Acta van de Classis Neder-Veluwe

1592-1620.

Transscriptle van G. van der Zee, Herv. Pred.

III.

Onbekwame en onbetrouwbare Pastoors. Acta Classici Conventus geholden int Oldebroeck denl4 ende 15 Novembris anno '9 2.

Na geholden gebet is mit gemeenen stemmen gecoren tot Praeses Winandus Johannis, dienaer des Worts tot Elburch, tot assessor Johannes Sanderus, dienaer tot Hattum, tot scriba Johannes Caesarius van Harderwyk.

In desen Classe syn erschenen met worteliche credenten ende instructien: Van Elburch Winandus Johannis dienaer des Worts, ende Evert Reeffsen, olderlinck.

Van Hattum Johannes Sanderus, dienaer des Worts ende Evert Henrichs, olderlinck. Van Harderwyck Johannes Caesarius, dienaer des Worts, sonder olderlinck, want Jan Maasz. als olderlinck gedeputiert en conde uit seker orsaken niet mit gaen.

Van pastoren ten platten lande Johannes Cleeffken, pastor tot Heerde; Johannes Wilhelmi pastor tot Nunspeet, Johannes Nuecke, pastor tot Osterwolde, ende ander geene meer. Die van Armel heeft sich deur een missive ontschuldiclit dat hij den 14 Novembris syns Scholtensz. kindt doopen ende oock henen moste. Ludolphus Pieck van Eepe heefft sich ontschuldicht deur lyffswackheit, ende beloefft sich geh. voort conform te holden ende te dragen. Die van Elspeet heefft schrifftUck geprotestiert te willen blyven by syne leer, die hy nu inde 37 jaer heefft, ende wil liever syne pastorie verlaten dan van der leer affstaen, mits conditie nochtans, dat hem hondert daler restitueert werden, waer vor hy deselve secht gecoft te hebben.

Also de pastoren niet ad deliberationem se te laten ende sie oock begerden geëxpidiert te werden is met denselven eerst gehandelt.

Johannes Cleeffken heefft noch begert wyder beraet op den 2 ende 12 articul; oock gesegt, dat hy tot Heerde niet langer dienst hadde dan op naestcomenden Paschen, oock niet langer begerde te blijven, heefft geclaecht, dat hem de huisluiden 'dreigen ende dwingen die heilige dagen te holden ende daerop te predigen.

Also men verstaen hadde, dat de pastor van Nunspeet ertyts in gereformirde plaetsen gestaen hadde, ende hy selffs sich oock sulcks beroemde, is hy gevraecht hoe hy daer van gescheiden, ende uit wat orsaeck sich op de Veluwe onder den viant begeven; heefft geantwoordt, dat hy niet wiste dat men hem sulcks vragen soil, ende beloofft op de naeste vergaderinge beschreven te worden, so van Gorcum, so van Jutvaes als oock van Nunspeet.

Johannes Nuicke pastor van Oesterwolde is vermaent syns vorigen onordentlicken ende ongotlicken hantels, als afvallichen, onecht; heefft geantwort, dat het hem herlelick leit sei, ende sich beteren wil, ende syn huissvr. trouwen. Jedoch is syne saeck uitgestelt op den naesten conventum; Ende syn hiermede de pastoren verlaten.

Is besloten dat men de pastoren die niet hebben willen onderschryven, ende verclaert by oere leer te willen blyven, niet meer , en sal verschryven. Ende dat men de anderen die sich den examini onderworpen ende de articulen onderschreven hebben, noch niet ad consitia en mach to laten, want dat sie noch niet vor lidtmaeten der gemeente mogen erkent werden, oock moeste sich niet dragen na het gene sie onderschreven hebben. Ende daerom eene Remonstrantie aent 't Hoff in te stellen, daer in te betonen, hoe men met den pastoren vaert, ende vernemen, hoe men voorts met hen handelen saJ. Ende als by den selven van ons niet meer can uitgericht werden, sal de hooge overheit een andere raet moeten vinden. Ende is de kercke van Harderwyck opgelecht vursz. Remonstrantie in te stellen ende aen D. Fontanum over te senden mit bidde, dat hy sie wUle overleveren ende bevorderen.

Is Timanus Alberli (van Oldebroek) examineert ende heefft de andere dags een predich gedaen uit 'den 20 cap. Johannis a vers 21: Vrede sie met u, gelyck my myn Vader etc. Ende nadeniael hj al swack in syn examen bevonden, is syne confirmatie uitgestelt op den naesten conventum, ende is vermaent tot neerstich lesen in sonderheit des Catechismi.

Johannes Sanderus, dienaer tot Hattum claecht noch als vor syner soberen onderholts, ende blyfft syne vorige protestatie int Niebroeck gedaen. Is derhalven by der vergadering goet gevonden een missive aen den ersamen Raet van Hattum te stellen ende te bidden dat denselven weer gelieven hierin te versien; welcke missive geschrefven ende onderschr. den van Hattum mit gegeven is.

Timanus Alberli (Oldebroek) heefft sich beclaecht synes geringen onderholts, waerop hem onmogelick sich te bedragen, heefft in anderlialff iaer niet meer dan 70 gulden van synen dienst ontfangen.

Den van Harderwyck is opgelegt een classicaei boeck te doen maken, welck mit gemeenen oosten betaielt solle werden.

Die peen vor de absentes sonder wettelicke orsaeck is verordeneert ein keisersgulden vor legelick mael, ende dat tot behoeff der armen. Die naeste classicael vergadering is gelecht in de stadt Elburg, ende Harderwyck op erlecht verschryving te doen, is oock die tyt in derselve vryheit gelaten.

Hierna is censura morum geholden, ende na ge daenen gebet dese vergaderinge mit vruntschap ge scheiden.

Winandus Johannis, praeses.

Johannes Caesarius, scriDa-

(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen