GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Bucbman-beweglng.

VI.

De Buchman-beweging blijkt al verder zich tegen den Geest van Pinksteren te keeren, wanneer zij een Christendom, als in de eerste eeuw bestaan zou hebben, op den grondslag der ervaring opbouwen wil.

De Schrift spreekt aldus niet. Zij leert, dat de kerk gebouwd wordt op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen (Ef. 2:20). En al kent zij, zoo al niet het woord, dan toch de zaak der bevinding of der ervaring, deze bijbelsche ervaring verschilt maar heel weinig van het geloofd), en is in ieder geval iets totaal anders dan in de Buchman-beweging er mee wordt bedoeld. Want hier verstaat men er onder, dat wij hetzelfde beleven, hooren, zien en doen, als de bijbelheiligen en vooral da apostelen doorleefd en verricht hebben. Voor haar bestaat ervaring hierin, dat ook wij in deze twintigste eeuw „getuige" zijn, en dan getuige in den zin zooals het Nieuwe Testament vaak bedoelt: oor- en ooggetuige, zoodat wij spreken wat wij rechtstreeks van den Heere Jezus .gehoord en gezien hebben.

Doch wanneer de Buchman-beweging de ervaring aldus opvat, maakt zij zich aan een dubbele zonde schuldig. Zij, die zich bij voorkeur aandient als één, die van dén hoogmoed verlost is, blijkt ook hier maar al te zeer in dit oude 'kwaad voort te leven. Want men zet zich met apostelen en profeten en andere openbaringsinstrumenten op één lijn. Wederrechtelijk eigent men zich het woord toe, dat alleen een apostel kan spreken, n.l. dat hij het Woord des levens gezien en gehoord en getast heeft (1 Joh. 1:1). Behalve in de indifferente houding tegenover de waarheid, ligt ook hier een reder^, waarom in de Buchman-beweging geen debatten of polemieken worden gehouden. ^) Men is immers getuige. Men heeft soortgelijke dingen als de apostelen ervaren. Men spreekt uit aanschouwing. En hierover kan uitteraard geen discussie geduld worden. En wie wel eens persoonlijk met Buchmannianen in aanraking kwam, zal gelegenheid gehad hebben, denzelfden hoogmoedigen trek op te merken. Men decreteert, zonder zich geroepen te achten, bewijzen te leveren. Of men schuilt weg in oncontroleerbare zielservaringeii, die het einde van alle tegenspraak moeten zijn.

Bovendien bezondigt men zich door deze opvatting van de ervaring aan het werk, dat de HeiUge Geest in de openbaring heeft tot stand gebracht. Het is deze zonde, die bizonder aan het licht treedt bij haar quiet time en alles, dat daarin plaats hebben zou.

De stille tijd zou aanbeveling verdienen, indien men in het drukke leven der hedendaagsche Christenen meer rust wilde brengen, om de Schrift te lezen, het gebed waar te nemen, en zich tot andere geestelijke oefeningen te begeven. Maar daarvoor wordt hij op de house-parties niet gezocht. Hij wordt begeerd, om dan de leiding van den Heihgen Geest te ontvangen.

Nu beweert men wel, dat de Christelijke leer op dit punt altijd heel vaag is geweest.') Maar wat deze leer uiteengezet heeft, is nog altijd veel duidelijker en reëeler dan wat de Buchman-beweging er onder verstaat. Volgens deze leer is er allereerst in het hart der geloovigen een regeering van den Heiligen Geest, waardoor zij meer der zonde afsterven en in een nieuw, godzalig leven wandelen. Zoovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. (Rom. 8 VS 14). Voorts is er een leiding en regeeji'ing Gods in de gansche wereld en bizonder in het leven van Zijn kinderen. Elk bondeling heeft zijn eigen bondshistorie met zijn God. Ieder Christen zal, naarmate hij ouder wordt, meer reden hebben om de hand Gods op te merken, die met wijsheid en liefde alle dingen in zijn leven heeft geschikt; terwijl de zin en de bedoehng van zijn leven al meer voor hem opengaan. Maar deze leiding teekent zich dan ook achteraf pas af, en kan zelfs dan nog niet met onfeilbare zekerheid vastgesteld. Een gebeurtenis, die ons vandaag een zegen schijnt, kan bij verdere afwikkeling van onze levenshistorie het tegendeel bUjken te zijn, en omgekeerd.

