MUZIKALE KRONIEK

Allerlei.

IL

Gporge Stam gaf bij Wolters de Melodieën van Enige Gezangen van de Gereformeerde Kerken uit, geheel opnieuw vierstemmig gezet, met voor-, en tusschenspelen, voor orgel met of zonder jjedaal, piano of gemengd koor.

Er zijn op de „Eenige Gezangen" méér bewerkers algekomen. Dit is evenwel verreweg de beste bimdel, die ik in handen kreeg.

De bedoeling is, dat deze 29 zettingen een onderdeel zullen vormen' van de algeheels herziening van het onder ons zoo bekend koraalboek van Worp.

Het maakt een heel verschil of men dezen bundel van Stam beoordeelen moet voor organisten, of voor huiselijk gebruik.

Wat mijn meening betreft over de waarde voor kerkorganisten, ik geloof dat ik daarvoor het best kan verwijzen naar de uitvoerige beoordeeling, die de heer v. d. P. «af i: i h3t Januari-nummer van „Organist en Eeredienst". Men vindt daar een vakrecensie, waarmee ik me volkomen kan vereenigen.

Voor huiselijk gebruik acht ik de zetting van de koralen niet ideaal, maar stukken gezonder dan die waaraan Worp ons trachtte te wennen. Populair zal deze uitgave toch wel niet worden. en dat zit in de voor- en. tusschenspelen. Ik kan ze persoonlijk zeer wel waardeeren, maar ik vrees dat het groote(? ), harmoniumspelende publiek, toch reeds zoo traag in het studeeren, er heel weinig van terecht zal brengen; ik denk, dat men deze degelijke, en allesbehalve saaie composities gaarne ruilen zal voor slechter, omdat men deze muziek ten eerste te vreemd, ten tweede te moeilijk vindt. Aan den eenen kant is dat een flinke aanbeveling van Stams gedegen werk.

Er blijft m.i. plaats hiernaast voor eenvoudiger, maar goede, muzikale bewerking.

Op dezelfde stof, bewerking van koralen, heeft zich voor een deel, Zorgman met zijn staf geworpen in de series „Nederlandsche Orgelwerken" en „Protestantsche Kerkmuziek".

De eerste serie Is' alleen voor organisten van belang, want daarin worden (of beter: werden) composities opgenomen met verplichte pedaalpartij. Dergelijke periodieke uitgaven (eens per maand) lijden gewoonlijk onder een zekere onevenwichtigheid, vooral in het begin. Zoo ook deze. Toch zijn er wel zooveel behoorlijk bruikbare composities in verschenen, dat ik het jammer vind. dat de heer Zorgman deze toe te juichen poging om niet te moeilijke, voor den gemiddelden organist niet te hoog liggende, kerkelijke muziek te publiceeren, heeft moeten staken. De „gemiddelde" Protestantsche organist blijkt o f geen belangstelling te hebben voor zulk werk, o f hij behelpt zich liever met het allereenvoudigste.

Dat nog eenvoudigere vindt men in de tweewekelijksche serie „Protestantsche Kerkmuziek". Hierin verschijnen kerkelijke composities met zeer eenvoudige pedaalpartij, terwijl er ook heel wat bij zijn, die zonder voetklavier kunnen uitgevoerd worden. Na de jongste wijziging, waarbjj de pedaalserie verviel, zal het zelfs regel zijn, dat alle bijdragen zonder pedaal speelbaar zijn.

Daardoor worden ze dus tegelijk bruikbaarder voor het harmonium, en is er reden om deze serie te noemen als muziek die geschikt is voor de huiskamer.

Ik wil hier op deze serie wijzen voor degenen, die van tijd tot tijd eens iets nieuws op hun harmonium willen hebben, die voelen voor bewerkingen van koralen en liederen, en die er niet tegenop zien om wat meer studie te spendeeren aan psalmen en gezangen dan een behoorlijke voordracht van de voorspelen in de bekende bundels meebrengt.

Ik hoop, dat de heer Zorgman (Velp, Geld.j kans ziet, deze serie althans voort te zetten, want daar doet hij een goed werk mee. Harmoniumspelers komen op die manier (organisten laat ik nu maar even buiten zicht) in aanraking met verschillende stijlvormen, kunnen hun smaak op het speciale terrein van koraalbewerking en - zetting vormen, ook door gewettigde critiok, — en komen misschien langs dezen weg tot ds studie van het kerkorgelspel.

Op het oogenblik geeft de heer Zorgman in het bijzonder aandacht aan de „Eenige Gezangen". Onder de nummers die dit jaar verschenen^ zijn ongetwijfeld het belangrijkst die van dsn redacteur zelf over „Eenige Gezangen" No. 5, 14, 16 en 18 en de drie koraalvoorspelen van Groothengel bij Psalm 20, 21, en 22.

Ten slotte: het Christelijk Muziektijdschrift „De Harp", dat ik geregeld toegezonden krijg. De heer Pijlman houdt zijn lezers nog evenals vroeger op de hoogte van hetgeen er in Christelijken kring door koren gezongen wordt, en beter dan vroeger licht hij in over de gebeurtenissen op orgelgebied. Voor veel orgelliefhebbers zal het aandeel dal Jan Zwart had in de kolommen betreffende orgels en orgelspel een reden geweest zijn, zich te abonneeren en de rest op den koop toe te nemen.

Indien de heer Pijlman zijn uitgave over de heele linie op peil weel te houden, is er nog steeds plaats onder ons voor het bewijs van durf en volharding, dat „De Harp" reeds bijna dertig

jaar geeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen