer dan een ijdel gevoel slechts, n.l. tot een op de Schrift, op het Evangelie steunende, gegronde, „conscientie-kreet".

Maar voor wie dit geen zaak der conscientie is, die voere geen liederen met Nieuwstestamentischen inhoud in, en volharde om verwijderd te houden den Naam van onzen Heere Jezus Christus en Zijn voor ons geplengd Zoenbloed, ... uit den kerkzang!...

Ds A. M. DIERMANSE.

Ede, December 1933.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Dat door de nieuwe Kesrkliederen „verdeeldheid  ontstaat”! en nog iets.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's