Maar de Buchman-beweging zegt, de leiding van den Heiligen Geest van te voren te weten. Daar wordt het plan Gods met ons leven nog vóór zijn uitvoering onthuld, hetzij doordat wij boodschappen aangaande de toekomst, hetzij doordat wij opdrachten voor het heden ontvangen.

Nu heeft men zelf wel gevoeld, dat dit gemakkelijker te beweren dan te bewijzen is. Wel is waar heett Begbie onomwonden verklaard, dat Ihet luisteren naar God in de quiet time niets anders is dan een meditatie, waarin onze geest luistert naar de stem van onze hoogere natuur. *) Maar desniettemin eischen zoowel hij als de andere Buchmannianen voor wat dan gesproken wordt een hooger en goddelijk gezag op. De Buchman-beweging heeft dan ook allerlei maatregelen getroffen ^), waardoor het buiten allen twijfel gesteld wordt, dat wij in de guiet time niet bij invallen van onszelf leven, maar daarin werkelijk de stem van den Heiligen Geest wordt gehoord.

Zij heeft dit gedaan naar achteren, door als voorwaarde te stellen, dat wij over gezond verstand beschikken; goed in het Nieuwe Testament thuis zijn; alle gegevens en omstandigheden weten van het geval, waarvoor leiding noodig is; gebeden hebben; bereid zijn om met anderen te deelen en ook om te volbrengen, wat ons dan bevolen wordt.

Naar de diepte, doordat wat in de leiding getoond wordt, niet strijden mag met het Nieuwe Testament en vooral niet met de leiding van andere onder leiding levende menschen.

Naar de toekomst heen, doordat de leiding ons inspireeren moet om alleen datgene te doen, dat volkomen rein en eerlijk en onzelfzuchtig en liefderijk is, en niet strijdt met onze plichten en verantwoordelijkheid tegenover anderen.

Doch al deze maatregelen brengen de vereischte zekerheid niet. Vooreerst schijnt het een psychische wet te wezen, dat, wanneer wij onze ziel — zooals de Buchman-beweging wil ^) — opzettelijk ontspannen, dan die gedachten en begeerten het eerst naar boven dringen, die het sterkst ons leven beheerschen.') Door een pastoor, die door een der Buchmannianen geïnterviewd werd, is er idan ook terecht op gewezen, dat er voor een specialen impuls, dien wij misschien in den beginne als bovennatuurlijk beschouwen, bijna altijd een psychologische verklaring is. Naar zijn oordeel heeft de psycho-analyse, ondanks alle groote gevaren die aan haar veAonden zijn, er veel toe bijgedragen, om ons de geheime bronnen van impulsen en instinctieven drang te leeren kennen, die een onervaren groepslid onvoorzichtig voor goddelijke leiding aanziet. *) Terwijl hierbij nog het gevaar komt^ dat wij, hopend Gods stem te zullen hooren, onszelf suggereeren, dat dit ook metterdaad geschiedt. ^)

Deze psychologische verklaring ligt nog meer voor de hand, nu men ook als eisch gesteld heeft, dat, wie leiding ontvangen zal, goed thuis moet zijn in het Nieuwe Testament. Wat natuurlijker dan da: t bij zulk een ook wel eens gedachten en uitspraken boven komen, die daaruit afkomstig zijn'?

