GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De uitvoering van de Matthauspassion door de Nederlandsche Bachvereeniging te Naarden.

Tusschen de twee en drie duizend menschen hebben weer genoten van de uitstekende vertolking van Bachs meesterwerk door de Nederlandsche Bachvereeniging op Donderdagavond, 9 AprU, van half 7 tot 10 uur en op Goeden Vrijdag, 10 April, van 11 uur tol half 1 en van 2 tot 4 uur. Gelukkig neemt het aantal bezoekers van jaar tot jaar toe en was ook dit jaar het aantal weer grooter dan verleden jaar.

Albert Schweitzer heeft in zijn levensbesclirijving van Bach, waarin ook een ruime plaats is toebedeeld aan de bespreldng van Bachs werken, de opmerking gemaakt, dat hij het betreurde, dat Bach zich niet vaker heeft bemoeid met de samenstelling van den tekst voor zijn werken. In het bijzonder drukt hij er zijn leedwezen over uit, dat Bach niet een jaargang van de cantaten samen met Picander heeft bewerkt, zooals Picander onder Bachs invloed den tekst heeft samengesteld voor de Matthauspassion, waarbij Bach de leiding heeft en Picander de diepe, vrome gedachten van Bach een schoonen vorm mag geven. Smakeloosheden in den tekst, zooals die in de cantaten vaak voorkomen, vindt men in den tekst van de Matthauspassion zoo goed als niet. Dank zij de medewerking van Bach heeft Picander hier wel zijn beste werk geleverd. De tekst voor de recitatieven is vaak als men hem doorleest reeds muziek. De lijdensgescliiedenis wordt in een vierentwintigtal tafereelen verdeeld, twaalf kleinere en twaalf grootere. Na elk tafereel wordt het verhaal even afgebroken en volgt een vrome overdenking van het verhaalde. Bij de kleinere tafereelen wordt deze overdenking gegeven in den vorm van een koraal, en het moet opgemerkt worden, dat Bach bij het kiezen dezer koralen zeer nauwkeurig te werk is gegaan en het moeilijk zou vallen uit den schat van de lierk der eeuwen liederen aan te wijzen, die beter hier konden worden gebruikt, dan de liederen door Bach gekozen. Bij de grooteretafereelen wordt de overdenlüng gegeven in een aria, gewoonlijk vooraf gegaan door een ariosoachüg recitatief. Het geheel brengt dan ook op verheven wijze, verheven, juist door zijn eenvoud, het Maltheüs-evangelie.

Bij zijn compositie heeft Bach zich ingesteld op een klein koor. Hij denkt zich twee koren, die ieder een eigen partij hebben te zingen, maar elke stem heeft dan ook maar enkele vertolkers. Geen geweldige koormassa's stonden Bach ter beschikking. De Nederlandsche Bachvereeniging heeft dan ook bij haar uitvoeringen slechts een zwakke bezetting van de koren, maar het moet gezegd, dat door zeer strenge keur hier de allerbeste krachten hun medewerking verleenen, zoodat een zeldzaam correcte weergave wordt verkregen en een volkomen zich aanpassen aan de intenties van den leider, Anlhon van der Horst, die er ijverig naar streeft een uitvoering van het werk te geven, zooals naai- alle waarschijnlijkheid Bach zich die heeft gedaclit. Hel uitvoeren met klein koor is ook van zeer veel belang om een juiste weergave van het

geheel te verki'ijgen. Immers gaat men het koor vergrooten, dan zal de begeleiding minder goed tot zijn recht komen, zal het orkest door de koormassa's worden overstemd, een euvel dat slechts gedeeltelijk verholpen wordt door het verdubbelen Yan de orkestbezetting. Evenals vorige jaren werd de begeleiding verzorgd door het Utrechtsdh Stedelijk Orkest, terwijl het clavecimbel door Marie Landré en het orgel door Valentijn Schoonderbeek werd bespeeld. Behoudens enkele kleinigheden, die even de harmonie stoorden, was de begeleiding zeer correct, waardoor ook verschillende kleine trekjes, die juist zoo passend den tekst illustreeren, zeer goed tot hun recht kwamen. Jo Vincent gaf een sublieme vertolking van de zeer fraaie sopraansoli. Jammer dat soms even het lempo waarin de begeleiding gespeeld werd deed denken aan minder vlot volgen. Annie Woud deed den altsoli volle rechl en vooral in de duetten voldeed zij zeer goed. Door hernieuwde ziekte van Louis van Tulder moest deze vervangen worden door Willi Lorscheider van Frankfort. Het moet gezegd, dat deze solist het ondankbare werk van invallen goed heeft volbracht. Natuurlijk was zijn vertolldng niet zoo als wij die gewoon zijn van Louis van Tulder en was hier en daar merkbaar het niet gelieel aanpassen aan de rest, maar over het geheel genomen moet hem dank gebracht voor het gepresteerde. De tenor-aria's werden zeer goed vertolkt door Henk Viskil, terwijl de bassoli werden gezongen door Max Kloos, Willem Ravelli en de kleine partijen door Lucien Louman/ en Herman Hulsman. Ook deze solisten hebben zich uitstekend van hun taak gekweten, zoodat de Nederlandsche Bachvereeniging weer met voldoening op tleze uitvoering mag terug zien.

D. S.

Psalmzingen — een geestelijk werk.

Geheel onder den indruk van wat het kerkkoor der Russische Orthodoxe Theol. School in de Oude Kerk te Amsterdam presteerde, schreef H. R. in „De Standaard" den anderen dag:

„Dr M. J. A. de Vrijer heeft dezen avond geleid en op zijn verzoek hebben wij den Russen laten hoeren hoe wij zingen. Het was Psalm 68 : 10. En begeleid door het machtige orgel was het merkbaar hoe groot de ontroering der aanwezigen was. Aan dezen zang der „gemeente" was merkbaar, dat de aanwezigen, onbewust wellicht, begrepen hadden het woord van den Koorleider Ivan Danissor, In het programma afgedrukt: „Het zou een groote fout zijn, wanneer men „deze Icunst en deze schoonheid benaderde als de „gewone wereldsche schoonheid, want de schoonheid „van de Kerk is geestelijk, en de kunst, die haar „dient is geestelijk"."

Is ons psalmgezang dus ook een geestelijk werk, dan benadere men het ook nimmer met den maatstaf van „schoonheid" in muziek. Daarom is het niet alleen onbillijk, maai- doet het ook , pijn, te lezen van Prof. Zander, den door „De Standaard" over een en ander onderhouden leider van het Russisch Studentenkoor, op de hem gedane vraag: „Hoe vond u het zingen in onze kerken? :

„Niet erg muzikaal, maar het was een antwoord vol religieuze bezinning, een dialoog van twee Christelijke Kerken en als zoodanig heeft het ons zeer getroffen."

Want dat „niet erg muzikaal" is hier te onpas, valt geheel buiten het kader.

Psalmzingen is een geestelijk werk! En het is blijkbaar dien avond, daar in de Oude Kerk van Amsterdam van een zeldzaam innerhjke „zuiverheid" geweest, even waardig opgeteekend te worden door „De Standaard" als de uiterlijke weUuidendlieid der Russische Studentenzangers.

J. Z.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1936

De Reformatie | 8 Pagina's