En van deze zuiver zielkundige en door en door menschelijke lijn komen wij niet af, wanneer de Buchman-beweging van het Nieuwe Testament op anderen teruggaat, die ook onder leiding leven. Niet alleen stelt men hiermee menschelijke autoriteit boven die van het Woord Gods, maar bovendien draait men in een cirkel rond. Want wat waarborg heeft men, dat die anderen zich niet vergissen en inderdaad uit goddelijke openbaring leven? De waarheid wordt toch niet bij meerderheid van stemmen uitgemaakt?

Op dezen louter zielkundigen weg bleef er geen andere uitkomst over, dan om tot een soort onfeilbaarverklaring over te gaan, nu niel van den paus, maar èn van zichzelf, omdat leiding altijd haar eigen gezag medebrengt, en dus de eindbeslissing bij onszelf blijven moet ^"X èn van... Dr F. Buchman. Hij kan van iemands gedachten uit den stillen tijd verklaren, dat ze Gods gedachten zijn geweest, ii)

Doch juist deze laatste sprong bewijst des te duidelijker, dat de leiding iets zeer menschelijks, en gevaarlijke dweperij is. ^^) En indien het niet meer dan menschelijk gedweep is, behooren wij er ook geen enkel goedkeurend woord en nog minder een grein ontzag voor over te hebben. Dan is het oordeel van J, C, Brown "j niet te scherp, dat de Buchman-beweging juist op haar quiet times zich overgeeft aan een valschen Christus; want het typische van de valsche profetie — het leven bij de gedachten van eigen hart en die uitgeven als woorden Gods — is hier wel in zeer sterke mate aanwezig. Dan mag het vonnis niet teruggehouden: dwaze dingen te denken is zonde; ze uit te spreken en voor goddelijke openbaring te laten doorgaan, is grooter zonde; en ze als zoodanig op schrift vast te leggen, is de grootste zonde.")

Doch ook indien het tegenovergestelde waar zou zijn, en in de leiding nieuwe openbaringen van den HeUigen Geest zouden plaats hebben, zijn wij nog niet uit de moeilijkheid. Ook dan wordt zoowel de Geest als Zijn werk miskend. En dit zelfs in tweeërlei opzicht.

Allereerst meer objectief gezien. De Geest heeft dan blijkbaar nog niet genoeg geopenbaard. Hij heeft Zijn kerk tekort gedaan. Hij onthoudt haar het goede wel, niet slechts in den dood, maar nu al in het leven. Hij heeft ons dan een lamp in de handen gedrukt, welker licht onvoldoende is op onzen tocht naar de voleinding der eeuwen heen. De genoegzaamheid der Schrift stort ineen. De traditie, waarmede de Roomscbe Kerk het noodzakelijk vond, het Woord aan te vullen, wordt hier vervangen door verhalen van allerlei menschen, die leiding ontvangen hebben.

Maar deze openbaringen der Buchman-beweging verschillen hemelsbreed van die des bijbels. Want toen de Geest in vroeger tijden openbaringen schonk, maakte Hij allereerst geschiedenis. Hij spon aan denzelfden draad verder. Er was een bepaald thema, dat al rijker en voller werd uitgewerkt. Er school systeem en samenhang in de openbaring.

Bovendien was de openbaringsgeschiedenis tegelijk heilshistorie. De Geest, die eertijds vele malen en op velerlei wijze tot de vaderen sprak, was gedurig bezig om den Christus en Zijn heil in te brengen in ons geslacht.

Maar aldus niet de leiding in de Buchmanbeweging. Zij maakt geen geschiedenis. Het zijn allemaal losse invallen, waartusschen geen samenhang valt te ontdekken. Bovendien ontsteken zij geen enkelen nieuwen lichtstraal over Gods raad tot verlossing. Het is er precies mee, als met de verhalen van de spiritistische séanoes. Als gij er tien of twintig of dertig van gelezen hebt, Iiebt gij wel evenveel maleu de uitnemendheid van de groep-beweging hooren bezingen; maar zijt gij geen enkel breeder of dieper inzicht in de zaligheid rijker geworden. De Geest is hier niets dan een orakel, dat over alle mogelijke en onmogelijke gevallen uitsluitsel geeft, i^) Zijn optreden wordt hier tot een bespotting.

Of meent men werkelijk, dat God thans nog Zijn hemel scheurt, om bekend te maken dat Dr Buchman met drie anderen moet gaan dineeren? ^'^) Dat Allen een nieuwe chambercloak moet koopen, om zoo vroeger te kunnen opstaan en een langere quiet time te kunnen houden ? i') Dat een ander, terwille van een wedstrijd van zijn golfclub de house-party niet mag verlaten ? i8) Dat een vader, die met zijn kleinen jongen in Zwitserland op den top van een heuveltje zit, moet oppassen, dat ze ïiiet naar beneden glijden, want dat zij anders hun beenen breken i^); of dat een klein meisje haar moeder moet helpen borden wasschen? ^'')

En ook meer subjectief gezien wordt het werk des Geestes miskend. De God, die op Pinksteren neerdaalde, is een onbekwaam Leidsman en Trooster. Zijn wederbaring en vernieuwing en verlichting zijn blijkbaar onvoldoende om de kerk de waarheid te doen verstaan. Als er niet telkens klaar-omschreven boodschappen en wei-omlijnde opdrachten bijkomen, weet de Christen den goeden en volmaakten wil van God over Zijn leven niet. Terwijl men de andere Christenen voorstelt als huichelachtige Pharizeeërs, die een hart vol boosheid achter een gewaad van uiterlijke vroomheid verbergen ^1), vervalt men zelf op zijn minst tot een wettisch Pharizeïsme. Het is weer gebod op gebod, regel op regel; maar nu geboden en regels, die niet door de ouden zijn ingesteld, doch door het eigen hart worden ingegeven. De leiding des Geestes gekocht tegen den duren prijs van de Christelijke vrijheid! Het is wel buitengewoon tragisch. Juist als de Buchman-beweging het dichtst den Heiligen Geest zoekt te benaderen, en zegt, rechtstreeks uit Hem te leven^ staat zij nog op het lage, knechtelijke en slaafsche standpunt, en brengt zij het lot de vrijheid der kinderen Gods niet.

De afloop is dan ook hier als overal elders in de geschiedenis. Men begint met nieuwe openbaringen naast het Woord, waarbij het al zeer wonderlijk en grillig toegaat. Een jonge man b.v. vraagt op Vrijdag de hand van een meisje, maar krijgt den daarop volgenden Maandag leiding, om die van een ander te vragen. ^^)

Men gaat voort, de leiding boven het Woord te zetten. Men gaat God verzoeken en stelt Hem op de proef, of Hij Zich nu wil openbaren. ^3) En als dit achterwege blijft, dan volhardt men anlinomiaansch in den toestand, waarin men zich heden bevindt. Dal Buchman celibatair bleef, wordt verklaard uil de omstandigheid, dat hij nooit leiding kreeg voor een huwelijk. 2*) Alsof ook Dr Buchman niet, evenals wij allen, heeft uit te gaan van de huwelijks-ordinantie Gods, die alleen bij bepaalde, door de Schrift genoemde redenen, voor ons opgeheven is. En zoo ook wordt de samenleving in het huwelijk aan de leiding overgelaten. Gods beperking is de beste geboortebeperking. 25)

En het einde is, dat men op gezag van de lei- Iding tegen het Woord gaat leven. Een ingewikkeld, zondig huwelijksgeval, wordt opgelost, niet door ieder naar zijn eigen man of vrouw te sturen, maar door af te wachten of soms door de leiding aan de verwarring een einde gemaakt worden zal! ^s)

In den naam des Geestes wordt het antinomianisme, een van de oudste en meest verklaarde en geraffineerdste tegenstanders van den Heiligen Geest binnengehaald.

Nog zijn onze bezwaren niet aan het eind. Ook met haar deelen en publiek schuldbelijden van alles, is de Buchman-beweging afstanden ver verwijderd van wat de Heilige Geest in de boetvaardigheid werken wil.

Men maakt zicli al aanstonds aan een even zondig als lichtzinnig optimisme schuldig, wanneer men het voorstelt, alsof wij geheel open en doorzichtig voor elkander zouden kunnen worden. De Schrift telt de volmaakte oprechtheid, die nog iets anders is dan openhartigheid, veel zwaarder. Maar Heer, wie is de man, die op 't nauwkeurigst kan, zijn dwalingen doorgronden? Indien wij reeds niet bij machte zijn, om ons innerlijk leven voor God bloot te leggen, zooals Hij het beoordeelt; hoeveel te minder zullen wij het voor de menschen kunnen? De Buchman-beweging vraagt met het absolute deelen iets, dat onmogelijk en onbereikbaar is.

Dit deelen, hoe onmogelijk dan ook, zou nochtans door ons volbracht moeten worden, indien het ons van Godswege opgelegd was. Maar ook dit is niet het geval. De teksten, waarop de Buchman-beweging zich beroept zijn heelemaal niet bewijskrachtig.

Vooreerst gaat het in allen over geloovigen, of menschen, die reeds in beginsel bekeerd zijn; zoodat het een totaal ongeoorloofd gebruik van de Schrift is, om wat zij tot en over Christenen zegt, toe te passen op onbekeerde zondaars, die door middel van de house-party tot verandering gebracht moeten worden. Bovendien wordt ook •s'an de geloovigen een publieke schuldbelijdenis van alles voor allen niet gevraagd.

Hand. 19:18.slelt heelemaal geen eisch, doch doet enkel de mededeeling, dat de Epheziërs, die reeds vroeger tot het geloof gekomen waren, niet geregeld en bij herhaling, doch slechts voor één keer, na de geschiedenis met de zonen van Sceva, in 't publiek bekend maakten, niet „al hun daden en gedachten" (Calvijn), maar enkel, hoe zij vroeger door den duivel bedrogen waren geweest en van welke tooverformules en toovertrucjes zij zich bediend hadden. En zij deden dit, niet om hun eigen ziel te bevrijden, maar om aan 'de toovenarij, die in Epheze zoo machtig heerschte, een geduchten slag toe te brengen.^')

Dat in 1 Joh. i: 9 allereerst en allermeest een schuldbelijdenis in het verborgen voor God bedoeld wordt, spreekt uit het verband zóó duidelijk, dat hel onbegrijpelijk is, hoe iemand er iels anders in gelezen heeft.

En wat Jacobus 5:16 aangaat, — deze tekst spreekt niet over alle kerkleden in het al_gemeen, maar speciaal over de zieken. En dan niet over het mogelijke geval, dat één individu ziek wordt, imaar over de toen reëel bestaand© vele ziektegevallen. Die vele en ernstige ziekten stonden blijkbaar in verband met allerlei misstanden en zonden, die in de gemeenten leefden; misstanden, die niet meer uit het verborgen opgegraven behoefden te worden, doch die maar al te zeer openbaar waren. En nu vermaant Jacobus de kerkleden, dal zij tot inkeer zullen komen, het elkaai' bekennen zullen, wat de oorzaak is van al hun lichaamsellende, en zoo samen om vergeving vi-agen en genezin_g zoeken zullen, ^s)

Zelfs indien deze tekst uitgelicht wordt uit de concrete situatie, waarin hij gesproken is, zegt hij niet „dat de geloovigen voor ieder hunner mede-geloovigen en op ieder oogenblik steeds maar hun ziel en consciëntie moeten blootleggen. Dit zou zeker niet geestelijk kiesch en teeder zijn. Wie dit doen of vorderen, kenmerken zich dan ook niet door geestelijke kiescliheid en teederheid; en door hun wijze van doen wordt het teeder-geestelijke menigmaal meer geschaad dan gesterkt." ^s) iWat God wel van ons eischt, is, dal wij ons haasten zullen, om aan onzen broeder die zonde te belijden en jegens hem dat kwaad goed te maken, waardoor hij persoonlijk door ons gekwetst is. (Matth. 5:23.) Voorts kan het voorkomen, dat iemand zoo beangst is in zijn consciëntie en gekweld wordt van wege zijn zonden, dat het voor zulk een raadzaam wordt, om ook door een soort biecht bij één van zijn broeders verlichting en vertroosting te zoeken; waarvoor dan vooral aan­ hef is en in 't openbaar en in 't bizonder het volk Gods te troosten met de leer des evangelies. Maar men moet altijd deze matiging gebruiken, dat men, waar God niets zekers voorschrijft, de consciëntiën niet een zeker juk oplegt. Hieruit volgt, idat zulk een belijdenis vrij moet ? ijn, zoodat ze niet van allen geéischt wordt, maar; slechts hun aangeprezen wordt, die begrijpen, dat zij haar noodig hebben. Bovendien moeten ook zij niet, die haar voor hun noodzaak gebruiken, door eenig voorschrift gedwongen worden om al hun zonden op te sommen, en ook niet door eenigen list daartoe gebracht worden, maar slechts voor zoover zij meenen, dat hel in hun belang, is, om een volkomen vrucht der vertroosting te verkrijgen. Deze vrijheid moeten trouwe herders der kerk niet alleen laten, maar haar ook beschermen en krachtig handhaven, indien zij willen, dat hun dienst zonder tyrannie en het volk zonder bijgeloovigheid zal zijn". ^°)

Wiaar het deelen door de Sclirift niet geboden wordt, kan het niet achterblijven, dat, wanneer men het toch beoefent, het tot een samenstelling van allerlei verkeerdheden wordt. Dit hopen wij een volgende maal te zien.


1) Hierover handelt uitvoeriger mijn diss. Wezen en waarde der religieuze ervaring, 14 v.v. en 90 v.v. 2) G. N. M. Collins. B. D. The Oxford-group movement, art. in The Evangelical Quarterly, V, 173.

3) Shoemaker, De herboren kerk, 49. 4) Life changers, 39—40. 5) J. P. Thornson—Duesbury, Sharing, 8—9; Russell, Alleen voor zondaars, 108; Idem, Een ding weet ik, 273—274, 281, 289; Allen, He that cometh, 106 v.v.; Shoemaker, t.a.p. 50, v.v.

6) Idem, t.a.p. 55. 7) Bij Gaebelein, t.a.p. 37. 8) Russell, t.a.p. 387. 9) Idem, t.a.p. 402. 10) Idem, t.a.p. 279; Shoemaker, t.a.p. 51. 11) Russell, t.a.p. 134. 12) Emil Brunner, Meine Begegnung mit der Oxforder Gruppenbewegung, 22. 13) The Oxford-group movement, 76. 14) L. Roorda, Niet in Gods Woord gegrond, 92.

15) Brunner, t.a.p. 22. 16) Russell, Alleen voor zondaars, 135. 17) He that cometh, 34. 18) Russell, Een ding weet ik, 278. 19) Idem, t.a.p. 241. 20) Shoemaker, de herboren kerk, 117. Een verzameling van gevallen van leiding bij kinderen is te vinden bij Olive M. Jones, Inspired children. 21) Allen, t.a.p. preface, X. 22) Russell, t.a.p. 336. • 23) Idem, Alleen voor zondaars, 82. 24) Idem, t.a.p. 162.

25) Idem, t.a.p. 316. 25) Idem, Een ding weet ik, 267—268. 27) Dr B. Wielenga, Van Jeruzalem naar Rome, II, 484; zie ook de commentaren o.a. van Van Andel en Calvijn. 28) Zoo ongeveer ook bij J. H. Donner, De Algemeene zendbrief van den Apostel Jacobus, 202—^203. 29) J. C. Sikkel, Daders des Woords, 294—295

30) Calvijn, Institutie (editie Sizoo) III, IV, Roorda, t.a.p. 64—81. 12; zie ook

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's